Libellen en kwaliteit van moerassen

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is afgesloten omdat hij verouderd is.

Kenmerkende soorten libellen van laagveenmoerassen zijn in de 20e eeuw sterk achteruitgegaan door verdroging en vermesting en het verdwijnen van jonge verlandingsstadia.

Libellen van laagveenmoerassen

De groep van kenmerkende libellensoorten van laagveenmoerassen is in de loop van de 20e eeuw sterk achteruitgegaan, waaronder de gevlekte witsnuitlibel en de Noordse winterjuffer. De gevlekte witsnuitlibel is een kenmerkende soort van rijk-gestructureerde verlandingsvegetaties in water dat voor ongeveer de helft nog open is. De Noordse winterjuffer deelt dit leefgebied, maar gebruikt in de nazomer beschut liggende ijle rietvegetaties op het land om voedsel te zoeken. Van beide soorten is het verspreidingsgebied in de 20e eeuw sterk achteruitgegaan.

Oorzaak achteruitgang

Veel laagveenmoerassen zijn door voortschrijdende successie verbost. De oppervlakte aan geschikt leefgebied voor libellen is daardoor sterk afgenomen. Tegelijkertijd is de kwaliteit van de overgebleven delen afgenomen door verdroging en door vermesting van het oppervlaktewater, waardoor deze ook niet meer goed geschikt zijn als leefgebied. De gevlekte witsnuitlibel en de Noordse winterjuffer staan op de Rode Lijst van libellen.

Bronnen

  • Griffioen, R.H.W. en H.M.G. Uilhoorn (1998). De noordse winterjuffer (Sympecma paedisca (Brauer)) in de Weerribben en de Kuinderplas. Brachytron, 2 (2): 35-43.
  • Groot, T. de en M. Wasscher (1999). Biotoopverschuiving van de gevlekte witsnuitlibel (Leucorrhinia pectoralis) in Nederland. Brachytron, 3 (2): 18-25.
  • Ketelaar, R., D. Groenendijk, K. Veling en V. Kalkman (2001). Beschermingsplan dagvlinders en libellen van moerassen, basisdocument voor het Soortbeschermingsplan Laagveenmoerassen. Rapport VS2001.40 De Vlinderstichting. Wageningen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Libellen en kwaliteit van moerassen
Omschrijving
Ontwikkeling populaties libellen van moerassen
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De figuur geeft de Soortgroep Trend Index (STI) van acht kenmerkende soorten van laagveenmoerassen weer (index 1901-1910 = 100): Noordse winterjuffer, gevlekte witsnuitlibel, variabele waterjuffer, groene glazenmaker, vroege glazenmaker, glassnijder, smaragdlibel en bruine korenbout. Daarnaast zijn de indexcijfers van de Noordse winterjuffer en gevlekte witsnuitlibel afzonderlijk weergegeven. De index is berekend op basis van de relatieve abundantie per periode van 10 jaar, berekend als percentage van het aantal kilometerhokken met waarnemingen van de soort ten opzichte van het totaal aantal kilometerhokken waaruit libellenwaarnemingen bekend zijn.
Basistabel
De gegevens komen uit het Landelijk Bestand Libellen dat in beheer is bij de Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, EIS-Nederland en De Vlinderstichting.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
geen
Verschijningsfrequentie
10-jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Ketelaar, R., D. Groenendijk, K. Veling en V. Kalkman (2001). Beschermingsplan dagvlinders en libellen van moerassen, basisdocument voor het Soortbeschermingsplan Laagveenmoerassen. Rapport VS2001.40 De Vlinderstichting. Wageningen.
Opmerking
geen
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versieā€Ž
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Libellen en kwaliteit van moerassen (indicator 1152, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.