Afstand tot voortgezet onderwijs, 2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Nederlanders wonen op gemiddeld 2,4 kilometer van de dichtstbijzijnde school voor voortgezet onderwijs. Ruim 85% van de inwoners heeft minimaal één school binnen een afstand van 5 kilometer.

Havo/vwo gemiddeld verder weg dan vmbo

In het schooljaar 2013/2014 bedroeg de afstand tot de dichtstbijzijnde school voor voortgezet onderwijs gemiddeld 2,4 kilometer. Daarbij maakte de onderwijssoort wel uit. Scholen waar eindexamen havo/vwo kon worden gedaan, lagen op gemiddeld 3,2 kilometer afstand; vmbo-scholen op gemiddeld 2,6 kilometer.

Afstand het grootst in Zeeland

De afstanden verschillen sterk per provincie. Scholieren in Zeeland moesten in het schooljaar 2013/2014 de grootste afstanden afleggen: zij woonden op gemiddeld 6,3 kilometer van de dichtstbijzijnde havo/vwo-school en op 5,4 kilometer van het vmbo. Voor Zuid-Hollandse scholieren waren de afstanden het kleinst, met gemiddeld 2,3 en 2,0 kilometer.
Ook op buurtniveau zijn de verschillen groot. In de kleine buurt Woonwagenkamp in Groningen bedroeg de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde school slechts 60 meter. Scholieren uit de buurt Westnieuwland in Goeree-Overflakkee moesten met 21 kilometer ruim 350 keer zo ver reizen.
In sommige buurten is de ene onderwijssoort veel dichterbij dan de andere. Zo wonen inwoners van de buurt Oosterend op Terschelling op ruim 45 kilometer van het havo/vwo op het vasteland, en op 7,0 kilometer van de vmbo-school op het eiland.

Grootste keuze uit scholen in steden

Ruim 85% van de Nederlanders heeft minimaal één school voor voortgezet onderwijs binnen een afstand van 5 kilometer. De inwoners van 12 Amsterdamse buurten kunnen binnen deze afstand zelfs uit meer dan 40 scholen kiezen.
In één op de vijf buurten is binnen een afstand van 5 kilometer juist geen enkele school voor voortgezet onderwijs te vinden. In deze buurten woont meer dan 10% van de Nederlandse bevolking.

Gering aantal scholen in Zeeland en noorden van het land

Inwoners van bijna alle buurten in het stedelijke deel van de Randstad hebben 10 of meer scholen voor voortgezet onderwijs binnen een afstand van 10 kilometer. In ruim 300 buurten, vooral in Zeeland, is binnen deze afstand juist geen enkele school te vinden. In het noorden van het land, buiten het stedelijk gebied van Leeuwarden en Groningen, kunnen scholieren vaak uit hooguit twee scholen kiezen binnen een afstand van 10 kilometer.

Aanwezigheid en bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen belangrijk voor leefomgeving

De leefbaarheid en welvaart van een buurt worden mede bepaald door de aanwezigheid en bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen als supermarkten, basisscholen en huisartsenpraktijken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert de afstand tot deze en meer voorzieningen voor alle buurten van Nederland. Het geeft een overzicht voor de toegankelijkheid van dagelijkse voorzieningen en de beschikbaarheid van alle voorzieningen voor inwoners van iedere buurt van Nederland. Gemeenten en andere overheden kunnen deze gegevens gebruiken voor het ontwikkelen van beleid

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Afstand tot voortgezet onderwijs, 2014.
Omschrijving
Afstand naar verschillende voorzieningen van personen voor gebieden met bewoonde adressen. Voor een aantal voorzieningen wordt ook het aantal voorzieningen binnen een vaste afstand voor personen op bewoonde adressen bepaald.

De leefbaarheid en welvaart van een buurt worden mede bepaald door de aanwezigheid en bereikbaarheid van dagelijkse voorzieningen als supermarkten, basisscholen en huisartsenpraktijken. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert de afstand tot deze voorzieningen voor alle buurten van Nederland.

