Milieu-investeringen naar sector, 1990-2011

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2011 zijn de totale milieu-investeringen 19 procent lager dan in het topjaar 2007. Bedrijven investeerden in 2011 ruim een vijfde minder in het milieu en de milieu-investeringen in het verkeer daalden met ruim 30 procent. De milieu-investeringen van de overheid namen met 11 procent af.

Algemene ontwikkelingen

Strengere milieueisen hebben vooral in het midden van de jaren negentig geleid tot forse investeringen door waterschappen en afvalbedrijven in nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallaties en afvalverbrandingsinstallaties. Ook grote projecten binnen de chemie, openbare nutsbedrijven en raffinaderijen zorgden voor grote investeringsimpulsen.
In de periode na 2000 zijn er verschillen zichtbaar tussen de diverse bedrijfstakken. Zo zijn in de periode 2000-2005 de milieu-investeringen in de industrie gedaald terwijl die bij de openbare nutsbedrijven juist sterk zijn gestegen. De groei bij de gemeenten is vooral een gevolg van de renovatie van het rioolsysteem.

Piek milieu-investeringen in 2007

In 2007 is bijna 50 procent meer in milieumaatregelen geïnvesteerd dan in 2005. De grootste groei trad op bij de bedrijven, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, en het verkeer. Doordat in 2007 ook de bedrijven in de industrie weer meer investeerden in het milieu, zijn de totale milieu-investeringen van de bedrijven in 2007 bijna 80 procent hoger dan in 2005. Bij de landbouwbedrijven is de sterke stijging voor een belangrijk deel veroorzaakt door investeringen in milieuvriendelijke (Groen Label) kassen en ammoniakarme stallen. De stijging bij de investeringen in het verkeer is vooral te verklaren door de aanschaf van roetfilters en het voldoen van voertuigen aan de euro-4 norm.
In 2009 daalden de milieu-investeringen met 15 procent ten opzichte van 2007. Vooral door bedrijven en in het verkeer werd fors minder in het milieu geïnvesteerd. In 2011 volgde een beperkte verdere daling.

Lopende prijzen

Alle bedragen in deze indicator zijn uitgedrukt in lopende prijzen. Dit zijn de bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk zijn betaald. Voor meer informatie hierover lees de technische toelichting.

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer informatie over milieu-investeringen is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Milieu-investeringen naar sector
Omschrijving
Ontwikkeling van de investeringen door de Nederlandse samenleving in het milieu naar economische sector.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Het artikel Kosten en financiering van het milieubeheer (CBS, 2006) geeft een korte beschrijving van de onderzoeksmethode.
Milieu-investeringen zijn de extra investeringen in duurzame kapitaalgoederen waarmee bescherming, herstel of verbetering van het milieu wordt beoogd.
Tot en met 1998 zijn alleen de niet-rendabele milieuvoorzieningen als milieu-investering waargenomen. Vanaf 1999 wordt ook een deel van de rendabele milieuvoorzieningen meegenomen in de cijfers. Uitgesloten blijven echter de zeer rendabele milieuvoorzieningen: dat zijn die milieu-investeringen die zichzelf binnen drie jaar terugverdienen.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
- milieukosten per compartiment (water, lucht, bodem, afval, geluid en algemeen);
- milieukosten per kostenpost (personeelskosten, goederen en diensten, kapitaallasten, opbrengsten en besparingen) en per activiteit (bestuurlijke activiteiten, milieuonderzoek, inzameling afval en afvalwater, preventie en behandeling);
- betaalde milieuoverdrachten per economische sector.
Verschijningsfrequentie
Tweejaarlijks in de oneven jaren
Achtergrondliteratuur
Kosten en financiering van het milieubeheer (CBS, 2006)
Opmerking
Bedragen in lopende prijzen
Met ingang van 2014 publiceert het CBS de gegevens over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten, milieuheffingen en milieubelastingen in lopende prijzen. Lopende prijzen wil zeggen dat het gaat om bedragen die in de betreffende jaren daadwerkelijk betaald zijn. Met andere woorden, de bedragen zijn steeds weergegeven in het prijsniveau van het betreffende jaar, oftewel de bedragen zijn niet gecorrigeerd voor prijspeilontwikkelingen.

