Overzicht milieugerelateerde gezondheidsrisico's

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De belangrijkste milieufactoren met risico's voor de volksgezondheid zijn luchtverontreiniging, UV-straling, geluid, een ongezond binnenmilieu en microbiële verontreiniging van voedsel.

In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de stand van kennis van gezondheidsrisico's van milieufactoren. De lange lijst van mogelijk schadelijke milieufactoren uit Zorgen voor morgen (RIVM, 1988) is flink ingekort. Dit komt enerzijds door het voortschrijdend inzicht in de onschadelijkheid van bepaalde milieufactoren, en anderzijds doordat de niveaus van blootstelling door succesvol milieubeleid aanzienlijk zijn gereduceerd (RIVM, 2000). Luchtverontreiniging en geluid blijven echter hardnekkige milieuproblemen.

MilieuthemaEffecten op de gezondheid
BinnenmilieuDoor onder meer vocht, schimmels en stank in de woning kunnen mensen diverse gezondheidsklachten krijgen. De effecten verschillen per oorzaak en variëren van hinder, allergische en reumatische klachten tot luchtwegaandoeningen en carcinogene effecten. Voor een aantal stoffen zijn effecten vastgesteld op populatieniveau (stikstofoxiden, koolmonoxide, VOS, benzeen, formaldehyde, fijn stof en asbest). Er is onduidelijkheid over het precieze verband tussen enerzijds vocht en binnenluchtkwaliteit en anderzijds astma en Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD).
Over gezondheidseffecten bij gecombineerde blootstelling is weinig bekend. Uitzonderingen zijn de blootstelling aan radon en roken en de combinatie van asbest en roken. Recente gegevens over de blootstelling binnenshuis aan biologische agentia, geluid en elektromagnetische velden ontbreken. Het RIVM heeft in kader van het Actieprogramma Gezondheid en Milieu advieswaarden opgesteld voor stoffen in het binnenmilieu.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Gezondheidsklachten binnenmilieu, 2019-2020

BodemWonen op verontreinigde grond leidt in Nederland waarschijnlijk niet direct tot gezondheidsschade, specifieke situaties uitgezonderd. De blootstelling aan verontreinigingen in de bodem is daarvoor te gering. Gronddeeltjes die door jonge kinderen worden ingeslikt en de consumptie van verontreinigd voedsel leveren de grootste bijdrage aan de blootstelling aan bodemverontreiniging. Eventuele effecten zijn afhankelijk van de aard van de verontreiniging. De blootstelling wordt geschat met behulp van modellen. Deze modelmatige aanpak gaat gepaard met onzekerheden, vooral door aannames over concentraties in de bodem en de opname. De totale omvang van bodemverontreiniging in Nederland is naar verwachting in 2005 in kaart gebracht. Op basis van humaan- en ecotoxicologisch onderzoek zijn interventiewaarden opgesteld voor bodemverontreinigende stoffen.

DrinkwaterBij gebruik van drinkwater uit het drinkwaternet zijn de risico's voor de gezondheid erg klein. De drinkwaterkwaliteit is in het algemeen goed in Nederland. Het merendeel van de bevolking is aangesloten op het drinkwaternet. Zuigelingen die drinkwater krijgen afkomstig uit loden leidingen vormen een risicogroep. De hoge nitraatgehaltes in grondwater in sommige gebieden vormen alleen een probleem voor mensen, die hun drinkwater krijgen uit privé-putten. Er vindt onderzoek plaats naar risico's van het (toenemend) gebruik van oppervlaktewater voor de drinkwaterbereiding en naar de effectiviteit van zuiveringsmethoden.
Beheersing van de risico's vindt plaats bij de bron. Maatregelen zijn onder andere het vervangen van loden leidingen en het monitoren op mogelijke verontreinigingen bij drinkwaterpompstations.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Bestrijdingsmiddelen in drinkwater, 1995-2021
Innamestops waterwinbedrijven, 1969/2007-2021

