Beschermde Rijksmonumenten, 2017

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Vanaf de inwerkingtreding van de Monumentenwet in 1961 tot eind 2017 zijn er 61.965 gebouwde beschermde rijksmonumenten aangewezen. Jaarlijks worden er circa 10 à 20 monumenten van de lijst afgevoerd.
Het aandeel door de Monumentenwacht geïnspecteerde rijksmonumenten dat in een goede staat van onderhoud verkeert is van 2010 gestegen van bijna 38% naar 44,3 % in 2012, maar in 2013 weer iets achteruit gegaan naar 43,5 %. Het aandeel geïnspecteerde rijksmonumenten met een goede staat van het casco is in de periode 2010-2013 gestegen van 73,4 naar 78,4.

Inventarisatie en aanwijzing van monumenten

Vanaf de inwerkingtreding van de Monumentenwet in 1961 tot eind 2017 zijn er 61.965 gebouwde beschermde rijksmonumenten aangewezen. Aanvankelijk lag bij de aanwijzing de focus op gebouwde of aangelegde monumenten uit de periode vóór 1850. In de jaren tachtig ontstond het besef dat zo de jongere bouwkunst uit de periode van 1850 tot 1940 werd gemist. Na een landelijke inventarisatie werden in de jaren negentig bijna 14.000 monumenten uit deze periode toegevoegd aan het Monumentenregister. Daarna is de laatste jaren ook een beperkt aantal monumenten aangewezen uit de Wederopbouwperiode (1940-1965). Recentelijk vindt een verschuiving plaats van objectgerichte aanwijzing naar een meer ruimtelijk beschermingsbeleid. De aanwijzing van clusters van monumenten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is hiervan een voorbeeld.
Jaarlijks worden er circa 10 à 20 monumenten van de lijst afgevoerd, doordat door onder meer brand, verval of opeenvolgende aanpassingen van het monument de cultuurhistorische waarden verloren zijn gegaan en door verbeteringen van administratieve onvolkomenheden in de registratie.

Archeologische monumenten

Naast de gebouwde rijksmonumenten zijn 1457 archeologische rijksmonumenten beschermd. De meeste daarvan bevinden zich in de provincie Gelderland (293), de minste in Flevoland (27). Daarbij zijn in het verleden vooral zichtbare of herkenbare monumenten aangewezen, zoals hunebedden, grafheuvels of terpen. "Onzichtbare" archeologie (onder het maaiveld gelegen archeologie) en resten uit specifieke historische perioden zoals de vroege prehistorie, zijn ondervertegenwoordigd in het monumentenbestand. Daarom wordt nu gewerkt aan een bescheiden aantal nieuwe aanwijzingen om te komen tot een meer representatief bestand.

Staat en onderhoud van gebouwde monumenten

Jaarlijks voert de Monumentenwacht tussen de vijf- en zesduizend inspecties uit. Van de geïnspecteerde rijksmonumenten is het aandeel dat in een goede staat van onderhoud verkeert van 2008 tot 2010 gestegen van 33,2% naar 37,7, en daarna verder naar 43,5% in 2013. Het aandeel monumenten met een goede staat van het casco is van 2008 tot 2010 gestegen van 65,0 naar 73,4% en verder naar 78,4% in 2013. Deze cijfers zijn niet voor alle categorieën monumenten representatief voor het hele monumentenbestand.

In de periode 2008-2013 blijkt bij rijksmonumenten die in die periode meerdere keren geïnspecteerd zijn bij gemiddeld 47,2% van de monumenten de staat van het onderhoud gelijk gebleven. Bij 31,1% is het onderhoud beter geworden en bij 21,7% slechter. Verder blijkt in de periode 2008-2013 bij 70,3% van de meermalen geïnspecteerde monumenten de staat van het casco gelijk gebleven. Bij 21,2% is de staat van het casco vooruit gegaan en bij 8,6% achteruit.

