Meteorologische gegevens, 1990-2018

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2018 bedroeg de gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt 11,3 graden Celsius. Daarmee was het jaar warmer dan 2017. De winter 2018/2019 in haar geheel was vrij zacht met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 3,7 graden tegen 3,4 graden normaal.

De Bilt Eenheid 1981/2010 1990 2000 2016 2017 2018
               
Dagen met neerslag met >= 1,0 mm Dagen 131 124 158 139 138 107
Sneeuwdagen Dagen 25 15 12 19 21 16
Droge dagen Dagen 122 127 91 134 113 165
Zonloze dagen Dagen 61 66 55 45 47 41
Dagen met mist Dagen 63 46 45 105 98 71
               
Zonneschijn Uren 1602 1622 1515 1812 1666 2045
Globale straling 1) kJ/cm2 354 366 338 374 367 409
Neerslag Mm 887 764 975 857 948 582
Verdamping Mm 559 583 541 595 591 671
Relatieve vochtigheid % 82 79 84 82 81 78
               
IJsdagen (max. temp <0,0oC) Dagen 8 0 2 1 4 3
Vorstdagen (min. temp <0,0oC) Dagen 58 33 35 60 45 50
Zomerse dagen (max. temp >=25,0oC) Dagen 26 32 22 31 23 55
Tropische dagen (max. temp >=30,0oC) Dagen 4 3 2 5 3 9
               
Gemiddelde van:              
Uur waarnemingen (gehele jaar) oC 10,1 10,9 10,9 10,7 10,9 11,3
Winter (1 dec.-28/29 febr.) oC 3,4 6 5 6,3 3,8 3,7
Zomer (1 juni-31 aug.) oC 17 16,8 16,3 17,7 17,7 18,9
Gemiddelde van dagelijkse minima oC 0,5 3,2 2,1 3,6 0,8 1,1
in de winter (1 dec.-28/29 febr.)              
Gemiddelde van dagelijkse maxima oC 21,9 21,9 21,1 22,2 22,6 24,2
in de zomer (1 juni-31 aug.)              
               
Aantal graaddagen 2) Graden 2951 2677 2659 2785 2647 2619
Koudegetal van Hellmann 3) Hellmann-getal 57 8,4 3,6 9,6 36 34,1
Warmtegetal 4) Warmtegetal 87,4 87 59,3 113,9 79,6 196
               
Bron: KNMI             CBS/mei19
N.B. Alle gegevens hebben betrekking op De Bilt.            
1) De op het aardoppervlak invallende zonnestraling.            
2) De som van het aantal graden beneden de stookgrens (=18 oC), uitgaande van de gemiddelde dagtemperatuur in    
De Bilt (zie ook de technische toelichting).              
3) Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november  
van het voorafgaande jaar tot en met 31 maart van het genoemde jaar.          
4) Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar.    

Het jaar 2018: zeer warm, zonovergoten en droog

Het jaar 2018 was een zeer warm en droog jaar. Met een gemiddelde temperatuur van 11,3 graden Celsius komt het jaar in de top-10 van de warmste jaren sinds het begin van de waarnemingen in 1901. Dit past in de trend van een opwarmend klimaat. Volgens het WMO (World Meteorological Organisation) is de oorzaak duidelijk: de opwarmende trend door broeikasgassen, El Nino en de grilligheid van het weer (KNMI, 2017e).
Door de extreem warme en droge maand juni kwam was de zomer een van de warmste zomers ooit. De rest van de zomer was ook droger dan normaal. De temperatuur gemiddeld over juni, juli en augustus kwam in de Bilt uit op 18,9 graden tegen 17,0 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981-2010).
Het KNMI noteerde 9 tropische dagen met een maximumtemperatuur boven de 30 graden. Ook juli was met gemiddeld 17,5 graden tegen normaal 15,6 graden veel warmer met weinig neerslag. De warmste dag van de zomer was 26 juli toen in Arcen 38,2 graden werd gemeten.
In 2018 telde het KNMI 132 warme dagen (normaal 85), 55 zomerse dagen (normaal 26) en 9 tropische dagen (normaal 4).
De herfstmaanden waren zacht en de zon scheen landelijk nog nooit zo veel sinds 1901. September begon warm, maar eindigde koud en eind september volgde de eerste vorst van het winterseizoen. Oktober was zacht en zeer zonnig, maar kende wel grote verschillen, met een nazomerse periode in het zuiden die nog vijf zomerse dagen opleverde en aan het eind van de maand was het koud en er viel zelfs natte sneeuw. November was iets zachter dan normaal en december was met 6,1 graden zeer zacht.

Winter 2018/2019 zeer zacht

De winter in haar geheel was vrij zacht met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 5,2 graden tegen 3,4 graden normaal. Goed voor een negende plek in de top 10 van de zachtste winters sinds 1901. De hoge temperatuur kwam vooral door hogere temperaturen in december en februari. December was met een gemiddelde temperatuur van 6,1 graden veel zachter dan normaal (3,7 graden).

