Recreatiedruk per provincie, 2001-2016

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet langer bijgehouden.

Dagrecreatie en toerisme geven een verhoogde druk op de natuur en het milieu. De recreatiedruk verschilt sterk per provincie. De druk door dagrecreatie is het hoogst in Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland. In Noord-Holland en Limburg is de druk door verblijfsrecreatie het hoogst.

Dagrecreatie; aantal dagtochten

In 2006 / 2007 maakten Nederlanders 887,3 miljoen dagtochten in eigen land en 19,4 miljoen dagtochten naar het buitenland. Dit zijn er 74,5, respectievelijk 0,4 miljoen minder dan in 2001 / 2002 (CBS, 2008a).
Populaire bestemmingen liggen in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Noord-Brabant en Gelderland (respectievelijk 21, 18, 15 en 11 procent van de dagtochten). De meeste dagtochten worden gemaakt voor het beoefenen van sport en sportieve recreatie (28 procent van de dagtochten; o.a. wandelen, fietsen, hardlopen en trimmen). Daarnaast is uitgaan een belangrijke reden voor het maken van een dagtocht (24 procent van de dagtochten). Voor 58 procent van de dagtochten is de auto gebruikt.

Recreatiedruk door dagrecreatie

De recreatiedruk door dagrecreatie (uitgedrukt als het aantal dagtochten per dag en per km2) is in 2006 / 2007 het hoogst in Zuid-Holland, gevolgd door Utrecht, Noord-Holland, Limburg en Noord-Brabant. Qua bevolkingsdichtheid zijn dit ook de meest dicht bevolkte provincies. De recreatiedruk door dagrecreatie is in alle provincies aanzienlijk hoger dan de recreatiedruk door toerisme.

Verblijfsrecreatie; aantal overnachtingen

In 2016 waren er 131,4 miljoen overnachtingen door verblijfsrecreanten in Nederland, waarvan 91,8 miljoen door Nederlanders (CBS, 2017c,d) en 39,6 miljoen door buitenlanders (CBS, 2017a). De meeste overnachtingen vonden plaats in Noord-Holland (20,4 procent), Gelderland (12,4 procent), Limburg (10,6 procent), Noord-Brabant (9,8 procent) en Zeeland (9,7 procent). Van de Nederlanders die hun vakantie in Nederland doorbrachten, gebruikte ongeveer 90 procent hiervoor de auto als belangrijkste vervoersmiddel.

Recreatiedruk door verblijfsrecreatie

De recreatiedruk door verblijfsrecreatie (uitgedrukt als het aantal overnachtingen per dag en per km2) is in 2016 het hoogst in Limburg en Noord-Holland, gevolgd door Drenthe, Zeeland en Gelderland. Er zijn grote verschillen tussen de diverse provincies in hoe de recreatiedruk door verblijfsrecreatie zich sinds 2001 ontwikkelt.

