Milieudruk doelgroep consumenten: inleiding

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De doelgroep Consumenten omvat alle consumenten in Nederland. De consumenten zijn niet ingedeeld in de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Consumenten en huishoudens worden daarbij aan elkaar gelijkgesteld.

Milieudruk

Deze paragraaf behandelt de directe milieudruk die door consumenten wordt veroorzaakt. Belangrijke activiteiten die tot emissies en afval leiden, zijn:

  • ruimteverwarming (inclusief verbranding van hout);
  • koken en warmwaterbereiding;
  • gebruik van verf, schoonmaakmiddelen, cosmetica en spuitbussen;
  • houden van huisdieren;
  • afsteken van vuurwerk;
  • uitloging en corrosie van materialen (zoals zink uit dakgoten van woningen).

Consumenten dragen bij aan de milieuthema's , , , en .

Afbakening

De indirecte milieudruk, die ontstaat bij de productie en levering van door consumenten aangekochte goederen en diensten, wordt toegedeeld aan andere doelgroepen, onder andere Industrie en Verkeer en vervoer. Ook valt de milieudruk door het woon-werkverkeer en het recreatief verkeer onder de doelgroep Verkeer en vervoer. De milieudruk die ontstaat bij de opwekking van door de consument gebruikte elektriciteit valt onder de doelgroep Energievoorziening.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Milieudruk doelgroep consumenten: inleiding (indicator 0136, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.