Externe veiligheid
Bij externe veiligheid gaat het om risico's, die omwonenden lopen door vliegverkeer en de productie, het gebruik, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen. Daarbij gaat het niet alleen om de bedrijfsplekken zelf, maar ook om het vervoer van en naar zulke plaatsen.
Op dit moment wonen in Nederland minstens 52 000 mensen in gebieden, waar de norm voor het plaatsgebonden risico wordt overschreden. Dit zijn dus alle personen opgeteld, die een risico lopen groter dan 1 op 1 miljoen op een dodelijk ongeluk door een incident bij een bedrijf in hun omgeving. Voor 19 000 personen wordt dit verhoogde risico veroorzaakt door de luchtvaart en voor 29 000 mensen door LPG-tankstations. Ook de kans op een ramp met dodelijke slachtoffers, is op verschillende plaatsen in Nederland groter dan de geaccepteerde norm voor het groepsrisico. Naast deze berekende risico's, speelt ook de beleving van risicodragende activiteiten een rol. Onderzoek naar effecten van deze beleving op het welzijn vindt in Nederland nauwelijks plaats. Na de Bijlmerramp en de vuurwerkramp in Enschede is de gezondheid van de getroffenen onderzocht. Bovendien is een expertisecentrum voor onderzoek bij rampen opgezet. Uit preventief oogpunt inventariseert de overheid risicovolle situaties en bedrijven in Nederland en berekent zij de risico's. Deze gegevens worden getoetst aan normen voor het individuele risico en het groepsrisico. Een aantal provincies hebben de risico's en effecten van mogelijke calamiteiten inzichtelijk gemaakt met digitale risicokaarten. Verder wordt gewerkt aan een register voor risicovolle situaties voor heel Nederland.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Externe veiligheidsrisico's: de kans op een ongeluk (inleiding)
Groepsrisico: de kans op een ramp in Nederland per activiteit, 2005
Externe veiligheidsrisico's in Nederland, 2010

GeluidGeluid is een groeiend milieuprobleem. Langdurige blootstelling aan geluid kan leiden tot welzijnseffecten zoals hinder en slaapverstoring enerzijds, en meer klinische effecten zoals gehoorschade en hart- en vaatziekten anderzijds. Effecten als hinder en slaapverstoring kunnen al vanaf een geluidbelasting van 40 dB(A) optreden. Van genoemde effecten komt hinder het meeste voor. De onderbouwing van de relatie tussen geluid en specifieke effecten is divers: De relatie tussen geluid en hinder is voldoende onderbouwd. Er blijven vraagtekens over de precieze bijdrage van non-akoestische factoren. Er is een voorlopige dosis-responsrelatie ontwikkeld voor slaapverstoring door geluid en de gezondheidsgevolgen daarvan op de lange termijn. Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een causaal verband tussen geluid en stressgerelateerde klachten, zoals een verhoogde bloeddruk, hart- en vaatziekten. Er zijn aanwijzingen voor een associatie tussen geluid en een verminderd prestatievermogen bij kinderen. Voor de mogelijke gevolgen van geluid voor het hormoon- en immuunsysteem is momenteel onvoldoende bewijs. Er zijn diverse modellen beschikbaar om de blootstelling aan geluid op landelijk en lokaal niveau te berekenen en valideren.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Klachten vliegtuig geluidhinder Schiphol 2000 - 2016
Milieuklachten over bedrijven, 2001 Slaapverstoring door vliegtuiggeluid rond Schiphol, 1990-2005
Gezondheidseffecten van geluid (Nationaal Kompas Volksgezondheid)

GeurDe industrie, landbouw en verkeer kunnen bronnen zijn van geur. Blootstelling aan geur kan leiden tot overlast en hinder, maar ook tot lichamelijke effecten zoals hoofdpijn of ademhalingsklachten. Stankhinder is een belangrijke hinderfactor in de leefomgeving. De mate van geurhinder wordt veelal geschat aan de hand van klachtmeldingen of modelberekeningen. Ook wordt geurhinder onderzocht met behulp van telefonische of schriftelijke enquêtes of soms met dagboekjes.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Geurhinder: bronnen en beleid
Geurhinder per bron, 2021

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO's)Er is momenteel nog weinig bekend over gezondheidseffecten die mogelijk samenhangen met het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen.

Leefomgevingkwaliteit
fysiek milieu, ruimtelijke ordening, sociaal milieu.
Nederlanders zijn zeer tevreden met hun woning en woonomgeving. Maar met name in de grote steden zijn er buurten waar de leefomgeving te wensen overlaat. Hier vallen problemen met bijvoorbeeld de kwaliteit van de woningvoorraad samen met sociale problemen en is er soms ook nog sprake van milieuproblemen. De leefomgeving heeft invloed op de gezondheid, bijvoorbeeld door luchtverontreiniging, geluid of verkeersongevallen. De gezondheid wordt ook indirect beïnvloedt door stress of negatieve gevoelens die ontstaan door hinder, perceptie van gezondheidsrisico's, een verslechterde woonomgeving of sociale onveiligheid. Sommige kenmerken van de leefomgeving zijn feitelijk te tellen of te meten, zoals bijvoorbeeld de afstand tot groen in de buurt of het aantal decibellen geluid. Andere kenmerken, zoals bijvoorbeeld gevoelens van (on)veiligheid, worden bepaald door mensen te vragen hoe ze zélf de kwaliteit van hun leefomgeving ervaren (perceptie). Het oordeel over de kwaliteit van de leefomgeving wordt door beiden bepaald en is afhankelijk van tijd, plaats en omgeving.

