Energie en milieu

Brandstofverbruik en elektriciteitsproductie door elektriciteitscentrales, 1980-2001

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.
  1980 1990 1995 1998 1999 2000 2001
  PJ
Brandstofverbruik 487 484 493 473 413 432 488
w.v.              
  steenkool 63 231 240 226 187 211 220
  stookolie 212 2,0 1,5 0,33 0,43 0,12 1,1
  gasvormig 212 251 251 247 226 221 267
 
  TWh
Elektriciteitsproductie 58 60 61 62 55 57 62
 
Bron: CBS. CBS/MC/okt02

Ontwikkeling elektriciteitsproductie

De inzet van fossiele brandstoffen voor de productie van elektriciteit door de elektriciteitscentrales is gedurende de periode 1980-1999 gedaald. De elektriciteitsproductie nam tot en met 1998 echter toe. Dit hoger rendement kon worden gerealiseerd door de toepassing van gasturbines in combicentrales en stoom- en gasturbines. De daling van 1999 wordt veroorzaakt door de sterk gestegen import van elektriciteit. De elektriciteitsproductie is in 2001 gestegen naar de hoeveelheid van 1998. Dit is veroorzaakt door de toename van de vraag naar elektriciteit. Doordat de import technisch begrensd is, was een toename van de import geen optie om de toename van het gebruik te compenseren.

Ontwikkeling verbruik zware stookolie

Het gebruik van zware stookolie als brandstof is met name in het eerste deel van de beschouwde periode sterk teruggelopen. Door technologische veranderingen bij de raffinaderijen is zware stookolie van een goedkoop residu van het raffinageproces sindsdien tot een grondstof geworden voor de omzetting in benzine en dieselolie.

Referenties

Relevante informatie

  • Meer informatie over het verbruik van verbruik energiedragers zijn te vinden op Statline (CBS).

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2002). Brandstofverbruik en elektriciteitsproductie door elektriciteitscentrales, 1980-2001 (indicator 0019, versie 03 , 8 oktober 2002 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.