Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De Europese Unie heeft voor de bescherming van de menselijke gezondheid en van de natuur normen voor de concentraties van stoffen in de buitenlucht (luchtkwaliteit) vastgesteld. Dit is gebeurd in de vorm van de Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit uit 1996, gevolgd door een viertal dochterrichtlijnen uit respectievelijk 1999, 2000, 2002, en 2004. De EU-regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit zal begin 2008 overigens worden gewijzigd.

Nieuwe Europese luchtkwaliteitsrichtlijn

De belangrijkste elementen uit de nieuwe luchtkwaliteitsrichtlijn zijn:

  • de bestaande wetgeving zal grotendeels worden samengevoegd in één richtlijn;
  • de bestaande normen blijven van kracht. Er komen nieuwe normen en meetverplichtingen voor de fijnere fractie van fijn stof, PM2.5;
  • de nieuwe richtlijn geeft de mogelijkheid om later te voldoen aan grenswaarden als een lidstaat aannemelijk maakt dat na afloop van de uitsteltermijn wel wordt voldaan aan de grenswaarden. Voor fijn stof (PM10) is uitstel mogelijk tot 2011 en voor stikstofdioxide (NO2) tot 2015. Deze mogelijkheid tot uitstel is een versoepeling ten opzichte van de oorspronkelijke richtlijnen;
  • de nieuwe richtlijn regelt expliciet de aftrek van fijn stof afkomstig van natuurlijke bronnen bij het vaststellen van overschrijdingingssituaties. Sinds 2005 wordt in Nederland de bijdrage van zeezout ook al buiten beschouwing gelaten bij het vaststellen van overschrijdingen van de grenswaarden voor PM10 op basis van de eerdere richtlijnen;
  • in de nieuwe richtlijn is een artikel opgenomen over waar de normen ter bescherming van de volksgezondheid moeten worden gehandhaafd. Handhaving hoeft niet op plaatsen waar toegang voor het publiek verboden is en geen permanente bewoning is;

Overzicht luchtkwaliteitsregelgeving

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste luchtkwaliteitsnormen uit de huidige EU-wetgeving. In de tabel is aangegeven of de norm gericht is op bescherming van de gezondheid van mensen of op bescherming van de natuur. Ook de juridische status van de norm is aangegeven. Voor grenswaarden geldt een resultaatverplichting om eraan te voldoen, voor streefwaarden geldt alleen een inspanningsverplichting. In de tabel staan ook links naar webpagina's in het Milieu-en Natuurcompendium met actuele cijfers over de luchtkwaliteit voor de betreffende stof. Ontbreekt een link dan zijn er in geen gegevens opgenomen.

 
StofGericht opNormNiveauStatus 1)
     
1e dochterrichtlijn   
     
Zwaveldioxide
(SO2)
mensdaggemiddelde; overschrijding is toegestaan op niet meer dan 3 dagen per jaar.125 µg/m3grenswaarde
 mensuurgemiddelde; overschrijding is toegestaan op niet meer dan 24 uur per jaar.350 µg/m3grenswaarde
 mensuurgemiddelde; waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km2.500 µg/m3alarmdrempel
 natuur Zwaveldioxide in lucht, 1990-2018 20 µg/m3grenswaarde
     
Stikstofdioxide
(NO2)
mensStikstofdioxide in lucht, 1992-2022 40 µg/m3grenswaarde
geldig vanaf 2010
 mensStikstofdioxide in lucht, 1992-2022 44 µg/m3plandrempel voor 2008
 mensNO2-piekconcentraties in Nederland, 1986-2002200 µg/m3grenswaarde
geldig vanaf 2010
 mensNO2-piekconcentraties in Nederland, 1986-2002220 µg/m3plandrempel voor 2008
 mensuurgemiddelde; waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km2.400 µg/m3alarmdrempel
     
Stikstofoxiden
(NOx)
natuurStikstofoxiden in lucht, 1992-2020 30 µg/m3grenswaarde
     
