Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Luchtverontreiniging door fijn stof en ozon was in 2006 verantwoordelijk voor één tot twee procent van de totale vroegtijdige sterfte en één tot drie procent van de spoedopnamen voor long- of hart- en vaataandoeningen in Nederland.

 Totaal waarvan 
 Nederlandfijn stof (PM10)1)ozon 2)
    
Sterfte in 2006aantal mensen4)4)
Alle oorzaken130 0182 0801 480
  (1 670 - 2 540)(980 - 1 970)
    
w.v.luchtwegaandoeningen13 731680190
   (550 - 810)(0 - 380)
     
 w.v. COPD 3)6 303290130
   (210 - 370)(20 - 230)
     
 w.v. longontsteking5 559300140
   (210 - 380)(20 - 250)
 hart- en    
 vaataandoeningen41 550470420
   (230 - 680)(150 - 680)
Spoedopnamen in 2006   
Alle luchtwegaandoeningen73 6119800
  (610 - 1380) 
    
Hart- en vaataandoeningen105 9981280220
  (880 - 1640)(0 - 980)
    
1) Uitgaande van een weekgemiddelde 24-uurs fijn stofconcentratie.
2) Uitgaande van een daggemiddelde 8-uurs ozonconcentratie (van 12 tot 20 uur).
3) Chronic Obstructive Pulmonary Disease, hieronder vallen chronische bronchitis en longemfyseem.
4) tussen haakjes de onder- en bovengrens van het 95% betrouwbaarheidsinterval.
Bron: RIVM.MNP/MNC/nov 07

Effecten van fijn stof en ozon op de gezondheid

Luchtverontreiniging door fijn stof en ozon was in 2006 verantwoordelijk voor 1 tot 2 procent van de totale vroegtijdige sterfte (maar afhankelijk van de sterfte-oorzaak bedraagt de bijdrage 1 tot 5%). Ter vergelijking: voor respiratoire en cardiovasculaire sterfte was dit 1 tot 5 procent. Daarnaast was in 2006 1 tot 3% van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen in Nederland het gevolg van luchtverontreiniging door fijn stof en ozon.
De geschatte risico's geassocieerd met fijn stof zijn groter dan die van ozon. Het is onbekend of ozon en fijn stof de stoffen zijn die het effect veroorzaken of dat zij alleen de indicatoren voor een schadelijk mengsel zijn.

Ten opzichte van de vorige schattingen voor het jaar 2003 zijn de effecten die toegewezen kunnen worden aan fijn stof gedaald. Dit heeft enerzijds te maken met de lagere fijn stof niveaus in 2006 ten opzichte van 2003 (28 μg/m3 in 2006 en 35 μg/m3 in 2003) en anderzijds met de de afname in de sterfte aantallen (130.018 in 2006 en 141.936 in 2003).
De 8 uur gemiddelde ozon niveaus waren voor beide jaren vergelijkbaar (56 μg/m3 in 2006 en 55 μg/m3 in 2003).

Beleid

Het beleid beoogt het voorkomen, verhinderen of verminderen van schadelijke effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid van mens en milieu. Voor een uitgebreide beschrijving van het beleid rondom fijn en ozon, zie:

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De inschatting voor het jaar 2006 van de gezondheidseffecten door concentraties van fijn stof of ozon, is gebaseerd op de methodiek beschreven in twee Nederlandse studies (Hoek et al., 1997; Vonk en Schouten, 1998).
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
11
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 2006 (indicator 0340, versie 07,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.