Geluidbelast oppervlak en geluidbelaste woningen, 2002

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Bij ongeveer driekwart van de woningen in Nederland is de geluidbelasting hoger dan 50 dB(A), de norm voor geluidbelasting bij nieuwbouwwoningen.

Geluidbelasting bij driekwart van de woningen hoger dan 50 dB(A)

Ruim eenderde van het oppervlak en circa driekwart van de woningen in Nederland ondervindt een gecumuleerde geluidbelasting door weg-, rail- en vliegverkeer van meer dan 50 dB(A). Het wegverkeer is hiervan de belangrijkste veroorzaker.

Geluid kan naast hinder ook leiden tot gezondheidsklachten.

Huidig beleid vastgelegd in de Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder uit 1979 is het huidige beleid (TK, 1979). In de Wet geluidhinder gelden verschillende grenswaarden voor het geluid van weg- en railverkeer. Voor het geluid van het verkeer op rijkswegen geldt een grenswaarde van 65 dB(A) op de gevel van bestaande woningen. Als kwaliteitsdoelstelling bij nieuwe woningbouw wordt 50dB(A) gebruikt

Aanpassing Wet geluidhinder in 2004

In 2001 is een nieuw wetsvoorstel MIG (Modernisering Instrumentarium Geluidbeleid) ingediend. Dit voorstel is verworpen. Om MIG uit te voeren zou het kabinet hoge kosten moeten maken voor geluidwerende maatregelen, zo'n 2 miljard euro. Met dit bedrag was bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden. Daarop is besloten de huidige Wet geluidhinder stapsgewijs aan te passen, zodat de basiselementen uit het MIG toch ingevoerd worden.Momenteel is een wijziging van de Wet Geluidhinder in voorbereiding. Deze wijziging zal begin 2004 aan de Raad van State voor advies worden aangeboden en in de loop van 2004 doorgevoerd worden. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op:

  • Mandatering van de hogere waarde procedure aan de gemeenteraad. Gemeenten en provincies kunnen hierdoor gemakkelijker lokaal maatwerk leveren via een minder zware procedure (deregulering);
  • Afwijken van de maximale grenswaarden kan onder bepaalde voorwaarden. Tegenover een hoge geluidbelasting moet dan voldoende compensatie op ander gebied staan.
  • Aanpassing vanwege de invoering van de Europese richtlijn voor omgevingsgeluid (EU, 2002). Deze verplicht de Europese lidstaten uiterlijk in 2007 gegevens over geluidbelasting in de vorm van geluidkaarten openbaar te maken. Belangrijke consequentie van deze aanpassing zal zijn, dat de huidige in Nederland gebruikte dosismaat Letmaal zal worden vervangen door de in Europa voorgeschreven Lden (day, evening, night). Laatstgenoemde nieuwe dosismaat valt steeds wat lager uit dan de huidige etmaalwaarde. De normen uit de huidige wetgeving zullen in dit kader worden aangepast.

Geluidhinder is subjectief

Geluidbelasting op woningen, als maat voor de blootstelling aan geluid in de woonomgeving en geluidhinder, kunnen niet zonder meer in elkaar worden vertaald. Uit hinderenquêtes blijkt dat bij gelijke (fysische) niveaus, vliegtuiggeluid als hinderlijker wordt ervaren dan het geluid van het wegverkeer. Het geluid van wegverkeer geldt weer als hinderlijker dan het geluid van het treinverkeer. De verklaring hiervoor is dat geluidhinder ook samenhangt met andere factoren dan het geluidsniveau waaraan mensen worden blootgesteld, zoals de houding tot bron, vertrouwen in de overheid en angst. Bovendien is geluidhinder sterk persoonsgebonden.

Bronnen

Relevante informatie

  • Dassen, A.G.M., J. Jabben en P.H.M. Jansen (2001). Uitbouw en optimalisatie van het Landelijk Beeld van Verstoring; Partiële validatie en gevoeligheidsanalyse. RIVM (rapportnr. 725 401 001), Bilthoven.
  • Flindell, H.J. en IJ. Wilter (1999). Non-acoustical factors in noise management at Heathrow Airport. Noise & Health, vol 3, 27-44.
  • Guski, R. (1999). Personal and social variables as co-determinant of noise annoyance. Noise & Health, vol 3, 44-56.
  • Job, Soames R.F. (1999). Noise sensitivity as a factor influencing human reactions to noise. Noise & Health, vol 3, 79-88.
  • Jong, R.G. de, J.H.M. Steenbekkers en H. Vos (2000). Hinder en andere zelfgerapporteerde effecten van milieuverontreiniging in Nederland, Inventarisatie Verstoringen 1998. TNO-PG, Delft.
  • Stallen, P.J.M. (1999). A theoretical framework for environmental noise annoyance. Noise & Health, vol 3, 69-79.
  • Tweede Kamer (1998). Modernisering Instrumentarium Geleidbeleid (MIG), Tweede Kamer, 26057-1, vergaderjaar 1997-1998.
  • VROM (1997). Naar een landelijk beeld van verstoring. Publicatiereeks verstoring 1997-2. Ministerie van VROM, Den Haag.
  • Woudenberg, F., R. Slob en M.G. Elsman (2001). Belasting en beleving -de rol van non-akoestische factoren. GGD Rotterdam, Rotterdam.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Geluidbelast oppervlak en geluidbelaste woningen, 2002 (indicator 0295, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.