Niet-ioniserende straling: bronnen, effecten en beleid

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Niet-ioniserende straling bestaat uit elektromagnetische (EM) golven met lage energie. Naast Ultraviolette (UV)-straling, vallen ook de EM-velden bij hoogspanningslijnen, mobiele telefoons, elektrische apparaten en radio en TV eronder. UV-straling kan huidkanker en staar veroorzaken. Over schadelijke effecten van de EM-velden bestaat nog geen duidelijkheid.

Er zijn verschillende soorten niet-ioniserende straling

Niet-ioniserende straling omvat een breed scala stralingstypen met sterk uiteenlopende eigenschappen. In het Milieucompendium wordt ingegaan op ultraviolette straling en elektromagnetische velden. Deze EM-velden worden onderverdeeld in extreem-laagfrequente (ELF)- velden en radiofrequente (RF)-velden.

Type straling Bronnen
   
Extreem laagfrequente EM-velden (ELF) van 50 Hz ELF velden ontstaan bij transport en distributie van elektriciteit en bij gebruik van elektrische apparaten. Deze ELF-velden komen voor rond alledaagse zaken zoals hoogspanningslijnen, scheerapparaten, stofzuigers en boormachines.
Radiofrequente EM-velden (RF, 300 Hz tot 300 GHz) of radiogolven Deze komen voor rond mobiele telefoons, de bijbehorende basisstations, radio- en TV-zendmasten, anti-diefstalpoortjes, radarinstallaties en in sommige huishoudelijke apparaten zoals magnetrons.
UV-straling De zon is de belangrijkste bron van UV-straling. De hoeveelheid UV-straling buiten is afhankelijk van het seizoen, het tijdstip op de dag, de aanwezigheid van bewolking en de dikte van de ozonlaag. De persoonlijke blootstelling wordt beïnvloed door deze omgevingsfactoren en door het gedrag. UV-straling in Nederland, 1980-2022

Extreem laagfrequente EM-velden

Effecten

Het directe effect van blootstelling aan deze velden is de opwekking van elektrische stroompjes in het lichaam. De huidige blootstellingslimieten zijn gebaseerd op korte-termijneffecten en beogen het optreden van onder meer hartritmestoornissen te voorkomen (Gezondheidsraad, 2000). In buitenlands bevolkingsonderzoek is een verband gevonden tussen het wonen in de buurt van hoogspanningslijnen en het optreden van leukemie bij kinderen. Een mogelijk verhoogd risico zou optreden bij blootstelling aan magnetische velden met een veldsterkte boven ongeveer 0,4 microtesla. Een oorzakelijk verband is echter niet vastgesteld. Als dit verband ook in Nederland aanwezig is, zou maximaal 0,5 van de jaarlijks circa 110 nieuwe gevallen van leukemie bij kinderen hierdoor verklaard kunnen worden (Van der Plas et al., 2001 en Pruppers, 2003).

Beleid

Momenteel voert de Nederlandse overheid geen restrictief beleid met betrekking tot wonen in de buurt van hoogspanningslijnen. Wel laat de rijksoverheid op basis van het voorzorgprincipe onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de blootstelling aan deze magnetische velden terug te dringen (VROM 2001; Stuurman en Van Wolven, 2002; Kelfkens et al. 2003).

Radiofrequente EM-velden

Effecten

Over mogelijk schadelijke effecten van blootstelling aan radiofrequente EM-velden bestaat momenteel geen duidelijkheid. De toenemende blootstelling door elektrische apparaten, mobiele telefonie, radio en TV, in combinatie met de wetenschappelijke onduidelijkheid, heeft wel geleid tot bezorgdheid over eventuele gezondheidsrisico's.Bij langdurige blootstelling en bij voldoende hoge sterkte van de velden kan een verhoging van de lichaamstemperatuur optreden. De huidige blootstellingslimieten beogen een temperatuurstijging met meer dan 1 graad Celsius te voorkomen. Een mogelijk verband tussen blootstelling aan RF-velden en gezondheidseffecten als slapeloosheid, hoofdpijn, geheugenverlies of gedragsstoornissen is niet ondubbelzinnig aangetoond. Er zijn te weinig onderzoeken naar langetermijneffecten zoals het ontstaan van hersentumoren bij gebruik van mobiele telefoons, om definitieve conclusies te kunnen trekken. Gelet op de beperkt aanwezige kennis heeft de Engelse Independent Expert Group on Mobile Phones aanbevolen uit te gaan van het voorzorgprincipe totdat meer solide kennis over eventuele gezondheidseffecten beschikbaar is. Zij is van mening dat gebruik van mobiele telefoons door kinderen ontmoedigd zou moeten worden (IEGMP, 2000).