Fijn stof
(PM10)
mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-2012 40 µg/m3grenswaarde
 mensFijn stof (PM10) in lucht, 1992-2020 50 µg/m3grenswaarde
     
Lood
(Pb)
mensZware metalen in lucht, 1994-2019 0,5 µg/m3grenswaarde
     
     
2e dochterrichtlijn   
     
Benzeen
(C6H6)
mensBenzeen in lucht, 1995-2020 5 µg/m3grenswaarde
vanaf 2010
 mensStikstofdioxide in lucht, 1992-2022 7 µg/m3plandrempel voor 2008
     
     
Koolmonoxide
(CO)
mens99.9-percentiel van
uurgemiddelden
40.000 µg/m3grenswaarde
geldig vanaf 2005
 mensKoolmonoxide in lucht, 1990-202110.000 µg/m3 
     
     
3e dochterrichtlijn   
     
Ozon
(O3)
mensOzon in lucht en volksgezondheid, 1990-2021.120 µg/m3streefwaarde
 mensuurgemiddelde180 µg/m3informatiedrempel
 mensuurgemiddelde; waargenomen gedurende drie opeenvolgende uren in een gebied van minimaal 100 km2.240 µg/m3alarmdrempel
 natuurOzon in lucht en vegetatie, 1990-2021 2) streefwaarde
     
     
4e dochterrichtlijn   
     
Arseen
(As)
mensZware metalen in lucht, 1994-20196 ng/m3streefwaarde
geldig vanaf 2013
     
Cadmium
(Cd)
mensZware metalen in lucht, 1994-20195 ng/m3streefwaarde
geldig vanaf 2013)
     
Nikkel
(Ni)
mensjaargemiddelde20 ng/m3streefwaarde
geldig vanaf 2013)
     
Benzo[a]pyreen
(B[a]P)
mensBenzo[a]pyreen in lucht, 1990-20191 ng/m3streefwaarde
geldig vanaf 2013)
     
Bron: Staatsblad, 2001; EU, 2000, 2002, 2005.
1) Het Jaaroverzicht Luchtkwaliteit 2003-2006 geeft een uitgebreide uitleg over de status en betekenis van drempelwaarde, streefwaarde, plandrempel, informatiedrempel, alarmdrempel en grenswaarde. 2) Zie de tekstbox 'Toelichting ozonnormen' hieronder.

Normen voor de bescherming van mens en natuur

Om de volksgezondheid en de natuur te beschermen zijn door de Europese Unie (EU) normen voor de concentraties van stoffen in de buitenlucht (luchtkwaliteit) vastgesteld. De EU maakt onderscheid tussen normen voor langdurige blootstelling en normen voor kortdurende blootstelling aan hoge concentraties.
Normen voor langdurige blootstelling. Ter bescherming tegen chronische effecten door langdurige blootstelling aan stoffen in de lucht gelden grenswaarden voor jaargemiddelde concentraties. Uitzondering is de nieuwe Europese norm voor blootstelling van natuur aan ozon: de AOT40. Zie voor een uitleg van AOT 40 de tekstbox 'toelichting ozonnormen'.
Normen voor kortdurende blootstelling aan hoge concentraties. Ter bescherming tegen acute effecten door kortdurende blootstelling aan hoge concentraties van stoffen in lucht gelden normen die betrekking hebben op grootheden als een uurgemiddelde, een daggemiddelde of een piekwaarde van de reeks waarmeningen over een jaar.

Stand van zaken implementatie Europese normen in de Nederlandse regelgeving

In 1996 is de EU-kaderrichtlijn luchtkwaliteit van kracht geworden. Voor 13 verschillende stoffen is de normstelling nader uitgewerkt in vier zogenaamde dochterrichtlijnen. In deze dochterrichtlijnen staat per stof het tijdstip waarop nieuwe normen van kracht zijn.