Relevantie

Recreatie is een belangrijke vorm van actief gebruik van de natuur door de mens. De invloed van recreatie op milieu en natuur is erg complex en hangt af van het type activiteit en de wijze van verplaatsing. Enkele directe negatieve gevolgen van recreatie voor natuur en milieu omvatten de verstoring van planten en dieren, de toename van verkeer en luchtverontreiniging door verplaatsing naar de recreatiebestemming en het ontstaan van zwerfafval. Daarnaast heeft recreatie ook indirecte negatieve gevolgen voor milieu en natuur zoals het ruimtegebruik door recreatieve voorzieningen en de toename van het verkeer om recreatieve voorzieningen te bevoorraden.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Recreatiedruk per provincie
Omschrijving
Ontwikkeling van de recreatiedruk per provincie door dagrecreatie en verblijfsrecreatie. De recreatiedruk door dagrecreatie is gedefinieerd als het aantal dagtochten per dag per km2; de recreatiedruk door verblijfsrecreatie als het aantal overnachtingen per dag per km2.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De recreatiedruk is berekend als het aantal dagtochten per dag en per km2 (voor dagrecreatie), resp. het aantal overnachtingen per dag en per km2 (voor verblijfsrecreatie)(P. Laimer, 2016).
De gegevens over het aantal dagtochten komen uit het CBS-onderzoek Dagrecreatie (CBS, 2008a,b). Dit onderzoek is momenteel stopgezet. De gegevens 2006 / 2007 betreffen de meest recente onderzoeksperiode, die liep van 1 oktober 2006 tot 1 oktober 2007. In het onderzoek zijn alleen de dagtochten van Nederlanders geregistreerd. Onder een dagtocht wordt verstaan: een recreatieve activiteit waarvoor men ten minste twee uur van huis is (zonder dat daarbij een overnachting elders plaatsvindt, exclusief bezoeken aan familie of kennissen en exclusief dagtochten vanaf een vakantieadres). Iedere dagtocht staat voor één dagrecreant. Meer informatie over het onderzoek Dagrecreatie geeft de korte onderzoekbeschrijving Dagrecreatie (CBS, 2008c).
De gegevens over het aantal overnachtingen door buitenlanders zijn afkomstig uit het onderzoek Logiesaccommodaties (CBS, 2017a). Dit onderzoek geeft onder andere informatie over het aantal overnachtingen door buitenlanders in de volgende accommodatievormen: hotels, motels, pensions, appartementen met hoteldienstverlening, jeugdaccommodaties en bed & breakfasts (met ten minste vijf slaapplaatsen), huisjescomplexen en groepsaccommodaties (met minimaal tien slaapplaatsen), en kampeerterreinen (met tenminste vier toeristische standplaatsen). Meer informatie over het onderzoek Logiesaccommodaties geeft de korte onderzoekbeschrijving Logiesaccommodaties (CBS, 2013b). De gegevens over 2013 sluiten niet geheel aan bij de jaren ervoor. Tussen 2012 en 2013 is er sprake van een kleine trendbreuk waardoor conclusies over de ontwikkeling tussen beide jaren niet goed getrokken kunnen worden. Meer informatie over deze trendbreuk is eveneens te vinden in de korte onderzoekbeschrijving.

Ofschoon het onderzoek Logiesaccommodaties ook informatie geeft over het aantal overnachtingen door Nederlanders, is er voor de gegevens over het aantal overnachtingen door Nederlanders gekozen voor de informatie uit het Continu Vakantie Onderzoek (CBS, 2017c,d). Het Continu Vakantie Onderzoek geeft een vollediger beeld van het aantal overnachtingen door Nederlanders dan het onderzoek Logiesaccommodaties. In het onderzoek zijn de volgende accommodatievormen opgenomen. Op basis van de gegevens over de gemiddelde vakantieduur en het aantal vakanties is het aantal overnachtingen berekend (aantal vakanties x gemiddelde vakantieduur -1 dag). Meer informatie over het Continu Vakantie Onderzoek geeft de korte onderzoekbeschrijving Continu Vakantie Onderzoek (CVO) (CBS, 2016a).
In de recreatiedruk door verblijfsrecreatie is de druk van Nederlanders volledig in de berekening meegenomen, maar die van de buitenlanders niet. Bij de berekening van de verblijfsrecreatie door buitenlanders wordt namelijk (1) bij logiesaccommodatie een ondergrens gebruikt (alles groter of gelijk aan vijf bedden voor hotels en twintig bedden of slaapplaatsen voor overige typen accommodaties) en (2) het bezoek aan tweede huizen en familie en vrienden niet meegeteld.
De gegevens over de totale oppervlakte per provincie zijn betrokken uit de CBS-Bodemstatistiek (CBS, 2017b). Het betreft de oppervlakten inclusief buitenwateren (Waddenzee, Oosterschelde, etc.). Het onderzoek Bodemgebruik vindt één maal per drie jaar plaats. Meer informatie over de Bodemstatistiek geeft de korte onderzoekbeschrijving Bodemgebruik (CBS, 2006).
Geografische verdeling
Nederland, per provincie.
Verschijningsfrequentie
Gegevens over dagrecreatie: stopgezet; gegevens over verblijfsrecreatie: jaarlijks.
Achtergrondliteratuur
Dagrecreatie (korte onderzoekbeschrijving) (CBS, 2008c).
Logiesaccommodaties (korte onderzoekbeschrijving) (CBS, 2013b).
Continu Vakantie Onderzoek (CVO) (korte onderzoekbeschrijving) (CBS, 2016a).
Laimer, P. (2016). Indicators measuring the sustainability of tourism; Austrian experiences.
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Recreatiedruk per provincie, 2001-2016 (indicator 0525, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.