Onderhoud bestaat uit het vervangen, bijhouden en herstellen van onderdelen zoals schilder- en voegwerk. Bij het casco gaat het om de dragende onderdelen en het omhulsel van het monument, dat grofweg bestaat uit dak, kappen met spantconstructies, balklagen en vloeren, gevels, dragende muren met wandopeningen, funderingen en kelders en gewelven.
Het aantal inspecties kan per tijdvak sterk fluctueren. Dit heeft te maken de abonnementen die eigenaren bij de Monumentenwacht kunnen afsluiten: bijvoorbeeld een inspectie eens per jaar, per twee jaar of per drie. Ook het aantal eenmalige inspecties kan het ene jaar meer zijn dan het andere.

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ontsluit niet langer de cijfers van de Monumentenwacht over het onderhoud en de staat van het casco van Rijksmonumenten. De cijfers worden vervangen door de resultaten van een door de provincies uitgevoerde monitor naar de staat van Rijksmonumenten. Dit levert een vollediger beeld op dan de cijfers van de Monumentenwacht waar werd gekeken naar de Rijksmonumenten van abonnees en een steekproef van niet-abonnees. De nieuwe gegevens worden medio 2018 verwacht.

Gebiedsgerichte aanpak rondom monumentale gebouwen in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen

De aardbevingen als gevolg van de winning van aardgas treffen het monumentale erfgoed in de provincie Groningen. In de tien gemeenten van het meest getroffen gebied zijn inmiddels voor 33 procent van de rijksmonumenten een of meer schademeldingen gedaan. In Loppersum is dat zelfs 83 procent. Het terugbrengen in goede bouwkundige conditie is belangrijk bij het aardbevingsbestendig maken van monumenten.

In het aardbevingsgebied bevinden zich circa 1.450 rijksmonumenten (op ongeveer 2.800 adressen), bijna 900 gemeentelijke monumenten, en daarnaast vele honderden karakteristieke panden en 31 beschermde stads- en dorpsgezichten. Deze vormen samen het cultuurlandschap van Groningen. (De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een nieuwe inventarisatiemethodiek ontwikkeld. Als gevolg daarvan wijken deze cijfers af van die in de Monitor Infrastructuur en Ruimte van 2016.)

Naast het herstel van de schade is het preventief versterken van gebouwen een grote opgave. Bij monumenten kan dat op gespannen voet staan met het behoud van de monumentale waarden. Een deel van de monumenten staat bovendien leeg en moet een nieuwe bestemming krijgen. Dit alles speelt zich af in een gebied dat toch al te maken heeft met bevolkingskrimp.

In november 2015 presenteerde de Nationaal Coördinator Groningen het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen 2016-2020. Het programma is gericht op herstel, versterking en veiligheid van gebouwen en op het vergroten van de leefbaarheid, het versterken van de regionale economie en duurzaamheid. Onderdeel van dit programma is de aanpak van erfgoed (Erfgoedprogramma 2017-2021) met subsidie voor rijksmonumenten, die tot stand is gekomen met de provincie, de tien aardbevingsgemeenten en de RCE.

De schadeafhandeling is in maart 2017 gestopt vanwege onvoldoende draagvlak voor het schadeprotocol van de Nederlandse Aardgas Maatschappij (NAM). Met de komst van het nieuwe kabinet eind 2017 zijn er weer nieuwe ontwikkelingen: er is een nieuw schadeprotocol. De schademeldingen en afhandeling zijn in maart 2018 weer gestart door de nieuwe Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade. Begin 2018 is besloten de gaswinning nog sneller terug te brengen en uiterlijk in 2030 zelfs geheel te beëindigen. De versterkingsoperatie wordt opnieuw herzien in het licht van deze ontwikkeling. Tegelijkertijd stellen Rijksoverheid en regio een Toekomstvisie Groningen op.

Beleidsdoelstellingen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Deze indicator verwijst naar de volgende doelen en nationale belangen:

  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn (leefbaar en veilig)
  • Nationaal belang: Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuur-historische en natuurlijke kwaliteiten

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Beschermde Rijksmonumenten
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
(archeologische) rijksmonumenten en geïnspecteerde rijksmonumenten: Integrale waarneming

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
03
versie‎
02
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Beschermde Rijksmonumenten, 2017 (indicator 2169, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.