Emissies broeikasgassen, 1990-2016

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2016 was de uitstoot van broeikasgassen 0,7 procent hoger dan in 2015, een stijging van 1,4 Mton CO2-equivalenten. De uitstoot in 2016 lag ruim 12 procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol.

Kleine stijging van de emissie broeikasgassen in 2016 ten opzichte van 2015

De emissie van broeikasgassen is in 2016 met 0,7 procent gestegen ten opzichte van 2015. De stijging in 2016 komt vooral door de toename van de CO2-emissie. De overige broeikasgassen daalden heel licht. De fluctuaties in de emissie van CO2 worden sterk bepaald door de temperatuur in de wintermaanden in verband met de verwarming van woningen, gebouwen en de kassen. Net als 2014 en 2015 was 2016 een buitengewoon zachte winter.
In 2016 is de uitstoot van CO2 ten opzichte van 2015 met 1,8 Mton toegenomen tot 167,2 Mton. De toename komt door een hogere productie bij de chemische industrie (1,5 Mton CO2), meer aardgasverbruik voor ruimteverwarming in de gebouwde omgeving (0,8 Mton CO2) en een nettodaling bij energiebedrijven (-0,4 Mton CO2).
Door een verdere afname van de CH4 (methaan) emissie uit stortplaatsen en een lichte daling in de landbouwsector is de totale uitstoot van de CH4 in 2016 ten opzichte van 2015 met 16 kton gedaald.
Ten opzichte van 2015 is de uitstoot van N2O (distikstofoxide, ook wel lachgas genoemd) in 2016 met 2 procent gedaald. Het grootste deel hiervan kwam door de afname van de emissies in de chemische industrie door een lagere productie van caprolactam en salpeterzuur.
De uitstoot van fluorhoudende gassen (F-gassen) is in 2016 ten opzichte van 2015 licht gestegen.

Wat is de trend ten opzichte van 1990 per broeikasgas?

Ten opzichte van het basisjaar 1990 is de uitstoot van CO2 met 2,6 procent toegenomen. Tot 2010/2011 nam de CO2 emissie toe. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een toename in de sectoren Energie en Verkeer en Vervoer. De toename in de Energie sector is na 2010 omgeslagen in een daling tot 2013 doordat er minder elektriciteit werd opgewekt dan in eerdere jaren. Er werd meer elektriciteit ingevoerd, vooral vanuit Duitsland. Elektriciteit uit het buitenland was regelmatig goedkoper dan in Nederlandse aardgascentrales opgewekte elektriciteit. Bij Verkeer en Vervoer is de stijging na 2011 omgeslagen in een daling door een schoner autopark, grenstanken en minder verkeer. In 2015 zien we echter een lichte toename door de aantrekkende economie.
Met een totale uitstoot van 744 kton in 2016 is de uitstoot van CH4 ten opzichte van het basisjaar voor Kyoto (1.293 kton) met 42,5 procent (549 kton) gedaald.
Het grootste deel van deze daling, 433 kton, is het gevolg van de reguliere afname van emissies uit stortplaatsen (sector afvalverwijdering). Daarnaast heeft er ook een daling van 60 kton plaatsgevonden in de landbouwsector en 50 kton in de energiesector. De daling in de landbouwsector wordt met name veroorzaakt door een afname van de dieraantallen en minder gebruik van dierlijke mest. Na 2012 is de daling in de landbouwsector omgeslagen in een lichte stijging door vooral een toename van de dieraantallen. In de energiesector zijn door het nemen van maatregelen de emissies als gevolg van het afblazen van ruw aardgas bij de olie- en gaswinning afgenomen.
De uitstoot van N2O in 2015 ten opzichte van het basisjaar voor Kyoto is met ongeveer 54 procent gedaald tot 27,4 kton. Deze daling van de uitstoot van N2O is gerealiseerd in de chemische industrie (-19,5 kton) en de landbouwsector (-13 kton). De afname van de uitstoot in de chemische industrie is het gevolg van N2O-reductiemaatregelen bij de productie van salpeterzuur. De daling in de landbouwsector kent verschillende oorzaken te weten: afname van dieraantallen, minder gebruik van zowel kunstmest als dierlijke mest en een lagere N-uitstoot per dier door een lager N-gehalte in het voer. Net zoals bij CH4 is de daling in de landbouwsector na 2012 omgeslagen in een lichte stijging door vooral een toename van de dieraantallen.
In 2016 is de totale uitstoot van F-gassen ten opzichte van 1995 met 74 procent gedaald tot 2,65 Mton CO2-eq. Hiervan is 2,36 Mton CO2-eq afkomstig van HFK's, 0,15 Mton CO2-eq van PFK's en 0,13 Mton CO2-eq van SF6.
De afname van de uitstoot van F-gassen is vooral het gevolg van reductiemaatregelen die getroffen zijn in het kader van het Reductieplan Overige Broeikasgassen.

