Stikstof- en fosforbalans van zoet oppervlaktewater, 1986-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De lozingen van stikstof en fosfor op zoet oppervlaktewater zijn tussen 1986 en 2010 met respectievelijk 71 en ruim 90 procent gedaald. De ophoping van deze stoffen in het milieu wordt in belangrijke mate bepaald door de aan- en afvoer via rivieren.

Ontwikkeling lozingen op oppervlaktewater

Tussen 1986 en 2010 zijn de lozingen op het oppervlaktewater flink afgenomen: de lozing van stikstof met 71 procent en de lozing van fosfor met ruim 90 procent. Door saneringen bij diverse bedrijven en aanpassing van productieprocessen bedroeg de afname in de industrie voor stikstof ruim 80 procent en voor fosfor 95 procent. Bij de huishoudens is de daling, voor stikstof 64 procent en bij fosfor 86 procent, vooral het gevolg van aanpassingen bij rioolwaterzuiveringsinrichtingen voor stikstof- en fosfaatverwijdering en de invoering van fosfaatvrije wasmiddelen.

Toelichting ophoping

Het gaat hier om de accumulatie (ophoping) in zoet oppervlaktewater en waterbodem. De ophoping is het saldo van Totaal aanvoer en Totaal afvoer.
De aan- en afvoer via rivieren wordt in belangrijke mate bepaald door het weer. In jaren met veel regen is de accumulatie laag doordat er meer nutriënten worden afgevoerd. Veranderingen in de emissie zijn hierdoor niet altijd terug te zien in de ophoping.

Beleidsdoel

Om aan de Europese Nitraatrichtlijn te kunnen voldoen, moet de uitspoeling van nutriënten uit de landbouw omlaag. Strengere wetgeving, onder meer via het mineralenaangiftesysteem (MINAS) (tot en met 2005) en de nieuwe Meststoffenwet (vanaf 1 januari 2006), moet de overschotten uit de landbouw verder terugdringen.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Stikstof- en fosforbalans van zoet oppervlaktewater
Omschrijving
Ontwikkeling van de aanvoer (via grensoverschrijdende rivieren, lozingen, landbouwgrond, overige grond en depositie) en afvoer (via rivieren naar de zee, via baggerspecie, ophoping) van de nutriënten stikstof en fosfor voor zoet oppervlaktewater.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Voor de berekening van de accumulatie worden gegevens gebruikt uit diverse CBS-statistieken zoals milieustatistieken (dierlijke mest, afvalwater, luchtemissies en afvalstoffen). Ook is een deel van de basisgegevens afkomstig uit externe bronnen zoals Emissieregistratie, Planbureau voor de Leefomgeving en Rijkswaterstaat-Waterdienst (voorheen RIZA). Tenslotte wordt informatie geput uit literatuuronderzoek en worden enkele bedrijven telefonisch en/of schriftelijk benaderd voor gegevensverstrekking.
Meer informatie over de berekeningsmethode geeft het artikel Balansen van mineralen en zware metalen (CBS, 2006) en de website van de Emissieregistratie (meta-informatie) (Emissieregistratie, 2012).
Basistabel
StatLine: Stikstof en fosfor in Nederland (CBS, 2012);
Website van de Emissieregistratie (Emissieregistratie, 2012).
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Balansen van mineralen en zware metalen (CBS, 2006) (korte methodenbeschrijving);
Website van de Emissieregistratie (Emissieregistratie, 2012).
Opmerking
Als gevolg van nieuwe inzichten zijn voor de jaren vanaf 1986 de aanvoergegevens van vooral uit- en afspoeling gewijzigd ten opzichte van de gegevens in de vorige versie van deze indicator. Deze aanpassingen hebben tevens een wijziging van de gegevens over de totale aanvoer en afvoer, alsmede van de gegevens over de ophoping tot gevolg.
Betrouwbaarheidscodering
C (schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd).

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Stikstof- en fosforbalans van zoet oppervlaktewater, 1986-2010 (indicator 0194, versie 13,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.