Beleid

In Nederland is het beleid met betrekking tot de plaatsing van antennes vastgelegd in het Nationaal Antennebeleid (NAB, 2000). Dit beleid is verder uitgewerkt in een convenant tussen de rijksoverheid, de gemeenten en de aanbieders van mobiele telefonie. Uitgangspunt zijn de blootstellingslimieten in de EU-aanbeveling voor de beperking van blootstelling van de bevolking aan EM-velden (EU, 1999). Het streven is om de afspraken in het convenant in de toekomst in wet- en regelgeving vast te leggen.

UV-straling

Effecten

Door blootstelling aan UV-straling kunnen op de korte termijn verbranding, sneeuwblindheid en onderdrukking van het immuunsysteem optreden. Langdurige blootstelling kan leiden tot huidkanker en vertroebeling van de ooglens (staar). Daarnaast kan een toename in UV-straling tot nadelige ecologische effecten leiden. Door de verdunning van de ozonlaag, als gevolg van de uitstoot van CFK's, is de UV-jaardosis in Nederland en Europa de laatste decennia toegenomen. Deze toename zal op termijn tot een toename in het aantal gevallen van huidkanker leiden.

Beleid

Het Nederlandse volksgezondheidsbeleid is vooral gericht op preventie van blootstelling. Het gaat om algemene publieksvoorlichting over verantwoord gedrag in de zon en over het gebruik van antizonnebrandmiddelen. Met betrekking tot de bescherming van de ozonlaag zijn in 1987 mondiaal afspraken gemaakt over het terugdringen van het CFK-gebruik (UNEP, 1987-2000).

Bronnen

  • EU (1999). Raad van de Europese Gemeenschappen. Aanbeveling van de Raad van 12 juli 1999 betreffende de beperking van blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden van 0 Hz - 300 GHz. Publicatieblad Van De Europese Gemeenschappen; 1999/519/EG, 1999.
  • Gezondheidsraad (2000). Commissie ELF elektromagnetische velden. Blootstelling aan elektromagnetische velden (0 Hz - 10 MHz). Den Haag: Gezondheidsraad, 2000; 2000/6.
  • Kelfkens et al. (2003). Kelfkens, G., R.M.J. Pennders en M.J.M. Pruppers, Plannen voor nieuwbouwwoningen bij bovengrondse hoogspanningslijnen. RIVM, rapportnr. 610 150 004, Bilthoven, 2003
  • IEGMP (2000). Independent Expert Group on Mobile Phones. Mobile Phones and Health. NRPB, Chilton, Didcot, Oxon, 2000.
  • NAB (2000). Nota Nationaal Antennebeleid, Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, 27 561, nr. 2, Sdu Uitgevers, 's-Gravenhage, 2000.
  • Pruppers, M.J.M. (2003). Blootstelling aan extreem laag frequente lektromagnetische velden van hoogspanningslijnen - Herberekening naar aanleiding van het KEMA/RIVM-onderzoek naar de kosten en baten van maatregelen ter beperking van magnetische velden bij hoogspanningslijnen. RIVM Briefrapport 032/2003. RIVM Bilthoven, 2003
  • Stuurman, C.S. en Van Wolven J.F. (2002). Kostenanalyse van de technische maatregelen ter beperking magnetische velden nabij bovengrondse hoogspanningslijnen (vooronderzoek). KEMA T&D Consulting, rapportnr. 40130074-TDC 02-25766A, Arnhem 2002
  • UNEP (1987 - 2000). The Montreal Protocol on substances that deplete the ozonelayer (met amendementen).
  • Van der Plas, M. van der, D.J.M. Houthuijs, A. Dusseldorp, R.M.J. Pennders en M.J.M. Pruppers. (2001) Magnetische velden van hoogspanningslijnen en leukemie bij kinderen. RIVM rapportnr. 610 050 007, Bilthoven, 2001
  • VROM (2001). Nationaal Milieubeleidsplan 4. Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, Den Haag.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Niet-ioniserende straling: bronnen, effecten en beleid (indicator 0317, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.