Ontwikkelingen temperatuur

De gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt is in de periode 1952-2018 met ongeveer 2 graden gestegen. Het gaat hier om de trendmatige ontwikkeling waarbij gecorrigeerd is voor bovengemiddeld strenge winters of warme zomers. De laatste jaren waren veruit de warmste sinds het begin van de meetreeks in De Bilt. De gemiddelde temperatuur in de wereld lag in 2018 ongeveer 0,9 graden boven de gemiddelde wereldtemperatuur in de jaren 1961-1990. Deze opwarming is statistisch significant (2018a).

Koudegetal en warmtegetal 1901-2018

Het koudegetal, ook wel aangeduid als het Hellmanngetal (H), naar de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann, is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en 31 met maart van het genoemde jaar. Voorbeeld: 1963 heeft betrekking op de periode 1 november 1962 tot en met 31 maart 1963. Het getal wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken.
Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar. Het warmtegetal wordt berekend door het aantal dagen dat de gemiddelde etmaaltemperatuur van elke dag boven de 18 graden Celsius ligt, op te tellen. Een dag met gemiddeld over 24 uur een temperatuur van 20,2 graden draagt dus 2,2 bij aan het warmtegetal. Zo komen we uiteindelijk tot een totale som die het mogelijk maakt de warmte in het jaar te classificeren.

Het klimaat en het weer in Nederland

Nederland heeft een zeeklimaat, gekenmerkt door zachte winters, koele zomers en neerslag gedurende het gehele jaar. Dit wordt veroorzaakt door de gemiddelde luchtverplaatsing die voornamelijk uit het zuidwesten is.

Invloed van het klimaat en het weer op het milieu

Weersomstandigheden hebben directe gevolgen voor milieu en natuur. Hierbij valt te denken aan het trekgedrag van vogels en vorming van smog. Aan de andere kant heeft het milieu invloed op het weer. De toename van de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer zal tot een verandering van het klimaat leiden.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Meteorologische gegevens
Omschrijving
Gegevens over het weer in Nederland en de gemiddelde waarden (normalen) voor de periode 1981-2010 van het hoofdstation De Bilt.
Verantwoordelijk instituut
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Berekeningswijze
Met uitzondering van de neerslag worden dagelijks metingen gedaan van 0-0 uur Universal Time (12 uur UT=13 uur Midden Europese Tijd). De hoeveelheid neerslag wordt dagelijks bepaald van 8-8 uur. De cijfers zijn afkomstig uit de Jaar- en maandoverzichten weer / neerslag en verdamping in Nederland (KNMI, 2019a, b) en hebben betrekking op De Bilt.

Temperatuur: dagelijks uur waarnemingen (in graden Celcius).
Neerslag: elektrische pluviograaf met registratie op afstand (in mm).
Globale straling: de som van de directe en diffuse zonestraling op een horizontaal vlak (in joules/cm2). De straling is vooral afhankelijk van zonshoogte en de hoeveelheid bewolking.
Zonneschijn: volgens een algoritme berekend uit de globale straling (in uren).
Verdamping: bepaald uit gegevens van globale straling en luchttemperatuur (berekeningswijze volgens Makkink) (in mm)
Relatieve vochtigheid: gemeten op 1,5 m hoogte boven de grond (in %; bij 100% is de lucht met waterdamp verzadigd)
Meteorologische seizoenen worden in hele maanden genomen: winter = december-februari; lente = maart-mei; zomer = juni-augustus; herfst = september-november.

Graaddagen: de maat voor het aantal dagen dat ruimtes voor wonen en werken worden verwarmd. Deze gegevens worden gebruikt voor de berekening van temperatuur gecorrigeerde emissies van kooldioxide; zie ook CO2-emissies verklaard.

Koudegetal van Hellmann (H) is een maat voor de koude in het tijdvak van 1 november van het voorafgaande jaar tot en met maart van het genoemde jaar. Het wordt verkregen door over dit tijdvak alle etmaalgemiddelde temperaturen beneden het vriespunt te sommeren met weglating van het minteken. De classificatie is als volgt
H > 300 Streng
H > 160 Zeer koud
H > 100 Koud
H < 100 Normaal
H < 40 Zacht
H < 20 Zeer zacht
H < 10 Buitengewoon zacht

Warmtegetal: Het warmtegetal is een maat voor de warmte in het tijdvak 1 april tot en met 31 oktober van het genoemde jaar. Het warmtegetal wordt berekend door het aantal dagen dat de gemiddelde etmaaltemperatuur van elke dag boven de 18 graden Celcius ligt, op te tellen. Een dag met gemiddeld over 24 uur een temperatuur van 20,2 graden draagt dus 2,2 bij aan het warmtegetal.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland, 5 hoofdstations (De Kooy, Eelde, De Bilt, Vlissingen, Maastricht), 32 klimatologische stations en ca. 300 neerslagstations.
Andere variabelen
Maximum temperatuur, minimum temperatuur, grootste dagsom neerslag, dampdruk, luchtdruk, dagen met onweer, gemiddelde windsnelheid, windrichtingsfrequentie, bodemtemperatuur.
Verschijningsfrequentie
Maandelijks en een jaaroverzicht op papier en op internet
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
25
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
24
versie‎
23
versie‎
22
versie‎
21
versie‎
20
versie‎
19
versie‎
18
versie‎
17
versie‎
16
versie‎
15
versie‎
14
versie‎
13
versie‎
12
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Meteorologische gegevens, 1990-2018 (indicator 0004, versie 21,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.