Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: emissies 1990-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De emissies van verzurende stoffen, fijn stof en NMVOS zijn sterk afgenomen sinds 1990. De emissies van stikstofoxide en fijn stof nemen nog steeds verder af, terwijl de emissies van ammoniak, zwaveldioxide en NMVOS lijken te stabiliseren.

Uitstoot van verzurende stoffen, NMVOS en fijn stof sterk gedaald

De emissies van de verzurende stoffen: ammoniak (NH3), stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2) zijn fors afgenomen in de periode 1990-2006. Ook de emissies van fijn stof (PM10) en vluchtige organische stoffen (Niet-methaan-VOS) zijn fors afgenomen in deze periode. De emissies van de meeste stoffen nemen nog steeds verder af, met uitzondering van de ammoniakemissies, die zich lijken te stabiliseren. De emissieberekeningen voor 2006 zijn gebaseerd op voorlopige energie- en productiestatistieken van het CBS. In mei 2008 worden de definitieve emissiecijfers over 2006 gepubliceerd op deze pagina.
De emissies zijn hier weergegeven volgens de definities van de EU-richtlijn inzake Nationale Emissieplafonds (NEC), dus exclusief de bijdrage van de zeescheepvaart. Luchtverontreinigende emissies door zeescheepvaart nemen nog steeds toe, in tegenstelling tot emissiebronnen op het land. De NOx en SO2-emissies van de zeescheepvaart zijn met respectievelijk 40% en 23% toegenomen in de periode 1990-2005.

Ammoniak

De afname van de NH3-emissies met circa 47% sinds 1990 is bereikt in de landbouwsector. De emissie nam af als gevolg van de emissiearme aanwending van dierlijke mest en de krimp van de veestapel.

Stikstofoxiden

De NOx-emissies zijn sinds 1990 met circa 40% afgenomen. De grootste reductie van de NOx-emissies is bereikt bij verkeer en vervoer door de Europese regelgeving voor uitlaatgasemissies (euronormering voor wegverkeer). Daarnaast namen de emissies van de sectoren industrie, energie en raffinaderijen tot circa 2001 af door energiebesparing bij bedrijven, het verzuringsconvenant met de energiesector en maatregelen bij de industrie. Tussen 2001 en 2003 waren de NOx-emissies van de sectoren industrie, energie en raffinaderijen vrijwel stabiel rond de 100 kiloton. Daarna is de NOx-emissie van deze sectoren weer verder afgenomen, naar 86 kton in 2006. De daling in 2005 en 2006 komt door de lagere productie van elektriciteit in Nederland en de lagere productie van de industrie.

Zwaveldioxide

De SO2-emissies zijn sinds 1990 met circa 66% afgenomen. De afname van de SO2-emissies is voornamelijk het gevolg van het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) voor de energiesector, raffinaderijen en industrie en het verzuringsconvenant met de energiesector. De maatregelen waarmee de reductie werd bereikt zijn:

  • rookgasreiniging bij raffinaderijen, de industrie en de energiesector;
  • overgang van olie- naar gasstook bij raffinaderijen en in de chemiesector;
  • inzet van kolen met een lager zwavelgehalte in de kolengestookte energiecentrales.


Naast de reductie in de bovengenoemde sectoren is de SO2-emissie van verkeer en vervoer afgenomen door de verlaging van het zwavelgehalte van de brandstoffen.
De SO2-emissies nemen de afgelopen jaren weinig af. De meeste bedrijven voldoen al aan de huidige regelgeving, waardoor een prikkel voor verdere reductie ontbreekt. Circa 80% van de Nederlandse SO2-emissies wordt veroorzaakt door 20 grote bedrijven in de industrie, energie en raffinaderijen.

Vluchtige organische stoffen

De NMVOS-emissies zijn sinds 1990 met circa 63% afgenomen. De emissies zijn vooral gedaald door maatregelen in het kader van het Koolwaterstoffen 2000-programma en het Nationaal Reductieplan NMVOS. Daarnaast zijn de emissies in de verkeerssector gedaald doordat de emissie-eisen voor het wegverkeer (Euro-normen) regelmatig zijn aangescherpt.

Fijn stof

De PM10-emissies zijn sinds 1990 met circa 49% afgenomen. De afname van de emissies van PM10 heeft vooral plaatsgevonden bij de bedrijven en het (weg)verkeer. De afname bij de bedrijven (industrie, energiesector en raffinaderijen) is met name te danken aan milieuregelgeving, waaronder het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES) en de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NER). Dit heeft geleid tot maatregelen zoals procesaanpassingen en een toename van het gebruik van filters. De daling bij het wegverkeer is het gevolg van de Europese regelgeving voor uitlaatgasemissies.

Beleid met betrekking tot verzuring en grootschalige luchtverontreining

In de Europese NEC-richtlijn zijn nationale emissieplafonds vastgesteld voor deze stoffen, te realiseren vanaf 2010. De NEC-emissieplafonds voor Nederland zijn:

  • Ammoniak: 128 kton;
  • Stikstofoxiden: 260 kton;
  • Zwaveldioxide: 50 kton;
  • NMVOS: 185 kton.


De emissies van fijn stof vallen niet onder de NEC-richtlijn. De NEC-emissieplafonds zijn een tussenstap op weg naar duurzame emissieniveaus ter bescherming van natuur en gezondheid (VROM, 2001).

Nieuwe inzichten in verkeersemissies

De verkeersemissies zijn aangepast als gevolg van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Recentelijk is de methodiek om verkeersemissies te bepalen ingrijpend veranderd. De nieuwe methodiek (VERSIT+) gebruikt meer meetgegevens van voertuigemissies onder praktijkomstandigheden. Daarnaast zijn nieuwe CBS-statistieken voor personenvervoer verwerkt. Door VERSIT+ zijn de emissies van NOx, PM10 en NMVOS ten opzichte van vorig jaar 5% lager geworden voor de hele tijdreeks vanaf 1990 tot heden. Tenslotte zijn ook de emissies van zeescheepvaart omlaag bijgesteld door beter inzicht in de verhouding van lichte en zware stookolie die schepen gebruiken. De totale verkeersemissies zijn in 2004 door aanpassingen voor NOx ruim 12 kiloton lager dan vorig jaar (17 kiloton als ook zeescheepvaart wordt meegerekend). De PM10-emissies in 2004 inclusief zeescheepvaart zijn ruim 2 kiloton lager.

Bronnen

  • Emissieregistratie (2007). Datawarehouse van de Emissieregistratie. MNP, Bilthoven; CBS, Voorburg; RIZA, Lelystad; EC-LNV, Den Haag; SenterNovem, Utrecht en TNO-MEP, Apeldoorn. Nieuwe emissiecijfers kunnen in oktober 2007 in detail worden opgevraagd. Verder is via deze site informatie beschikbaar over de methodieken voor het bepalen van emissiecijfers en informatie over wijzigingen in methodieken.
  • Ministerie van VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4). Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid.
  • MNP (2007). Realisatie Milieudoelen. Voortgangsrapport 2007. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verzuring en grootschalige luchtverontreiniging: emissies 1990-2006 (indicator 0183, versie 10,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.