Aantal soorten in Nederland, 2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Er zijn meer dan 35.000 soorten planten en dieren in Nederland, waaronder een aantal met internationale betekenis.

Het aantal soorten

In Nederland komen circa 25.000 diersoorten voor en meer dan 10.000 plantensoorten. Insecten vormen de grootste groep diersoorten, met vooral veel soorten kevers, vliegen, muggen, bijen, wespen en mieren. Andere soortenrijke diergroepen zijn nematoden (aaltjes), mijten en kreeftachtigen. Opvallende soortgroepen als vogels en zoogdieren hebben veel minder soorten. De grootste groep planten bestaat uit schimmels: paddestoelen en microfungi. Daarnaast zijn er veel groenwieren en zaadplanten. Behalve inheemse soorten zijn er bij diverse soortgroepen ook heel wat exoten bekend.

De internationale betekenis

Vooral bij dieren en dan met name bij vogels zijn er relatief veel soorten met een internationale betekenis. Voor dergelijke soorten levert Nederland dus een belangrijke bijdrage aan de internationale biodiversiteit. Daarnaast zijn er relatief veel soorten met internationale betekenis bij zoogdieren, vissen, reptielen en amfibieën en hogere planten. Opvallend is dat de soortenrijkste soortgroep, de insecten, nauwelijks soorten van internationaal belang bevat. Dat komt doordat bij insecten weinig bekend is over de internationale betekenis. Datzelfde geldt ook voor veel andere soortgroepen.

Bronnen

  • Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haveman, A.J.F.M. van Opstal en F.J. van Zadelhoff (2002). Handboek Natuurdoeltypen. Expertisecentrum LNV. Wageningen.
  • Beuk, P.L.Th. (ed.) (2002). Checklist of the Diptera of the Netherlands. KNNV uitgeverij, Utrecht.
  • Boer, P. (2003). De kale steekmier Myrmica lobicornis nieuw voor Nederland (Hymenoptera: Formicidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 19: 69-72.
  • CBS (2003). Biobase 2003. Register biodiversiteit. CBS. Voorburg/Heerlen.
  • Duuren, L. van (1989). Aantal plante- en diersoorten in Nederland. Kwartaalbericht Milieustatistieken 89 (4): 15-21.
  • Nieukerken, E.J. van en J. van Loon (1995). Biodiversiteit in Nederland. Nationaal Natuurhistorisch Museum. Leiden.
  • Scheller, U., M.P. Berg en M.G.M. Jansen (2004). Pauropoda (Myriapoda) a class new to the Dutch fauna with the description of a new species. Entomologische Berichten 64 (1). 3-9.
  • Spoek, G.L. (1975). De hooiwagens (Opilionida) van Nederland. Wetenschappelijke Mededelingen KNNV. 50: 1-32.
  • Vorst, O. red. (2010) Catalogus van de Nederlandse kevers (Coleoptera). Monografieën van de Nederlandse Entomologische Vereniging. No. 11. N.E.V., Amsterdam.
  • Wijnhoven, H. (2003). De hooiwagen Astrobunus laevipes nieuw voor Nederland (Opiliones: Phalangidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 19: 73-78.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aantal soorten in Nederland
Omschrijving
Per dier- en plantgroep het aantal soorten dat in Nederland voorkomt
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Het aantal inheemse soorten is ontleend aan Van Nieukerken et al. (1995) en voor enkele soortgroepen aan Biobase (2003). De verschillen in aantal soorten tussen beide bronnen komen door het al dan niet meetellen van niet-ingeburgerde exoten, dwaalgasten, soorten die slechts sporadisch zijn waargenomen en dergelijke. De aantallen lagere dieren en lagere planten berusten in veel gevallen op schattingen. De tabel met aantal soorten insecten is gebaseerd op de inheemse soorten insecten in de database van Naturalis. In de figuur is de orde van de Insecta samengenomen met de orde van de Entognatha (o.a. collembolen).De uit Nederland verdwenen soorten zijn wel bij het aantal soorten meegerekend, maar niet bij het aantal internationaal belangrijke soorten. Soorten zijn internationaal belangrijk als ze zijn opgenomen in de Vogelrichtlijn, de Habitatrichtlijn of de IUCN-Rode Lijst van Europa, of als Nederland een belangrijke positie inneemt binnen het verspreidingsgebied van de soort. De informatie komt uit het Handboek Natuurdoeltypen (2002). Er zijn twee groepen soorten onderscheiden: 1. Soorten met grote internationale betekenis. Dat zijn:soorten die in de Vogelrichtlijn (bijlage I), Habitatrichtlijn (bijlage II en IV) of op de IUCN-Rode Lijst voorkomen; soorten waarvan minimaal 25% van de individuen van de wereldpopulatie in Nederland voorkomt.2. Soorten met minder grote internationale betekenis. Dat zijn:soorten (bij dieren en planten) waarvan 10-25% van de wereldpopulatie in Nederland voorkomt;(bij dieren) soorten die beperkt zijn tot Europa en het noordelijk deel van Azië (West-Palaearctis) èn waarvoor Nederland tevens centraal ligt in het verspreidingsgebied (mits West-Europa ten minste 10% van het verspreidingsgebied beslaat) of waarvoor Nederland subcentraal ligt (mits West-Europa ten minste 25% beslaat) of waarvoor Nederland bijna aan de rand van het areaal ligt (mits West-Europa ten minste 50% beslaat);(bij planten) soorten die beperkt zijn tot Europa èn waarvoor Nederland tevens centraal of subcentraal ligt in het verspreidingsgebied.De lege plekken in de tabellen betreffen soortgroepen waarvan de internationale betekenis niet is beschouwd. Ook is bij enkele groepen alleen het aantal soorten van de IUCN-Rode Lijst en de Habitatrichtlijn vermeld en is niet gelet op het verspreidingsgebied van de soorten.
Basistabel
BioBase 2003
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
CBS (2003). Biobase 2003. Register biodiversiteit. CBS. Voorburg/Heerlen.Duuren, L. van (1989). Aantal plante- en diersoorten in Nederland. Kwartaalbericht Milieustatistieken 89 (4): 15-21.Nieukerken, E.J. van en J. van Loon (1995). Biodiversiteit in Nederland. Nationaal Natuurhistorisch Museum. Leiden.
Opmerking
In 2008 tabel Insecten herzien en gebaseerd op aantallen in database www.nederlandsesoorten.nl
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
08
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Aantal soorten in Nederland, 2010 (indicator 1046, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.