  • De eerste dochterrichtlijn uit 1999 gaat over zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden (NOx), zwevende deeltjes (PM10) en lood (Pb).
  • De tweede dochterrichtlijn uit 2000 gaat over koolmonoxide (CO) en benzeen (C6H6).
  • De derde dochterrichtlijn uit 2002 gaat over ozon (O3).
  • De vierde dochterrichtlijn gaat over arseen (As), cadmium (Cd), kwik (Hg), nikkel (Ni) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).
  • In de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), die eind 2006 door de Tweede Kamer is aangenomen, zullen bovenstaande richtlijnen geïmplementeerd worden in de Nederlandse wetgeving. De Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) moet nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd alvorens in werking te kunnen treden. Op dat moment zullen ook het Besluit luchtkwaliteit 2005, het besluit uitvoering EG-ozonrichtlijn, het besluit uitvoering EG-kaderrichtlijn luchtkwaliteit en de regeling luchtkwaliteit ozon worden ingetrokken (dit is de huidige implementatie van EU-luchtkwaliteitsrichtlijnen in de Nederlandse wetgeving).
  • Overigens wordt momenteel de EU-luchtkwaliteitsregelgeving herzien. Naar verwachting zal eind 2007 een nieuwe EU-luchtkwaliteitsrichtlijn worden aangenomen. Nieuw daarin is dat onder voorwaarden met enkele jaren uitstel mag worden voldaan aan de normen. Er zal ook een nieuwe grenswaarde worden opgenomen voor PM2.5. Als de nieuwe EU-luchtkwaliteitsrichtlijn van kracht wordt zal de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) worden aangepast om de nieuwe richtlijn te implementeren in de Nederlandse wetgeving.
Toelichting ozonnormen  
Norm voor volksgezondheid Norm voor natuur
De Europese norm voor blootstelling van de bevolking aan hoge ozonconcentraties betreft een streefwaarde van 120 µg/m3 voor de hoogste 8-uursgemiddelde ozonconcentratie per dag. Deze streefwaarde mag in 2010 op niet meer dan 25 dagen per kalenderjaar worden overschreden, gemiddeld over drie jaar. Middeling vindt plaats over het betreffende jaar en de twee voorafgaande jaren.

Het hoogste 8-uursgemiddelde van de ozonconcentratie van een dag wordt bepaald door onderzoek van de voortschrijdende gemiddelden over perioden van acht uur, die uit uurwaarden berekend en ieder uur bijgewerkt worden. Elk aldus berekend gemiddelde over acht uur geldt voor de dag waarop de periode van acht uur eindigt, dat wil zeggen dat de eerste berekeningsperiode voor een bepaalde dag loopt van 17.00 uur op de dag daarvoor tot 01.00 uur op die dag, en de laatste berekeningsperiode van 16.00 uur tot 24.00 uur.
 De AOT40 (Accumulated Ozone exposure over a Threshold of 40 ppb) is een voor de natuur relevante maat om ozonconcentraties in uit te drukken. De AOT40 houdt rekening met zowel de mate van overschrijding van de drempelwaarde van 80 µg/m3 (= 40 ppb bij 20°C en 1,105 hPa) als met de tijdsduur van die overschrijding. De berekening van deze norm vindt alleen plaats in de drie zomermaanden mei - juli, van 08:00h tot 20:00h (Midden Europese Tijd).

Voor bescherming van de vegetatie is een streefwaarde vastgesteld van 18.000 (µg/m3) x uur, gemiddeld over 5 jaar. Middeling vindt plaats over het betreffende jaar en de vier voorafgaande jaren. Er is een langetermijn-doelstelling vastgesteld van 6.000 (µg/m3) x uur.

Stand van zaken implementatie Europese normen in de Nederlandse regelgeving

Op dit moment geldt nog de EU-kaderrichtlijn luchtkwaliteit uit 1996, en de vier dochterrichtlijnen waarin voor 13 verschillende stoffen is de normstelling nader uitgewerkt. In deze dochterrichtlijnen staat per stof het tijdstip waarop nieuwe normen van kracht zijn.