Het geeft een overzicht voor de toegankelijkheid van dagelijkse voorzieningen en de beschikbaarheid van alle voorzieningen voor inwoners van iedere buurt van Nederland.

Gemeenten en andere overheden kunnen deze gegevens gebruiken voor het ontwikkelen van beleid.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Osman Baydar
Berekeningswijze
De afstand van een bewoond adres tot het dichtstbijzijnde bezoekadres van een voorziening wordt bepaald. Deze afstand wordt per adres berekend over de verharde (auto)weg. Hierbij wordt rekening gehouden met ongelijkvloerse kruisingen, veerponten en éénrichtingsverkeer op Rijks- en Provinciewegen. Alle personen op het bewoonde adres krijgen een berekende afstand tot de dichtstbijzijnde voorziening toegewezen. Bij berekening van de afstand wordt een adres loodrecht op het wegennetwerk geprojecteerd, zodat deze afstand zo klein mogelijk is, en verwaarloosbaar ten opzichte van de berekende afstand over het wegennetwerk. Als afstand wordt de afstand via de weg tussen de twee geprojecteerde adressen op het wegennetwerk gehanteerd.

De gemiddelde afstand per gebied tot een voorziening wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende afstand voor alle personen die wonen in dat gebied. De dichtstbijzijnde voorziening hoeft daarbij dus niet binnen ditzelfde gebied te liggen.

Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een vaste afstand per gebied wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende aantallen voorzieningen per persoon, voor alle personen in dat gebied. Hoe meer voorzieningen aanwezig zijn binnen de vaste afstand, hoe meer keuze de inwoners van het gebied voor deze voorziening hebben.
Basistabel
Voor het bepalen van de adressen van personen: Gemeentelijke Basis Administratie Personen (GBA). Adressen en locaties: het bestand Adres Coördinaten van Nederland (Kadaster). De verbindingen over de weg, gevormd door het netwerk van verharde (auto)wegen, zijn opgebouwd op basis van het Nationaal Wegen Bestand (Rijkswaterstaat).

Nabijheid, buurtcijfers 2006-2012: Nabijheid voorzieningen; afstand locatie, wijk- en buurtcijfers 2006-2012.

Nabijheid, buurtcijfers 2013:Nabijheid voorzieningen; afstand locatie, wijk- en buurtcijfers 2013.

Nabijheid, buurtcijfers 2014:Statline: Nabijheid voorzieningen; afstand locatie, wijk- en buurtcijfers 2014


Nabijheid, regionaal:Nabijheid voorzieningen; afstand tot locatie, regionaal
Geografische verdeling
Nederland, landsdelen, provincies, stadsgewesten, grootstedelijke agglomeraties, gemeenten, wijken en buurten.
Andere variabelen
Afstand

De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de weg. De afstand is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten met veerboten zijn hierbij inbegrepen. Alleen voor rijks- en provinciale wegen is rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden.

Voortgezet onderwijs

Scholen waar leerlingen door de overheid bekostigd voltijds voortgezet onderwijs kunnen volgen. Praktijkonderwijsscholen en speciale scholen zijn niet meegenomen.
Aangezien scholen voor voortgezet onderwijs zowel vmbo-, havo/vwo- als vmbo/havo/vwo-scholen kunnen zijn, tellen de cijfers van vmbo en havo/vwo niet op tot het totaalcijfer voor het voortgezet onderwijs.

School

Het gemiddelde aantal scholen binnen een vaste afstand over de verharde weg voor alle inwoners van een gebied. De afstand is berekend over autowegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn wel inbegrepen. Met eenrichtingsverkeer en overige inrijverboden is geen rekening gehouden.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting van de nabijheidsstatistiek op de website van het CBS.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale waarneming).

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Afstand tot voortgezet onderwijs, 2014 (indicator 2130, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.