Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), 1990-2004

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De emissie van broeikassen in de 15 EU-landen van voor de uitbreiding van de Europese Unie is in de periode 1990-2004 met 0,6 % afgenomen.

Ontwikkeling Europese broeikasgasemissies tussen 1990 - 2004

De emissie van broeikasgassen in de EU-15, dat is de Europese Unie van voor de uitbreiding, is in de periode 1990 - 2004 met 0,6 % afgenomen.

Voor de broeikasgassen koolstofdioxide (CO2), lachgas (N2O) en methaan (CH4) is het basisjaar 1990. Voor de fluorhoudende gassen (F-gassen) is het basisjaar 1995 voor alle lidstaten, behalve Oostenrijk en Frankrijk die 1990 als basisjaar hebben gekozen. Ten opzichte van de emissies in het basisjaar zijn de emissies in de EU-15 in 2004 0,9 % lager (EEA, 2006).

In de periode 1990 tot 2004 compenseerden de afname van de CH4-emissies (-26%) en van N2O (-18%) ruimschoots de toename van de CO2-emissies (+4,4%) en van de F-gassen (+19%).

De emissie van CO2, hier gepresenteerd zonder de emissies van verandering landgebruik en bos (LULUCF), draagt voor 83% bij aan de totale emissie van broeikasgassen in de EU-15 in 2004. De bijdragen van CH4 en N2O zijn beide circa 8,0% en de fluorhoudende broeikasgassen dragen 1,6% bij.

Ontwikkeling in de periode 2003 - 2004

In 2004 zijn de broeikasgasemissies in de EU-15 met 0,3 % toegenomen ten opzichte van 2003. Deze stijging komt onder andere door de toename van diesel gebruik in de transportsector. Deze toename werd maar deels gecompenseerd door een lager verbruik van benzine. Daarnaast zijn de CO2-emissies van de ijzer- en staalindustrie en van de raffinaderijen toegenomen en namen de HFK-emissies van koeling en airconditioning toe. Aan de andere kant was er een afname van de CO2-emissies van huishoudens, de dienstensector en elektriciteitsproductie, evenals een afname van CH4 emissies van stortplaatsen en kolenmijnen.

De emissies van broeikasgassen in Duitsland en Frankrijk zijn in 2004 met -0.9% afgenomen en 0.3% toegenomen en in het Verenigd Koninkrijk met 0.2 %. Deze drie landen hebben de grootste uitstoot in de EU15 met een gezamenlijk aandeel van 53% in 2004.

Beleid

De Europese Unie heeft in het Kyoto-protocol afgesproken om de emissie van broeikasgassen gemiddeld over alle EU-landen met 8% te reduceren in de periode 2008-2012 ten opzichte van 1990. In tegenstelling tot een jaar geleden lijkt de EU-15 het doel van het Kyoto-protocol in 2010 nu wel te gaan halen. Dit komt door twee belangrijke wijzigingen. In de eerste plaats wordt een lagere uitstoot van broeikasgassen door de EU-15 verwacht, doordat er extra maatregelen ingevoerd gaan worden. In de tweede plaats is de verwachting dat meer landen concrete stappen gaan nemen om emissierechten van buiten de EU aan te kopen. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat Nederland een groot deel aan buitenlandse reducties via de zogenaamde Kyoto-mechanismen wil aankopen.
De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en de fluorhoudende gassen zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto-protocol van de Verenigde Naties. Deze verdragen hebben als doel het vroegtijdig vermijden van menselijke beïnvloeding van het klimaat door het stabiliseren van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer. De waargenomen opwarming van de aarde over de afgelopen 50 jaar is waarschijnlijk grotendeels het gevolg van het door de mens veroorzaakte broeikaseffect.

Methodiek

De EU-15 landen leveren jaarlijks de landelijke emissie-inventarisatie aan bij de Europese Unie. De totale emissie van broeikasgassen is de directe som van de 15 landelijke inventarisaties.
De omvang van de broeikasgasemissies wordt vastgesteld volgens de voorschriften van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC, 1996 + revisies). De emissie van koolstofdioxide is de werkelijke jaarlijkse uitstoot - dus niet temperatuurgecorrigeerd - en is exclusief de vastlegging van koolstofdioxide in biomassagroei. Internationale emissies van lucht- en scheepsvaart worden door EU-landen ook gerapporteerd. Dit gebeurt weliswaar volgens de IPCC-richtlijn, maar dan als een aparte categorie die niet tot het EU totaal gerekend wordt.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
13
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
12
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), 1990-2004 (indicator 0434, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.