  • De eerste dochterrichtlijn uit 1999 gaat over zwaveldioxide (SO2), stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden (NOx), zwevende deeltjes (PM10) en lood (Pb).
  • De tweede dochterrichtlijn uit 2000 gaat over koolmonoxide (CO) en benzeen (C6H6).
  • De derde dochterrichtlijn uit 2002 gaat over ozon (O3).
  • De vierde dochterrichtlijn gaat over arseen (As), cadmium (Cd), kwik (Hg), nikkel (Ni) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK).
  • Deze normen zijn via de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving.
  • Begin 2008 zal de nieuwe EU-luchtkwaliteitsrichtlijn in werking treden. Alle bestaande normen blijven onverminderd van kracht. Maar er mag wel onder voorwaarden, later worden voldaan aan de grenswaarden. Ook zullen nieuwe grenswaarden worden opgenomen voor PM2.5. Een overzicht daarvan staat in onderstaande tabel. Als de nieuwe EU-luchtkwaliteitsrichtlijn van kracht wordt, zal de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) worden aangepast om de nieuwe richtlijn te implementeren in de Nederlandse wetgeving.
StofGericht opNormNiveauStatus 1)
     
Fijnere fractie van
fijn stof (PM2,5)
mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-201225 µg/m3Grenswaarde, geldig vanaf 2015
 mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-201220 µg/m3Grenswaarde, geldig vanaf 2015. Alleen geldig als gemiddelde voor de stadsachtergrond (de zogenoemde blootstellingsconcentratieverplichting BCV)1)
 mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-201225 µg/m3Streefwaarde, geldig vanaf 2010
 mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-201220 µg/m3Streefwaarde, geldig vanaf 2020
     
 mensFijn stof in lucht, jaargemiddelde, 1992-2012-15% / -20%Streefwaarde voor een procentuele daling van de gemiddelde stadsachtergrondconcentratie (de zogenoemde blootstellings-verminderingsdoelstelling, BVD)2)
     
1) De Blootstellingsconcentratieverplichting (BCV, of Exposure Concentration Obligation, ECO) is een grenswaarde die geldt voor de gemiddelde PM2.5-stadsachtergrondconcentratie. De gemiddelde PM2.5-stadsachtergrondconcentratie wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde blootstellingsindex (GBI) voor 2015. De gemiddelde blootstellingsindex (GBI, of average exposure index, AEI) wordt gebaseerd op een gemiddelde van metingen op stedelijke achtergrondlocaties en wordt bepaald als voortschrijdend driejaarsjaargemiddelde over de voorafgaande jaren. Zo wordt de GBI voor 2015 dus bepaald als gemiddelde over de jaren 2013 tot en met 2015 2) De hoogte van de blootstellingsverminderingdoelstelling (BVD, of Exposure Reduction Target, ERT) is momenteel nog niet bekend. Een BVD van 15% geldt bij een GBI tussen 13 en 18 µg/m3 in 2010. Als de GBI 18 µg/m3 of hoger is in 2010 geldt een BVD van 20%. De GBI in 2010 wordt bepaald als drie-jaars voortschrijdend gemiddelde over de periode 2008-2010, of, als PM2.5-metingen over 2008 niet beschikbaar zijn, als gemiddelde over 2009-2010 of 2009-2011.


Nieuw is de aanpak voor PM2.5 om de gemiddelde stadsachtergrondconcentratie te reguleren via de zogenoemde blootstellingsconcentratieverplichting (BCV). De BVC is een grenswaarde waaraan vanaf 2015 moet worden voldaan. Daarnaast wil de EU de gemiddelde stadsachtergrondconcentratie verminderen. Dit gebeurt via de blootstellingsverminderingsdoelstelling (BVD). De BVD heeft de status van een streefwaarde.
Deze aanpak is gericht op het terugdringen van de blootstelling van mensen aan fijn stof in de gehele stedelijke leefomgeving in plaats van het beperken van hoge concentraties alleen langs bijvoorbeeld straten en wegen. In 2013 zal de Europese Commissie de streefwaarden evalueren en mogelijk omzetten in juridisch bindende grenswaarden.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
10
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Nationale luchtkwaliteit: overzicht normen (indicator 0237, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.