Kyoto-doelstelling Nederland

Volgens het Kyoto Protocol moest Nederland in de periode 2008-2012 de uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 6 procent verlagen ten opzichte van het Kyoto-basisjaar (een optelling van de CO2-equivalenten van koolstofdioxide, lachgas en methaan in 1990 en die van de fluorhoudende gassen in 1995).
De uitstoot in dit basisjaar was destijds vastgesteld op 213,2 Mton CO2-equivalenten. Het cijfer voor de gemiddelde uitstoot over 2008-2012 kwam destijds uit op 199,5 Mton CO2-equivalenten. Dat is een afname van 6,4 procent ten opzichte van het basisjaar.
Eind 2012 zijn er afspraken gemaakt tussen landen over de verlenging van het Kyoto Protocol. De landen die aan de verlenging mee gaan doen, hebben afgesproken om de broeikasgasemissies in de periode 2013 tot en met 2020 gezamenlijk 18 procent te reduceren ten opzichte van het Kyoto-basisjaar. Voor deze nieuwe Kyoto-doelstelling worden de reeksen berekend op basis van meest recente IPCC-guidelines (2006).

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Emissies naar lucht

Omschrijving

Emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en de F-gassen perfluorkoolwaterstoffen (PFK's, HFK's) en zwavelhexafluoride (SF6)

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek, in samenwerking in de Emissieregistratie (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), Planbureau voor de Leefomgeving, Centraal Bureau voor de Statistiek, Deltares, Lelystad, Landbouw-Economisch Instituut, Den Haag, Alterra, Wageningen Universiteit-Alterra, Rijkswaterstaat-Leefomgeving, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, TNO).

Berekeningswijze

De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-guidelines 2006. 
Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website van de Emissieregistratie

Basistabel

Alle data opvraagbaar op Emissieregistratie
Verder:
CBS-StatLine: IPCC-emissies naar lucht

Geografische verdeling

Nederland, provincie, postcode, 5*5 km2 (kaart)

Andere variabelen

Belasting oppervlaktewater, bodem-emissies, emissies oppervlaktewater, lucht-emissies, lucht-emissies volgens IPCC. 
In totaal circa 300 stoffen. 
Circa 1600 emissie-oorzaken en circa 1000 (individuele) puntbronnen

Verschijningsfrequentie

In maart definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1

Achtergrondliteratuur

Methoden: op de website van Emissieregistratie achter Overzicht documenten
Begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst

Opmerking

1 Mton = 1 miljard kg. 
De emissies van methaan uit stortplaatsen zijn voor de periode 1990-2014 naar beneden bijgesteld. In 1990 resulteerde dit in een daling van 0,6 Mton CO2-equivalenten.

Betrouwbaarheidscodering

C (Gemiddeld; afhankelijk van emissieoorzaak en stof)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
42
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
41
versie‎
40
versie‎
39
versie‎
38
versie‎
37
versie‎
36
versie‎
35
versie‎
34
versie‎
33
versie‎
33
versie‎
32
versie‎
31
versie‎
30
versie‎
29
versie‎
28
versie‎
27
versie‎
26
versie‎
25
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
13
versie‎
11
versie‎
09
versie‎
06
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissies broeikasgassen, 1990-2016 (indicator 0165, versie 31,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.