Emissies naar lucht door verkeer en vervoer, 2004

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Het wegverkeer veroorzaakt het leeuwendeel van de emissies naar lucht door de doelgroep Verkeer en vervoer. Uitzonderingen hierop vormen fijn stof en zwaveldioxide.

 Kooldioxide (CO2)Distikstofoxide (N2O)Methaan (CH4)
       
 miljoen kg     
Broeikasgassen      
Totaal38 800 1,6 3,5 
Wegverkeer33 800 1,6 3,2 
Binnenvaart 2)830 0,01 0,06 
Spoorwegen110 0,00 0,01 
Luchtvaart 2)40 0,00 0,01 
Visserij1 100 0,01 0,07 
Defensie-activiteiten440 0,03 0,04 
       
 Zwaveldi-Stikstofoxi-AmmoniakVOS3)Fijn stofKoolmonoxide
 oxide (SO2)den (NOx)(NH3) (PM10) (CO) 4)
       
Verzurende en grootschaligemiljoen kg     
luchtverontreiniging 5)      
Totaal6,92372,66414384
Wegverkeer0,91522,55210331
Binnenscheepvaart2,3350,014,21,58,9
Visserij 6)0,7120,000,50,31,6
Recreatievaart0,12,30,002,40,116
Railverkeer 7)0,12,00,000,10,10,3
Luchtvaart 8)0,13,30,001,10,25,9
Landbouwwerktuigen1,6180,002,21,512
Overige mobiele werktuigen1,1130,001,51,08,3
       
Bron: CBS, EmissieregistratieCBS/MNC/aug06/0129
1) Conform de IPCC-richtlijnen.
2) Alleen verplaatsingen met plaats van vertrek en van aankomst binnen Nederland.
3) Conform de NEC-richtlijnen.
4) Vluchtige organische stoffen exclusief methaan (ook wel NMVOS genoemd).
5) Geen verzurende stof; berekend volgens de NEC-richtlijnen.
6) Kottervisserij, inclusief emissies op het Nederlands deel van het Continentaal Plat (NCP).
7) Emissies door dieseltractie en slijtage van bovenleidingen.
8) Emissies door starts, landingen en taxiën van vliegtuigen en het gebruik van interne transportmiddelen op vliegvelden.

Bijdragen verkeers- en vervoerscategorieën

Het wegverkeer is veruit de belangrijkste veroorzaker van emissies binnen de doelgroep Verkeer en vervoer. Van de emissie van stikstofoxiden door verkeer en vervoer is het aandeel van personenauto's en vrachtvoertuigen respectievelijk 20 en 40%. Bij alle andere stoffen is de personenauto veruit de belangrijkste bron (50 à 80%).

Bijdrage verkeer en vervoer aan de totale Nederlandse emissies in 2004 (niet in de tabel)

Verkeer en vervoer (incl. mobiele werktuigen) draagt voor een aanzienlijk deel bij aan de totale emissies van koolmonoxide (62%), stikstofoxiden (62%), VOS (exclusief methaan) (35%) en fijn stof (35%). De bijdrage aan de totale emissie van zwaveldioxide is circa 10%. Verder is de doelgroep Verkeer en vervoer verantwoordelijk voor ruim 20% van de totale (IPCC-)kooldioxide-emissie. De genoemde percentages zijn alle exclusief de emissies door de zeescheepvaart.
De zeescheepvaart (niet meegenomen in het totaal volgens de IPCC- en NEC-richtlijnen) is een substantiële bron van emissies van fijn stof en zwaveldioxide.

Oorzaken van emissies

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Er is een verschil in de berekening van de broeikasgasemissies volgens de IPCC en de emissies van verzurende en overige stoffen volgens de NEC-richtlijn. De IPCC-emissies door wegverkeer worden berekend op basis van de afzet van motorbrandstoffen; de NEC-emissies worden berekend op basis van het aantal voertuigkilometers op Nederlands grondgebied. De methodiek voor de berekening van de emissies door mobiele bronnen wordt jaarlijks aangepast. De meest recente methodiekbeschrijving geeft het rapport Klein, J., et al. (2004). Dit rapport zal in de loop van 2006 worden geactualiseerd en worden geplaatst op de CBS-website (www.cbs.nl) onder Methoden/dataverzameling/Luchtverontreiniging, emissies door mobiele bronnen.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
37
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies naar lucht door verkeer en vervoer, 2004 (indicator 0129, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.