Verhuizingen, 2015

Na een dieptepunt in 2013 steeg het aantal verhuizingen in 2014 met ruim 6%. In 2015 trok het aantal verhuizingen, met een stijging van ruim 7%, nog verder aan. Een deel van het hogere aantal verhuizingen kan worden toegeschreven aan verhuizingen van recent geïmmigreerde Syriërs. In 2015 verhuisden binnen Nederland één op de tien inwoners. Ruim 80% van de verhuizingen vond plaats binnen de provincie, bijna 60% binnen dezelfde gemeente. In de provincies Drenthe en Limburg liep in dat jaar het inwonertal terug.

De economische conjunctuur weerspiegelt zich in het verhuisgedrag

In het kwartaalverloop van het aantal verkochten woningen tussen 2006 en 2015 is vanaf 2008 het effect van de economische conjunctuur duidelijk te herkennen. Zodra minder huizen worden verkocht, daalt ook het aantal verhuisde personen (zie figuur met tabje 'Verhuizingen en woningverkopen', waarin de absolute aantallen in een kwartaal worden vergeleken met die van hetzelfde kwartaal een jaar eerder). Eind 2009 is alweer enig herstel zichtbaar, maar 2010-2012 laat zich vooral samenvatten via 'een pas op de plaats'. In 2013 trekt het aantal verhuizingen, enigszins fluctuerend als gevolg van allerlei wijzigingen in de regelgeving, weer aan. In 2014 en 2015 zet die stijging echt door met ruim 6% respectievelijk ruim 7% meer verhuizingen dan in 2013. Ruim twee derde van de stijging van het aantal verhuisde personen komt voor rekening van gezinnen met kinderen.

Meeste verhuizenden gaan niet ver

In 2015 verhuisden binnen Nederland ongeveer 1,68 miljoen mensen, ofwel één op de tien inwoners. In 2014 waren dat er 116 duizend minder en in 2013 ruim 200 duizend minder. Van de in 2015 verhuisde personen weten we dat bijna zes op de tien binnen dezelfde gemeente verhuisden. Ook van degenen die naar een andere gemeente verhuisden, legde het merendeel een relatief korte afstand af: 60% bleef binnen dezelfde provincie en 27% verhuisde naar een aangrenzende provincie. Slechts een kleine 14% van degenen die in een andere gemeente gingen wonen, verhuisde naar een verder weg gelegen provincie.
In Zuid-Holland werd het meest binnen de eigen provincie verhuisd. Minder dan 30% van degenen die in 2015 naar een andere gemeente gingen, vertrok naar een andere provincie. In Flevoland was dit echter 85%, met Noord-Holland als belangrijkste bestemming.

Verhuizingen tussen en binnen gemeenten

Bij verhuizingen tussen gemeenten maakt 53% voor en na de verhuizing deel uit van een meerpersoonshuishouden. Dat zijn veelal gezinnen met of zonder kinderen. Bijna 20% komt uit een meerpersoonshuishouden en vormt na de verhuizing een eenpersoonshuishouden. Dat kan zowel komen doordat kinderen uit huis gaan maar ook door relatieontbinding. Bijna 16% vormde voor de verhuizing een eenpersoonshuishouden en maakte erna deel uit van een meerpersoonshuishouden. Het gaat dan bijvoorbeeld om relatievorming. Een kleine 12% van de verhuizingen komt voor rekening van personen die voor en na de verhuizing een eenpersoonshuishouden vormen.
Grote gemeenten trekken relatief veel personen die vanuit een meerpersoonshuishouden op zich zelf gaan wonen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de helft van alle personen die zich vanuit een andere gemeente in de gemeente Groningen vestigen. Dat geldt ook voor andere grote gemeenten als Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Tilburg, Maastricht, Delft, Wageningen en Leiden. Het zijn allemaal gemeenten die veel jonge (studerende) mensen trekken.
Bij binnengemeentelijke verhuizingen is het aandeel van personen die voor en na de verhuizing deel uitmaken van een meerpersoonshuishouden met iets meer dan 60% nog iets hoger dan onder tussen-gemeentelijke verhuizingen. De hierboven genoemde gemeenten kennen echter juist een lage aantal van dit soort verhuizingen. In gemeenten als Blaricum, Bloemendaal, Heemstede, Barendrecht, Rozendaal en Hendrik-Ido-Ambacht is het aandeel met rond de 80% van dit soort verhuizing juist hoog.

Twintigers verhuizen het meest

Ruim een derde van de verhuizingen komt voor rekening van twintigers. Vanaf leeftijd achttien stijgt het aantal personen dat verhuist aanzienlijk. Op 23-jarige leeftijd is het aantal verhuizingen van mannen 4,5 keer zo hoog als op leeftijd 15, van vrouwen zelfs 5,5 keer. In die levensfase verlaten kinderen het ouderlijk huis, gaan studeren, vinden een baan of wisselen van baan, vinden een partner of wisselen mogelijk van partner met allerlei verhuisbewegingen tot gevolg. De stijging vindt bij vrouwen iets eerder plaats dan bij mannen. Dat is in lijn met dat vrouwen gemiddeld op jongere leeftijd het ouderlijk huis verlaten dan mannen.
Opvallend is dat er het afgelopen jaar 6% (14 duizend personen) minder 17 tot 21-jarigen verhuisden dan in het voorgaande jaar. Bij de 18-jarigen was de daling zelfs 13%. Deze daling hangt waarschijnlijk samen met het in 2014/2015 ingevoerde nieuwe studiefinancieringsstelsel dat voor nieuwe studenten de basisbeurs als gift vervangt voor een lening. Uitwonend studeren wordt daardoor per saldo relatief duurder. Nieuwe studenten hebben er in studiejaar 2015/2016 mogelijk voor gekozen eerst vanuit het ouderlijk huis te gaan studeren in plaats van naar de universiteitsstad te verhuizen.
Naarmate mensen ouder worden is de verhuismobiliteit steeds lager. Opvallend is nog dat (ouders met) kinderen onder de 10 jaar meer verhuizen dan (ouders van) tieners.

Bronnen

Relevante informatie

  • Bevolkingsgroei, 2018-2023
  • Meer gegevens over de demografische samenstelling, en prognoses van de ontwikkeling van de bevolking is te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verhuizingen, 2015
Omschrijving
Aantal verhuisde personen in Nederland in 2015
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Carel Harmsen.
Berekeningswijze
Migratiesaldo:aantal personen dat zich gevestigd heeft in 2015 - aantal personen dat vertrokken is in 2015.

Gemiddelde bevolking: (bevolkingsaantal op 1 januari 2015 + bevolkingsaantal op 31 december 2015) / 2.
Geografische verdeling
Nederland, provincies, gemeenten
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Achtergrondliteratuur
Zie voor de methodenbeschrijving de onderzoeksbeschrijving van de bevolkingsstatistiek.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale waarneming)

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verhuizingen, 2015 (indicator 2112, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.