LichtGezondheidsrisico's
Er is momenteel nog weinig bekend over de mogelijke effecten van verstoring door de toename van kunstlicht in de avond en de nacht op het welbevinden van de mens (Gezondheidsraad, 2003).

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Verlichting in de nacht

Nationale luchtverontreinigingBlootstelling aan fijn stof leidt in Nederland jaarlijks tot ca. 2500 vroegtijdige sterfgevallen, terwijl het aantal vroegtijdige sterfgevallen door ozon op 1500 wordt geschat. Daarnaast wordt geschat dat luchtverontreiniging verantwoordelijk is voor 1-3% van de spoedopnamen voor long- en hart- en vaataandoeningen. Het is onbekend of ozon en fijn stof zelf de stoffen zijn die het effect veroorzaken of dat zij alleen de indicatoren voor een schadelijk mengsel zijn. Over chronische effecten van aan verkeer gerelateerde lokale luchtverontreiniging, zoals astma, allergische klachten, chronische luchtwegklachten, bij zowel volwassenen als kinderen, is nog weinig bekend. Met het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit worden concentraties van stoffen in de buitenlucht gemeten. Om een beeld te krijgen van de lokale milieukwaliteit maken onderzoekers gebruik van verkeersmilieukaarten en verspreidingsmodellen. Daarnaast zijn er enkele lokale meetnetten. Ook worden emissiegegevens verzameld, waarmee met behulp van modelberekeningen de blootstelling van de bevolking kan worden berekend.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Gezondheidseffecten van fijn stof en ozon, 1992 - 2013

StoffenDoor het Ministerie van VROM is een lijst opgesteld van met prioriteit te beheersen, milieugevaarlijke stoffen. Deze lijst is in 2004 uitgebreid. De kennis over de gezondheidseffecten van deze stoffen is beperkt. Van de gezondheidseffecten van hormoonverstorende stoffen is nog weinig bekend. Er is ook weinig bekend over de effecten van cumulatieve blootstelling aan verschillende stoffen. Recentelijk is door het RIVM onderzoek gedaan naar de cumulatieve blootstelling aan bestrijdingsmiddelen.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Emissies prioritaire stoffen naar lucht, water en bodem, 1990-2010
Emissie van bestrijdingsmiddelen in Nederland, 1984-2000
Dioxinen, furanen en PCB's in moedermelk, 1988-2003
PCB en kwik in aal, 1980-2004

Straling (ioniserend)
Ioniserende straling is deeltjesstraling (onder andere alfa- en bèta-straling) of elektromagnetische straling met voldoende energie om ionisatie in materie te kunnen bewerkstelligen.
Ioniserende straling kan weefsel en DNA beschadigen. Daardoor neemt bij verhoogde blootstelling de kans op gezondheidsschade, zoals het ontstaan van kanker, toe. Ioniserende straling kan ook aangeboren afwijkingen veroorzaken (teratogene effecten). Het is niet mogelijk teratogene effecten in de Nederlandse bevolking kwantitatief te schatten. Bij hoge doses is acute schade mogelijk. De effecten van ioniserende straling zijn beschreven in een rapport van de Gezondheidsraad (2003). De stralingsbelasting wordt in Nederland gemeten en heeft voor bijna 70% een natuurlijke oorsprong, is voor circa 30% afkomstig van medische toepassingen en voor een klein percentage afkomstig van overige menselijke activiteiten. Voor informatie over radon: zie binnenmilieu.
Straling (niet-ioniserend)
Niet-ioniserende straling is elektromagnetische straling met minder energie, UV, zichtbaar licht en infrarode straling.
UV-straling kan leiden tot huidkanker. Blootstelling aan radiofrequente straling als gevolg van mobiele telefonie, basisstations,radio- en televisiezenders heeft, voor zover nu bekend is, geen direct gezondheidsverlies tot gevolg (Gezondheidsraad, 2003). Van de 3 miljoen Nederlandse kinderen wonen er ongeveer 20.000 in de buurt van een hoogspanningslijn. