Milieukosten per doelgroep, 1990-2003

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De grootste bijdrage in de milieukosten wordt geleverd door de doelgroepen Afvalbeheerbedrijven, Industrie en energiesector en Actoren in de waterketen.

Ontwikkeling milieukosten per doelgroep

De totale milieukosten zijn in de periode 1990-2003 meer dan verdubbeld. Bij alle onderscheiden doelgroepen nemen de milieukosten over het geheel genomen toe in de periode 1990-2003. Afvalbeheerbedrijven dragen voor meer dan 30% bij aan de totale toename in milieukosten. Dit komt door een toename in de hoeveelheid geproduceerd afval, maar ook door een verschuiving van het storten naar het (duurdere) verbranden en hergebruik van afval. Ook de kosten bij de industrie en energiesector zijn fors toegenomen (bijna 20% van totale toename in milieukosten). Dit is het gevolg van inspanningen bij deze doelgroep om emissies die bijdragen aan de thema's Klimaatverandering en Verzuring en luchtkwaliteit te reduceren.Hoewel de bijdrage van de land- en tuinbouw in totale milieukosten beperkt is, zijn de milieukosten bij deze doelgroep relatief sterk gestegen. Deze zijn in 2003 meer dan 2 keer zo groot als in 1990. De kosten betreffen vooral het thema Vermesting (mestafvoer, administratieve lasten mestwetgeving, en kosten van bedrijfsbeëindiging als gevolg van diverse opkoopregelingen).

Bijdragen doelgroepen aan milieukosten

De grootste bijdrage in de milieukosten wordt geleverd door de doelgroepen afvalbeheerbedrijven, industrie en energiesector en actoren in de waterketen, met in de periode 1990-2003 een gemiddeld aandeel in de totale milieukosten van respectievelijk 25%, 22% en 20%. Het gaat hier met name om kosten voor de inzameling en verwerking van afval (afvalbeheerbedrijven), kosten voor riolering en rioolwaterzuivering (actoren in de waterketen), kosten voor zuivering van afvalwater bij bedrijven (industrie en energiesector) en kosten voor reductie van emissies naar de lucht (industrie en energiesector). Verder neemt ook de overheid een substantieel deel van de milieukosten voor haar rekening (gemiddeld 18%). Milieukosten bij de overheid betreffen vooral kosten voor uitvoering en handhaving van milieubeleid, voor onderzoek en ontwikkeling (waaronder voor een belangrijk deel milieu-uitgaven in het kader van ontwikkelingssamenwerking).

Methodiek

Milieukosten zijn de jaarlijkse kosten (kapitaalskosten en operationele kosten) van maatregelen, die in het kader van milieubeheer genomen worden. In de Methodiek Milieukosten (VROM, 1998) is vastgelegd wat tot milieukosten wordt gerekend en hoe deze worden berekend. De kosten van maatregelen, die een positief effect op het milieu hebben maar zichzelf binnen drie jaar terugverdienen, worden niet tot de milieukosten gerekend. Ook economische gevolgen door het invoeren van milieumaatregelen, bijvoorbeeld veranderingen in de afzet, behoren niet tot de milieukosten. Conform de Methodiek Milieukosten wordt de rentevoet (waarmee de jaarlijkse kosten van het vermogensbeslag door investeringen worden berekend) bepaald op basis van de reële kapitaalmarktrente (Hanemaaijer en Dirkx, 2001). Met de kapitaalmarktrente varieert daarom ook de rentevoet in de tijd. Heffingen en subsidies die betrekking hebben op milieu worden niet meegerekend in de milieukosten. Deze zogenaamde overdrachten zorgen echter wel voor een verschuiving van de lasten met betrekking tot milieu van actoren die milieukosten maken naar actoren die de heffing betalen of de subsidie verlenen. Zo maken afvalbeheerbedrijven kosten voor inzameling en verwerking van afval, maar dragen burgers en bedrijven een groot deel van de lasten doordat zij reinigingsrechten betalen. En bedrijven maken kosten door te investeren in milieumaatregelen, maar de overheid draagt een deel van de lasten door diverse subsidieregelingen met betrekking tot investeringen in milieumaatregelen.

Wijzigingen ten opzichte van eerdere berekeningen

De ontwikkeling in de milieukosten wijkt af van eerder gerapporteerde ontwikkelingen. Dit komt met name doordat bij de meest recente berekeningen een andere gegevensbron is gebruikt voor kosten van inzameling en verwerking van afval en afvalwater. Dit zijn posten die substantieel (ca. 1/3) bijdragen aan de totale milieukosten. Deze kosten zijn nu gebaseerd op de CBS-statistiek Kosten en financiering milieubeheer, terwijl ze in het verleden gebaseerd waren op gegevens van het RIVM over maatregelen. Deze laatste zijn echter niet beschikbaar voor recente jaren. Om de tijdreeks consistent te laten zijn is ervoor gekozen de kosten voor de hele periode te baseren op de CBS statistiek. De stijging in de milieukosten in de periode 1990-2003 wordt dus niet veroorzaakt door deze aanpassing. Dit heeft wel als gevolg dat de milieukostencijfers voor de hele periode afwijken van eerder gepubliceerde cijfers.

Bronnen

  • Hanemaaijer, A.H. en M.C.A.P. Dirkx (2001). MONNIE 2000: Milieukostenmodel RIVM. RIVM (rapportnr. 773 401 003), Bilthoven.
  • VROM (1998). Kosten en baten in het milieubeleid - definities en berekeningsmethoden. Publicatiereeks milieustrategie 1998/6. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), Den Haag.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
12
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
11
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Milieukosten per doelgroep, 1990-2003 (indicator 0424, versie 05,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.