Ontwikkelingen in de maatschappij

Consumptieve bestedingen, 1995-2012

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

In 2012 is de werkelijke individuele consumptie door huishoudens 1 procent lager uitgekomen ten opzichte van 2011.

  1995 2000 2005 2010 2011* 2012*
             
  volume-index (2005=100)    
             
Voedingsmiddelen 86,2 94,6 100 104,8 104,9 105,6
Genotmiddelen 95,2 101,9 100 102,0 99,6 99,1
Duurzame consumptiegoederen 70,2 99,1 100 107,9 107,1 100,4
w.o. huishoudelijke apparaten 51,7 81,5 100 145,6 147,2 147,5
  vervoermiddelen en onderdelen 74,6 101,5 100 106,6 106,5 90,2
Overige goederen en diensten 76,2 93,5 100 99,0 98,5 97,8
w.o. Motorbrandstoffen 86,8 94,2 100 103,1 100,6 99,7
  verwarming, verlichting en water 120,0 121,9 100 112,4 99,7 103,1
               
Consumptieve bestedingen door huishoudens1) (binnenlands) 76,6 95,1 100 101,4 100,7 99,1
Werkelijke individuele consumptie 77,7 94,1 100 107,2 107,2 106,1
             
Bron: CBS (2013). CBS/CLO/jan14/0032
1) Inclusief instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens.
* Voorlopig cijfer.

Ontwikkelingen in de consumptie

De consumptie door huishoudens (binnenlands) kromp in 2012 met 1,6 procent. De consumptie is na 2008, behoudens een zeer lichte opleving in 2010, steeds verder afgenomen. In vier jaar tijd is de consumptie met 4,4 procent gedaald. De aanschaf van duurzame goederen liep het snelst terug. Met name aan woninginrichting en voertuigen werd veel minder uitgegeven. In 2012 kromp de consumptie van duurzame goederen met 6,2 procent en kwam daarmee bijna 12 procent onder het niveau van 2008 uit. Duurzame goederen vormen ongeveer een vijfde deel van de totale consumptie door huishoudens. Ook de overige consumptiegoederen (anders dan duurzame goederen en voedings- en genotmiddelen) viel sterk terug. De terugval betrof onder meer motorbrandstoffen, verf, behang en lectuur. In 2012 lag de consumptie van deze goederen ruim 6 procent onder het niveau van 2008.
Aan diensten werd, voor prijsverandering gecorrigeerd, iets minder besteed dan een jaar eerder (0,3 procent). Tot deze consumptiecategorie behoren onder meer uitgaven aan huisvesting, medische zorg, verzekeringen, bus en trein, telefonie, theater, bioscoop en musea, en horecabezoek. De bestedingen aan medische diensten en welzijnszorg namen met 3,8 procent het meest toe, onder meer doordat huishoudens meer zijn gaan betalen voor kinderopvang na de verhoging van de ouderbijdrage. Verder werd het eigen risico bij de basisverzekering tegen ziektekosten flink verhoogd. Aan woningdiensten werd er 1,3 procent meer uitgegeven. Op horecabezoek en op recreatie en cultuur werd echter bezuinigd.

Referenties

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven

Consumptieve bestedingen

Omschrijving

De ontwikkeling van de consumptieve bestedingen door huishoudens

Verantwoordelijk instituut

Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekeningswijze

Zie begrippenlijst op www.cbs.nl: consumptieve bestedingen

Basistabel

Statline: Goederen en diensten; consumptie

Geografisch verdeling

Nederland

Verschijningsfrequentie

Jaarlijks

Achtergrondliteratuur

Meer informatie: ThemabeschrijvingClassificatie van Producten naar ActiviteitBegrippen.

Opmerking

Doordat geen sluitende vertaling gemaakt kan worden van de economische sectoren zoals het CBS die waarneemt naar de doelgroepen of milieubeleidssectoren, omvat een aantal van de gepresenteerde doelgroepen/sectoren een bredere economische sector.Er heeft onlangs een herberekening (een zogenaamde revisie) plaatsgevonden van de statistiek van de Nationale rekeningen. De cijfers over de voorgaande jaren zijn teruggerekend tot 1969.

Betrouwbaarheidscodering

Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2014). Consumptieve bestedingen, 1995-2012 (indicator 0032, versie 14 , 24 maart 2014 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.

Het CLO is een samenwerkingsverband van CBS, PBL, RIVM en WUR.