Toelichting prijspeilontwikkelingen
Diverse oorzaken dragen bij aan de ontwikkeling van het prijspeil. Zo treden er jaarlijks veranderingen op in het prijspeil door inflatie, tariefontwikkelingen en diverse andere prijsontwikkelingen die kunnen gelden voor bepaalde goederen, investeringsgoederen, belasting- en subsidieregelingen en bepaalde economische sectoren.
1. In het onderzoek Consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS de inflatie. Dit gebeurt op basis van de prijsontwikkeling in een selectie van consumptiegoederen in de winkel (het zogenaamde "boodschappenmandje").
2. Een voorbeeld van de invloed van tariefontwikkelingen op het prijspeil vinden we bij de (milieu)belastingen. Hier spelen de wijzigingen in de belastingtarieven een belangrijkere rol in de prijsontwikkeling dan de inflatie.
3. Een voorbeeld van een specifieke prijsontwikkeling bij bepaalde goederen vinden we bij computers. De prijsontwikkeling van computers in de afgelopen 25 jaar verloopt totaal anders dan de inflatie in die periode, gemeten volgens het CPI. Dit komt doordat computers begin jaren 90 nog schaars beschikbaar waren en nu inmiddels gemeengoed zijn geworden.

Wat laten de grafieken zien en wat niet?
Omdat de bedragen uitgedrukt zijn in lopende prijzen geven de grafieken in deze indicator niet meer dan alleen de waarde ontwikkeling weer. Anders gezegd, ze tonen alleen de ontwikkeling van de bedragen zoals die in de betreffende jaren zijn betaald.
De bedragen voor de diverse jaren zijn hierdoor beperkt met elkaar vergelijkbaar. Om een reële ontwikkeling te laten zien moeten de bedragen worden gecorrigeerd naar hetzelfde prijspeil. In een aantal indicatoren over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten, milieuheffingen en milieubelastingen heeft het CBS de laatste twee jaar een prijspeil correctie uitgevoerd op basis van de CPI. Vanaf 2014 voert het CBS deze correctie niet langer meer uit. Reden hiervoor is dat het vergelijkbaar maken van bedragen door ze alleen te corrigeren op basis van de CPI niet geheel juist of onvolledig is. Met behulp van de CPI worden bedragen immers alleen gecorrigeerd voor inflatie. In de praktijk wordt de prijsontwikkeling ook bepaald door een aantal andere factoren die los staan van de inflatie (zie hierboven).

Prijspeil gecorrigeerde bedragen vragen nader onderzoek
Het maken van een goede en reële prijscorrectie waarmee de bedragen voor de verschillende jaren op hetzelfde prijspeil worden gebracht vraagt aanvullend onderzoek. In een dergelijk onderzoek zou aansluiting gemaakt kunnen worden met de waarde, prijs en volume ontwikkeling in de Nationale Rekeningen van het CBS. Er moeten daarbij correcties uitgevoerd worden op de lopende prijzen van zowel goederengroepen, investeringen, belastingen, subsidies en sectoren.
Het CBS publiceert reeds enkele decennia cijfers over milieukosten, milieu-investeringen, netto milieulasten milieuheffingen en milieubelastingen in alleen lopende prijzen. Het berekenen van gecorrigeerde bedragen op basis van een bepaald prijspeil valt nu buiten de scope van het werk van het CBS aan de betreffende indicatoren voor het Compendium voor de Leefomgeving. Indien u voor onderzoek dergelijke gegevens toch nodig hebt, dan kunt u bij het CBS vragen naar de mogelijkheden.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Milieu-investeringen naar sector, 1990-2011 (indicator 0421, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.