Weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2004-2017

Van de vijf weekdiersoorten van de Habitatrichtlijn gaan er twee achteruit en is er één (reeds lang geleden) verdwenen uit Nederland. Van twee soorten is de trend onzeker.

Habitatrichtlijn

De Habitatrichtlijn van de Europese Unie is bedoeld om de biodiversiteit in stand te houden door de wilde flora en fauna en hun habitats te beschermen. Daartoe moeten de lidstaten speciale beschermingsgebieden (Habitatrichtlijngebieden) inrichten en bepaalde planten- en diersoorten en habitats beschermen. De lidstaten rapporteren elke zes jaar hoe de soorten en habitats er voor staan door na te gaan in hoeverre deze een gunstige staat van instandhouding hebben bereikt. De Europees beschermde soorten staan in bijlage II, IV en V van de Habitatrichtlijn.
Er staan vijf Nederlandse weekdiersoorten op de Habitatrichtlijn: vier slakkensoorten en één mosselsoort.

Nauwe korfslak

De nauwe korfslak staat vermeld op bijlage II van de Habitatrichtlijn. De soort komt in Nederland voor in de kustduinen van Bergen t/m Zeeland en in duinen en kwelders in het oostelijke waddengebied. Daarbuiten is de soort recent alleen bekend van enkele plaatsen in Zuid-Limburg en in rivierduinen bij Nijmegen. De huidige Nederlandse populatie, die vrijwel volledig binnen Natura2000-gebieden voorkomt, is significant sterk in aantallen én areaal afgenomen ten opzichte van de jaren 2004 t/m 2009. De voornaamste oorzaak is het grootschalig herstellen van het habitattype Grijze duinen door afplaggen met als vervolgbeheer begrazing. Vooral begrazing heeft voor grote veranderingen gezorgd in de samenstelling en structuur van de vegetaties. In veel gebieden leidde dit tot het ongeschikt raken van de (micro)habitats die voor de Nauwe korfslak cruciaal zijn. Daarnaast is belangrijk biotoop met hoge dichtheden van de soort verloren gegaan door verwijdering van populierachtigen, die voor een permanente kalktoevoer naar de strooisellaag zorgden.

Zegge-korfslak

De zegge-korfslak staat vermeld op bijlage II van de Habitatrichtlijn. In West- en Noordoost-Nederland wordt de soort vooral aangetroffen in onbeschaduwde oevervegetaties van meren en plassen en in verbindingswateren in laagveengebieden, maar ook in oevervegetaties van riviertjes en oude boezems op zowel klei- als veengronden. De soort wordt vooral aangetroffen in ongestoorde oever- en verlandingsvegetaties gedomineerd door grote zeggen. In Limburg en Twente leeft de soort vooral in bron- en moerasbossen in beekdalen onder invloed van kalkrijke kwel. Hier leven de dieren vooral in elzenbroekbos met een ondergroei van grote zeggen. Ten opzichte van de jaren 2004 t/m 2009 is het landelijke areaal niet significant veranderd. Ook binnen de Natura2000 gebieden is geen significante toe- of afname vastgesteld. Lokaal zijn wel afnames vastgesteld als gevolg van verdroging, verruiging van bronbossen, herinrichtingen of ongunstig beheer zoals klepelen.

Platte schijfhoren

De platte schijfhoren staat vermeld op bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn. Deze soort leeft in Nederland bij voorkeur in voedselrijk, stilstaand water van onbeschaduwde ondiepe sloten en in plassen en meren met een uitbundige en gevarieerde onderwatervegetatie. De wateren waar de soort voorkomt liggen vooral in veenweidegebieden. De soort wordt regelmatig op plaatsen aangetroffen met kalkrijke kwel. Andere biotopen zijn voedselrijke duin- en laagveenplassen en het overstromingsgebied van de grote rivieren. Ten opzichte van de jaren 2004 t/m 2009 is de soort zowel landelijk als binnen Natura2000-gebieden significant in areaal afgenomen. Wanneer sloten en andere wateren door eutrofiëring té voedselrijk worden, groeien deze dicht met kroos en kroosvaren. De onderwatervegetatie sterft vervolgens af, waarmee geschikte leefomstandigheden voor de platte schijfhoren verdwijnen. Andere oorzaken van habitatverlies voor deze soort zijn baggeren en dempen van sloten, chemische verontreinigingen, en uitbreiding van bebouwing in van oorsprong agrarisch gebied.

Wijngaardslak

De wijngaardslak staat vermeld op bijlage V van de Habitatrichtlijn. De wijngaardslak leeft in tal van biotopen waarin kalk en enige beschutting beschikbaar is. Tot voor kort werd alleen Zuid-Limburg gezien als natuurlijk leefgebied, maar nu wordt een aantal plekken in de kustduinen, binnenduinen en landgoederen ook als natuurlijk leefgebied beschouwd. De trend van deze soort is (nog) niet te bepalen, maar omdat de aanwezigheid van de wijngaardslak op steeds meer plaatsen wordt gemeld, waarvan deze soort voorheen niet bekend was, is het aannemelijk dat de populatie van de wijngaardslak eerder vooruit dan achteruit gaat. Deze toename is ten minste voor een deel het gevolg van natuurlijke verspreiding.

