Bruto toegevoegde waarde van de industrie, 1995-2005

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De bruto toegevoegde waarde van de industrie nam in 2005 toe ten opzichte van 2004 met 1 miljard euro, De aardolie-industrie is hier voornamelijk voor verantwoordelijk geweest.

 1995200020032004*2005*
      
 miljard euro 1)   
      
Totaal industrie52,063,166,068,769,7
w.o.voedings- en genotmiddelenindustrie9,410,812,813,413,6
 papier- en grafische industrie6,07,37,27,37,3
 chemische industrie8,18,49,79,89,6
 aardolie-industrie4,25,66,77,28,4
 productie van rubber en kunststof1,61,82,02,01,9
 basismetaalindustrie1,82,01,82,12,5
 metaalproducten, machine-industrie7,59,79,910,610,8
 elektrotechnische en optische industrie4,15,63,83,83,6
       
Bron: CBS (2006).CBS/MNC/aug06/0016
1) In marktprijzen.
2) Incl. Vervaardiging van cokesovenproducten, bewerking van splijt- en kweekstoffen en een deel van de aardolieverwerking.

Ontwikkeling toegevoegde waarde neemt licht toe

In 2005 was de bijdrage van de industrie aan het bruto binnenlands product 13,8%. Een lichte toename in de totale industrie is voornamelijk toe te schrijven aan de toename in de aardolie-industrie.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de economische ontwikkelingen van de industrie is te vinden op StatLine (CBS).

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1995.
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bruto toegevoegde waarde van de industrie, 1995-2005 (indicator 0016, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.