Fietsgebruik, 2000 - 2020

Het aantal afgelegde fietskilometers is tussen 2000 en 2019 met 23% toegenomen. In 2019 werd ongeveer 16 miljard kilometer met de fiets afgelegd. Als gevolg van de COVID-19 pandemie daalde de afgelegde afstand met de fiets in 2020 naar 13 miljard kilometer.

Gebruik elektrische fiets toegenomen

Het gebruik van de elektrische fiets is de laatste jaren sterk toegenomen. In 2019 gaat 18% van de fietsverplaatsingen met een e-fiets. Van de afgelegde fietsafstand gaat ruim een kwart (26%) met de e-fiets. Dit komt neer op ruim 700 miljoen e-fietsverplaatsingen, waarbij meer dan 4,1 miljard km wordt gefietst. Tussen 2013 en 2019 groeide het e-fietsgebruik sterker onder de relatief jonge gebruikers9(12-50 jaar). In 2013 werd ongeveer 16% van de in totaal afgelegde afstand op de e-fiets gereden door mensen in deze leeftijdscategorie. Inmiddels is dat aandeel gegroeid naar 25%. Doordat e-fietsgebruik onder ouderen (65 jaar en ouder) minder sterk groeit, neemt het aandeel van deze groep in e-fietsgebruik af.
De COVID-19 pandemie had een gunstig effect op het gebruik van de e-fiets. De afgelegde afstand met de e-fiets nam tussen 2019 en 2020 met 13% toe.
De fiets is met een licht toegenomen aandeel tot 35 procent een belangrijke vervoerwijze op de korte afstand (tot 7,5 km). Dit aandeel is de laatste jaren redelijk stabiel, al is in 2020 het aandeel gedaald naar 31%

Er zijn grote verschillen in fietsgebruik tussen stedelijke gebieden in Nederland. De fiets is in 2020 vooral populair in Groningen, Zwolle, Utrecht, Leiden en Amersfoort met een aandeel in alle lokale verplaatsingen van tussen de 40 en 44% Dat aandeel lag in 2020 een stuk lager dan in de jaren daarvoor, waar in sommige steden de fiets een aandeel van bijna 50% in alle lokale verplaatsingen had. In Heerlen, Sittard, 's-Hertogenbosch, Rotterdam, Arnhem en Tilburg wordt juist relatief weinig gebruik gemaakt van de fiets: het aandeel fiets in de lokale verplaatsingen was daar in 2020 minder dan 30%.

Beleidsdoelstellingen

Het beleidsdoel is dat alle overheden het lopen en het gebruik van de fiets als hoofdvervoermiddel en als schakel in de ketenverplaatsing van deur tot deur stimuleren.

Bronnen

  • CBS. OVG, MON, OViN, ODiN.
  • KiM (2021), Mobiliteitsbeeld 2021.Den Haag: Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.
  • Boonstra, H.J., Brakel, J. van den, Das, S. & Wüst, H. (2021). Modelling mobility trends - update including 2020 ODiN data and Covid effects. Discussion Paper. Heerlen/Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Fietsgebruik in Nederland
Omschrijving
De ontwikkeling van het fietsgebruik in Nederland
Verantwoordelijk instituut
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), auteur: Peter Jorritsma
Berekeningswijze
Boonstra, H.J., Brakel, J. van den, Das, S. & Wüst, H. (2021). Modelling mobility trends - update including 2020 ODiN data and Covid effects. Discussion Paper. Heerlen/Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
2-jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Mobiliteitsbeeld (2021)
Betrouwbaarheidscodering
Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
06
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Fietsgebruik, 2000 - 2020 (indicator 2144, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.