Bataafse stroommossel

De Bataafse stroommossel komt staat vermeld op bijlage II en IV van de Habitatrichtlijn. In ons land is de soort sinds 1968 niet meer levend waargenomen. Hoogstwaarschijnlijk is dit het gevolg van de waterverontreiniging van de rivieren in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Door sterke verbetering van de waterkwaliteit in de rivieren en het voorzichtige herstel van enkele populaties in omringende landen, is te verwachten dat deze soort op den duur ook in Nederland weer zal kunnen terugkeren.

Bronnen

  • CBS, 2018. Meetprogramma's voor flora en fauna. Kwaliteitsrapportage NEM over 2017. Centraal Bureau voor de Statistiek.
  • Lente, I. van, A. Boesveld, & A.W. Gmelig Meyling, 2018. ANEM-2018. Eindrapportage. Verslag van monitoring- en verspreidingsonderzoek met betrekking tot de weekdieren van de Europese habitatrichtlijn en trendonderzoek naar Typische soorten van de mariene Europese Habitattypen H1110B en H1160. Stichting ANEMOON, Lisse. 40. pp.
  • Boesveld, B. & A.W. Gmelig Meyling, 2018. Monitoring Nauwe korfslak Delflandse Kust in het kader van Nb-wetvergunning Kustversterking Delflandse Kust. Vijfde inventarisatiejaar (winter 2017-2018) en trends over periode 2013-2014 t/m 2017-2018. Stichting ANEMOON, Lisse. 26 pp.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2012-2017
Omschrijving
Verspreiding van weekdieren van de Habitatrichtlijn
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
IndicatorDe aantalsgegevens van de nauwe korfslak zijn ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren van het Netwerk Ecologische Monitoring. Voor de analyse was het nodig om meetgegevens van meerdere jaren samen te voegen. De perioden zijn: 2004-2009, 2010-2014 en 2015-2017. Indexcijfers over populatie-aantallen zijn per periode bepaald met Poisson regressie (software TRIM; Methode indexcijfers (TRIM)). Verspreidingsgegevens van zegge-korfslak en platte schijfhoren zijn eveneens ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren, en ook voor de analyse van deze gegevens was het nodig om meetgegevens van meerdere jaren samen te voegen. Deze perioden zijn: 2004-2009, 2010-2014 en 2015-2017. Met de gegevens zijn voor beide soorten indexcijfers in verspreiding (het aantal bezette kilometerhokken) per periode bepaald met occupancy-modellen.VerspreidingskaartenNaast de systematisch verzamelde verspreidingsgegevens ontleend aan het meetprogramma voor weekdieren zijn voor de verspreidingskaarten ook gegevens uit de Nationale Database Flora & Fauna gebruikt. Gebruik van gegevens uit de NDFF is beperkt tot waarnemingen van levende exemplaren in natuurlijkhabitat.
Basistabel
De indexen van de afzonderlijke soorten met hun trendklasse staan op het tabblad afzonderlijke soorten onder download data.
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Boesveld 2013. Onderzoek naar het belang van 14 vegetatietypen voor de Nauwe korfslak in Meijendel en Berkheide en de verspreiding van deze soort in dit Natura2000-gebied. Stichting ANEMOON, Lisse. 47 pp.Boesveld 2013. Onderzoek naar de gevolgen van oude beheermaatregelen en 'herstelingrepen' voor Nauwe korfslak in Meijendel en Berkheide en de bescherming van leefgebieden. Stichting ANEMOON, Lisse.Gmelig Meyling, A.W., R.H. de Bruyne & A.D.P van Peursen, 2017. Geen half werk voor de Wijngaardslak. Pleidooi voor landelijk onderzoek. Zoekbeeld 7(1):19-21.
Opmerking
Toelichting legenda kaart: Waargenomen sinds 2012 = er is ten minste één individu van de soort in de periode 2012 t/m 2017 in het 10x10 km-hok waargenomen; Nulwaarneming sinds 2012 = in de periode 2012 t/m 2017 is ondanks voldoende onderzoek in het potentieel leefgebied geen enkel exemplaar van de soort waargenomen; Actueel + potentieel leefgebied: alle 10x10 km-hokken waar de soort voortkomt of voorkwam en alle 10x10 km-hokken waar de soort op grond van het geschikte biotoop voor zou kunnen komen.
Betrouwbaarheidscodering
D. Schatting, gebaseerd op een aantal metingen, expert judgement, een aantal relevante feiten of gepubliceerde bronnen terzake.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
03
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Weekdieren van de Habitatrichtlijn, 2004-2017 (indicator 1415, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.