Belasting van landbouwgrond met zware metalen, 1980-2005

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De normen voor de gehalten aan koper en zink in mengvoeders zijn sinds medio 2000 verscherpt. Hierdoor is de hoeveelheid van deze metalen die in dierlijke mest komt sterk gedaald. Dit vertaalt zich in een afname van de belasting van landbouwgrond met koper en zink.

 1980199020002002200320042005*
        
 1 000 kg     
Koper (Cu)       
Bruto belasting1 360970780525505490495
w.v. dierlijke mest 1)1 050750700450430415415
 kunstmest1501205040353540
natte en droge depositie80502020202020
overige bronnen 2)80501015202020
w.o.zuiveringsslib393711111
Afvoer met gewas14013010010090100100
Netto belasting1 220840680425415390395
        
Zink (Zn)       
Bruto belasting2 4002 2702 1701 5401 5301 4651 465
w.v. dierlijke mest 1)1 8001 7501 9001 3001 2501 2001 200
kunstmest1501406050504545
natte en droge depositie2601807080806060
overige bronnen 2)190200140110150160160
w.o. zuiveringsslib11511455644
Afvoer met gewas700690570580540570560
Netto belasting1 7001 5801 600960990895905
        
Cadmium (Cd)       
Bruto belasting16965544
w.v. dierlijke mest 1)6433333
kunstmest7421111
natte en droge depositie2111111
overige bronnen 2)1000000
w.o. zuiveringsslib1000000
Afvoer met gewas3333333
Netto belasting12632211
        
Bron: Eerdt, M.M. van, T. van der Meij en P.K.N. Fong (1999); Delahaye, R., et al. (2003).CBS/MNC/sept06/0097
1) Cijfers vanaf 2001 zijn op basis van nieuwe berekeningsmethode voor dierlijke mest (Bron: Delahaye, R., et al, 2003).
2) Zuiveringsslib, overige organische meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Vanaf 2001 inclusief aanvoer door de jacht en corrosie tuinbouwkassen (alleen bij zink).

Ontwikkeling belasting van landbouwgrond met zware metalen

De voornaamste aanvoer van zware metalen gebeurt via dierlijke mest. Afvoer vindt plaats via onttrekking met gewassen. Van de netto belasting van de bodem spoelt een deel uit naar het grond- en oppervlaktewater. De rest accumuleert (hoopt op) in de bodem.
Tussen 1980 en 2005 (voorlopig cijfer) is de jaarlijkse netto belasting van landbouwgrond met koper met 68% en met zink met 47% gedaald; bij cadmium bedraagt deze daling circa 90%. Deze ontwikkelingen zijn gedeeltelijk bepaald door regelgeving, die de gehalten zware metalen in veevoer aan een maximum bindt.

Sterke afname bij koper en zink

Door verscherping van de normen medio 2000 voor toevoeging van koper en zink in mengvoeders is de netto belasting van koper en zink sinds 2001 sterk afgenomen (circa 40% ten opzichte van 2000). Ook worden bij de kunstmestproductie schonere grondstoffen toegepast.

Relevantie

Een teveel aan zware metalen in de bodem is ongewenst uit oogpunt van gewasopbrengsten en gezondheid van mens en dier.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De berekende waarden van de belasting van zware metalen op landbouwgrond zijn gebaseerd op verschillende schattingen en aannames. De waarden bevatten een zodanige onzekerheid dat ze sterk zijn afgerond.Een korte beschrijving van de berekeningsmethode geeft het artikel Balansen van mineralen en zware metalen (CBS, 2006b). Meer gedetailleerde informatie over de gehanteerde berekeningswijzen is te vinden in het rapport Emissie van zeven zware metalen naar landbouwgrond (Delahaye, R., et al., 2003) en vanaf december 2006 ook in het Datawarehouse van de Emissieregistratie (meta-informatie) (Emissieregistratie, 2006).
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Belasting van landbouwgrond met zware metalen, 1980-2005 (indicator 0097, versie 10,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.