Klachten over vliegtuiggeluid Schiphol, 1995-2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

In 2006 was het aantal klachten over vliegtuiglawaai rond Schiphol licht gestegen in vergelijking met 2005 (+6%). Het aantal klagers nam in 2006 verder af, met 9%.

Aantal klachten over Schiphol in 2006 onverminderd hoog

In 2006 ligt het totaal aantal klachten over vliegtuiglawaai door Schiphol op hetzelfde hoge niveau als dat van 2004 en 2005. Van de ruim 755.000 klachten had 8% betrekking op de nachtperiode 23:00-07:00 uur, in 2005 was dat 11%.
Het aantal klagers is in 2006 afgenomen tot circa 7.850. Ten opzichte van 2005 klaagden 9% minder mensen één of meerdere keren bij het klachtenbureau van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS).
Omdat het aantal klagers is afgenomen maar het aantal klachten is toegenomen, is het gemiddeld aantal klachten per klager weer verder toegenomen ten opzichte van 2005 (van gemiddeld 83 naar 96 klachten per klager).

De Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol

De Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) heeft als hoofddoel om middels informatie-uitwisseling en overleg, oplossingen te vinden ter vermindering van hinder en verbetering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven. De CROS is in 2003 ontstaan uit de Commissie Geluidhinder Schiphol (CGS).
Het klachtenbureau van de CROS is per 31 mei 2007 overgenomen door de Schiphol Group in de vorm van een Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (BAS).

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Klachten over vliegtuiggeluid Schiphol, 1995-2006 (indicator 0338, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.