Akkerbouw, tuinbouw en grasland: beteelde oppervlakten, 1980-2007

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Volgens de indeling van de EU-bedrijfstypering stijgt de oppervlakte akkerbouwgewassen van circa 750 duizend hectare in 1980 tot ruim 1 miljoen hectare in 2004. De laatste jaren is er een dalende trend te zien.Het areaal tuinbouw is vrijwel stabiel. De oppervlakte grasland is sinds 1980 afgenomen.

  198019901995200020052007
        
  1 000 ha    
        
Akkerbouwgewassen 1))7488468569181 030997
w.o.granen223193185199196223
 knol- en wortelgewassen 2)296303297292248240
 groenvoedergewassen 3)141208225212241227
        
Tuinbouwgewassen 4))11310410911211196
w.v.open grond104949910110186
 onder glas91010111110
        
Gras 1 1981 0961 0481 0129801017
w.v.blijvend1 1601 0621 011902775821
 tijdelijk383538110205196
        
Totaal2 0202 0061 9651 9551 9221914
        
Bron: CBS. CBS/MNC/jun08/0010
1) Volgens de nieuwe indeling, conform de EU-bedrijfstypering, inclusief tijdelijk grasland en braak liggend land. Vanaf 2002 valt natuurbraak en groenbraak onder akkerbouw; voorheen werden deze gronden niet als beteelde oppervlakten gezien.
2) Aardappelen, suiker- en voederbieten.
3) Exclusief tijdelijk grasland.
4) Vanaf 1986 excl. groen te oogsten erwten en poot- en plantuien. Vanaf 2006 wijziging indeling akkerbouw- en tuinbouwgroenten.

Aansluiting op EU-bedrijfstypering sinds 2006

Als gevolg van aansluiting op de EU-bedrijfstypering is in 2006 een wijziging in de indeling van gewassen doorgevoerd. Het grootste verschil is dat grasland en braak tot de akkerbouwgewassen worden gerekend. Daarnaast is de indeling in akkerbouw- en tuinbouwgroenten gewijzigd.

Daling areaal akkerbouw

Volgens de nieuwe indeling stijgt de oppervlakte akkerbouwgewassen van circa 750 duizend hectare in 1980 tot ruim 1 miljoen hectare in 2004. De laatste jaren is er een dalende trend te zien.

Daling areaal tuinbouw open grond door nieuwe indeling

Het areaal tuinbouw (open grond en onder glas) is sinds 1980 vrij stabiel. De daling van het areaal tuinbouw open grond in 2007 is voornamelijk het gevolg van de gewijzigde indeling in akkerbouw- en tuinbouwgroenten.

Meer blijvend grasland en minder tijdelijk grasland

De totale oppervlakte grasland is sinds 1980 afgenomen. Tot en met 2004 daalt de oppervlakte blijvend grasland, terwijl het oppervlak tijdelijk grasland sterk toeneemt. De laatste jaren stijgt het oppervlak blijvend grasland licht, en neemt het oppervlak tijdelijk grasland af.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Akkerbouw, tuinbouw en grasland: beteelde oppervlakten
Omschrijving
Arealen akkerbouwgewassen (waaronder granen, knol- en wortelgewassen, groenvoedergewassen), tuinbouwgewassen (waarvan open grond en onder glas) en grasland (waarvan blijvend en tijdelijk)
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Zie CBS-Landbouwtelling
Basistabel
CBS-StatLine: Landbouwtelling; gewassen en dieren; nationaal (vanaf 2006)
CBS-StatLine: Landbouwtelling op nationaal niveau (1980-2005); deze StatLinetabel wordt niet voortgezet (zie CBS, 2008)
Geografische verdeling
Nederland, landsdeel, provincie, landbouwgebied, gemeente
Andere variabelen
Veestapel, gewassen, speciale onderwerpen (verschilt per enquêtejaar)
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Zie CBS-Landbouwtelling
Opmerking
Gegevens over biologische landbouw zijn sinds versie 09 uit deze indicator verwijderd omdat de gegevens uit verschillende bronnen afkomstig zijn.
Betrouwbaarheidscodering
A (Integrale enquête)

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Akkerbouw, tuinbouw en grasland: beteelde oppervlakten, 1980-2007 (indicator 0010, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.