Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De netto kosten voor het beheer van natuur en landschap zijn tussen 2000 en 2007 ongeveer gelijk gebleven. Het overgrote deel van deze kosten wordt gefinancierd door de overheid, met name het Rijk.

  199920002001200320052007  
       TotaalBinnen Nederland besteedGeldstromen van en naar buitenland
          
Kostenmln euro      
Bruto kosten7499151 0009749559389380
w.o.verwerving natuurterreinen1232342281351421291290
 inrichting en beheer2993203753694284854850
 apparaatskosten2012242552992912322320
Opbrengsten444749577480800
Netto kosten7058689519178818588580
          
Specificatie netto kosten naar sector
Rijk2633254014153993213210
Provincies58666871851461460
Landbouw303539555351510
Natuurbeschermingsorganisaties2533373352792512562560
Overige sectoren 1)101105108979384840
          
Netto lasten
Totaal7058689519171 2271 290910 380
Overheid4925976857131 0241 050.383
w.o.Rijk422496582577854945..
Particulieren 2)921521468768103.37
Huishoudens120116117117135136..
Onverdeeld24311415..
         
Subsidie Europese Unie      n.v.t.-40
  
Bron: CBS (2009a).CBS/CLO/feb10/0519
1) Gemeenten, waterschappen, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw.
2) Landbouw, delfstoffenwinning, industrie, nutsbedrijven, particuliere bosbouw, natuurbeschermingsorganisaties.
NB. Netto lasten vanaf 2005 inclusief geldstromen van en naar het buitenland. De gegevens zijn hierdoor minder vergelijkbaar met de jaren ervoor.

Uitgaven voor natuur en landschap blijven ongeveer gelijk

De netto kosten voor natuur- en landschapsbeheer zijn tussen 2000 en 2007 ongeveer gelijk gebleven. De kosten die voor rekening van de overheid komen, liggen sinds 2001 vrijwel vast op een bedrag net boven de 500 miljoen euro. Ook de kosten van het bedrijfsleven en particuliere natuurbeschermingsorganisaties (NBO's) zijn sinds 2003 nauwelijks veranderd en liggen rond de 400 miljoen euro.
De activiteiten van de particuliere natuurbeschermingsorganisaties worden in belangrijke mate mogelijk gemaakt door bijdragen van huishoudens. In 2007 ging het om 136 miljoen euro. Dit bedrag komt onder andere uit contributies, giften, nalatenschappen en bijdragen uit loterijen.

Verwerving, inrichting en beheer natuurterreinen

Sinds 1990 wordt gewerkt aan het tot stand komen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een aaneengesloten netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Het is de bedoeling dat de EHS in 2018 is gerealiseerd.
Ruim de helft van de bruto kosten voor natuur- en landschapsbeheer wordt besteed aan grondverwerving in het kader van de EHS, en de inrichting en het beheer van natuurterreinen (65 procent in 2007). Daarnaast wordt ongeveer een kwart uitgegeven aan apparaatskosten (kosten voor personen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het doen functioneren van een instelling of het verrichten van een taak). Ten slotte wordt er ook geld aan uitgegeven aan educatie, voorlichting en onderzoek op het gebied van natuur- en landschapsbeheer.

  • [dossier=nl0029]

Bronnen

Relevante informatie

  • Meer gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer
Omschrijving
Tijdreeks met gegevens over bruto kosten, netto kosten en netto lasten van het natuur- en landschapsbeheer. Vanaf 2005 inclusief geldstromen van en naar het buitenland.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Het artikel Kosten en financiering van het natuur en landschapsbeheer (CBS, 2006) geeft een korte methodebeschrijving van het onderzoek.

De uitgaven voor de verwerving, inrichting en het beheer van natuurterreinen worden als jaarlijkse kosten weergegeven. De reden hiervoor is dat er wordt uitgegaan van de manier waarop het Rijk haar uitgaven verantwoordt: bij de rijksoverheid worden de totale uitgaven in een bepaald jaar verantwoord als kosten. Hierbij wordt een bepaalde investering in één keer als totaal afgeschreven. De kosten worden dus niet - zoals gebruikelijk - over meerdere jaren verdeeld op basis van de te verwachten economische levensduur.
Naast de kosten voor natuur- en landschapsactiviteiten binnen Nederland zijn in 2005 voor het eerst de in- en uitgaande geldstromen geanalyseerd naar het buitenland. Door het toevoegen van deze geldstromen is de analyse vollediger geworden. De in- en uitgaande geldstromen naar het buitenland komen tot uitdrukking in de netto lasten (financiering). Het verschil tussen de totale netto lasten en de totale netto kosten is de netto geldstroom naar het buitenland. Voor de periode tot en met 2003 zijn de netto lasten gelijk aan de totale netto kosten van de eigen activiteiten van alle sectoren. Door het toevoegen van de geldstromen van en naar het buitenland zijn de gegevens over de netto lasten minder goed vergelijkbaar geworden met voorgaande jaren. De gegevens over de netto kosten in 2005 blijven wel vergelijkbaar met die van de jaren ervoor. Voor de analyse is onder andere gebruik gemaakt van Bogaardt en Verhoog (2005) en Gaaff en Verburg (2007).

In de databank StatLine publiceert het CBS naast een tabel Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer met gegevens vanaf 1999 (CBS, 2007a) ook een tabel met gegevens over de kosten en financiering van het natuur- en landschapsbeheer voor de periode 1985-1997 (CBS, 2003). De cijfers uit de laatstgenoemde tabel sluiten niet (helemaal) aan op de hier gepresenteerde gegevens. Een belangrijk verschil betreft de overdrachten van de huishoudens aan overige natuurbeschermingsorganisaties. Deze overdrachten zijn vanaf 1999 toegevoegd aan de al opgenomen overdrachten die worden verkregen via het Rijk en de provincies. De eigen kosten van deze organisaties zijn met eenzelfde bedrag verhoogd.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Tweejaarlijks in de oneven jaren
Betrouwbaarheidscodering
C (schatting gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd)

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Kosten en financiering natuur- en landschapsbeheer, 1999-2007 (indicator 0519, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.