Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2007
Er zijn weer initiatieven voor het uitbreiden van de capaciteit van afvalverbrandingsinstallaties. Er treedt een lichte toename op van de hoeveelheid verbrand afval.
Aantal | Capaciteit | Verbrand 1) | Resten | w.v. | |||||
bodemas2) | vliegas | ferro- | non-ferro | rookgas- | |||||
schroot | reinigings | ||||||||
residu | |||||||||
absoluut | miljoen kg | ||||||||
1970 | 6 | . | 325 | 65 | . | . | . | . | . |
1980 | 11 | . | 2 270 | 710 | 595 | 42 | 70 | 0 | 0 |
1990 | 13 | . | 2 845 | 795 | 635 | 95 | 65 | 0 | 1 |
1995 | 8 | 3 350 | 2 885 | 770 | 640 | 56 | 52 | 2 | 23 |
1996 | 10 | 4 610 | 3 600 | 960 | 790 | 53 | 82 | 2 | 32 |
1997 | 11 | 5 000 | 4 500 | 1 175 | 960 | 69 | 98 | 3 | 47 |
1998 | 11 | 5 000 | 4 650 | 1 185 | 950 | 89 | 105 | 4 | 38 |
1999 | 11 | 5 000 | 4 820 | 1 220 | 970 | 91 | 116 | 5 | 37 |
2000 | 11 | 5 500 | 4 900 | 1 256 | 1 009 | 84 | 114 | 6 | 43 |
2001 | 11 | 5 500 | 4 800 | 1 437 | 1 191 | 78 | 121 | 8 | 39 |
2002 | 11 | 5 350 | 5 006 | 1 024 | 776 | 82 | 117 | 8 | 41 |
2003 | 11 | 5 350 | 5 023 | 1 062 | 820 | 82 | 113 | 9 | 38 |
2004 | 11 | 5 530 | 5 230 | 1 725 | 1 464 | 83 | 126 | 12 | 40 |
2005 | 11 | 5 760 | 5 502 | 961 | 690 | 83 | 129 | 15 | 44 |
2006 | 11 | 5 850 | 5 542 | 996 | 727 | 89 | 116 | 15 | 48 |
2007 | 11 | 6 365 | 5 788 | 1 340 | 1 058 | 88 | 123 | 20 | 51 |
Bron: WAR. | CBS/MNC/dec08/0394 | ||||||||
1) Inclusief het in de AVI's mee verbrand gevaarlijk afval en exclusief de installatie voor specifiek gevaarlijk afval. 2) Vanaf 1995 bewerkte bodemas. |
Capaciteit afvalverbrandingsinstallaties neemt weer toe
De capaciteit voor het verbranden van afvalstoffen neemt toe. In 2007 is bij de één van de verbrandingsinstallaties een extra verbrandingslijn in gebruik genomen. Daarnaast verhogen een aantal installaties hun capaciteit door het wijzigen van de bedrijfsvoering (via het verlagen van de energetische inhoud van het afval).
Afzet reststoffen afvalverbrandingsinstallaties
Tot en met 2003 daalde de resterende hoeveelheid reststoffen na verbranding tot minder dan 25% van de verbrande hoeveelheid. De afname in die laatste jaren was het gevolg van een stagnerende hergebruiksmogelijkheden van met name bodemassen. Deze bodemassen werden toen opgeslagen in afwachting van grootschalige hergebruiksmogelijkheden. In 2004 was er vanuit een groot aantal grootschalige projecten veel vraag naar AVI-reststoffen. De in 2004 toegepaste hoeveelheid reststoffen betreft voor een groot deel de in de jaren ervoor ontstane voorraad. In 2005 en 2006 waren er minder projecten beschikbaar, met als gevolg dat de voorraden weer zijn toegenomen. In 2007 is de afzet weer toegenomen.
Beleid
Als gevolg van het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) is het moratorium op de uitbreiding van de capaciteit voor 'verbranding van afvalstoffen als vorm van verwijderen' (AVI's) per 1 juli 2004 opgeheven. Als gevolg hiervan zijn al diverse initiatieven genomen tot het uitbreiden van de verbrandingscapaciteit en zijn de eerste uitbreidingen al in gebruik genomen.
Referenties
- WAR (2008). Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2007. Werkgroep Afvalregistratie, Utrecht.
Relevante informatie
- Omvang Milieudienstverlening en Voorbereiding tot recycling, 2000-2020
- Afvalproductie en wijze van verwerking, 1985-2018
- Vrijkomen en verwerking van afval per doelgroep, 1990-2018
- Kosten storten en verbranden van afval
- Gevaarlijk afval per verwerkingswijze, 1990-2018
- Meer gegevens zijn te vinden bij SenterNovem.
Technische toelichting
Naam van het gegeven
Afvalverbrandingsinstallaties
Omschrijving
Aantal afvalverbrandingsinstallaties, de capaciteit, de verbrande hoeveelheid afval en de hierbij vrijkomende afvalstoffen
Verantwoordelijk instituut
SenterNovem
Berekeningswijze
Integraal onderzoek bij de afvalverbrandingsinstallaties
Geografisch verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
WAR, 2008. Afvalverwerking in Nederland, gegevens 2007. Werkgroep Afvalregistratie, Utrecht.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale enquete.
Archief van deze indicator
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2020 (actuele versie , 14 jun 2022 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2018 (v16 , 08 jan 2021 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2015 (v15 , 01 jun 2017 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2013 (v14 , 08 jan 2015 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2012 (v13 , 27 nov 2013 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2011 (v12 , 03 jul 2013 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2010 (v11 , 10 jan 2012 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2009 (v10 , 02 mrt 2011 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2008 (v09 , 11 dec 2009 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2007 (v08 , 16 dec 2008 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2006 (v07 , 21 dec 2007 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2005 (v06 , 13 dec 2006 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2004 (v05 , 19 sep 2005 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2003 (v04 , 07 jan 2005 )
- Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2001 (v03 , 23 sep 2002 )
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2008). Afvalverbrandingsinstallaties, aantal en capaciteit, 1970-2007 (indicator 0394, versie 08 , 16 december 2008 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.