Verzurende stoffen: emissies 1990-2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De emissies van verzurende stoffen zijn sinds 1990 sterk afgenomen. Ook in 2002 en 2003 zijn de emissies verder afgenomen.

Uitstoot van verzurende stoffen sterk gedaald sinds 1990

De emissies van ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx), zwaveloxiden (SO2) conform het NEC-protocol zijn in de periode 1990-2002 fors afgenomen, respectievelijk met circa 45%, 30% en 65%. De getoonde emissies zijn exclusief de bijdrage van de zeescheepvaart. Dit betreft 123 miljoen kg NOx en 71 miljoen kg SO2 in 2002.De afname van de ammoniakemissie door de landbouw sinds 1990 is het gevolg van de emissiearme aanwending van dierlijke mest (Van der Hoek, 2002) en de krimp van de veestapel. Een verdere daling in 2003 wordt vooral veroorzaakt door de krimp van de pluimveestapel als gevolg van de vogelpest.De grootste reductie van de NOx-emissie is bereikt bij verkeer en vervoer door de Euronormering voor wegverkeer. Daarnaast hebben energiebesparing bij bedrijven, het verzuringconvenant met de energiesector en maatregelen bij de industrie geleid tot een afname van de NOx-emissie. In 2003 neemt de NOx-emissie naar verwachting verder af door de Euronormering voor wegverkeer en de economische krimp in vele sectoren.De afname van de emissie van SO2 is voornamelijk het gevolg van BEES-eisen voor de energiesector, raffinaderijen en industrie en het verzuringconvenant met de energiesector. De maatregelen waarmee de reductie werd bereikt zijn:

  • rookgasreiniging bij raffinaderijen, de industrie en de energiesector;
  • overgang van olie- naar gasstook bij raffinaderijen en de chemiesector;
  • inzet van kolen met een lager zwavelgehalte in de kolengestookte energiecentrales.

De SO2-emissie was in 2003 waarschijnlijk stabiel.Naast de reductie in de bovengenoemde sectoren is de SO2-emissie van verkeer en vervoer afgenomen door de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen.

Beleid met betrekking tot verzurende stoffen

In de Europese NEC-richtlijn zijn nationale emissieplafonds vastgesteld voor deze stoffen, te realiseren vanaf 2010 (EU, 2001). De plafonds zijn voor Nederland vastgesteld voor respectievelijk NH3, NOx en SO2 op 128, 260 en 50 miljoen kg. Dit is exclusief de emissies van zeescheepvaart. Deze doelen zijn een tussenstap op weg naar duurzame emissieniveaus.

Voor de realisatie van de 2010-plafonds zijn extra emissiereducties nodig.

Relevante informatie

  • De nieuwste emissiecijfers kunnen per eind juni 2004 in detail bekeken worden op het Datawarehouse van de Emissieregistratie. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken. Emissiecijfers over 2003 komen per september 2004 beschikbaar op het Milieucompendium en het Datawarehouse van de Emissieregistratie.
  • Informatie over de actuele en toekomstige ontwikkelingen voor verzuring is te vinden in Milieubalans 2004 en Milieuverkenning 2000-2030.
  • Informatie over de plannen van politieke partijen met betrekking tot verzuring is te vinden in 'Verkiezingen 2002' (RIVM, rapportnr. 408 129 025, Bilthoven).
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • Actuele informatie over het overheidsbeleid voor verzurende stoffen is te vinden in het Dossier verzuring van het Ministerie van VROM

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verzurende stoffen: emissies 1990-2002 (indicator 0183, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.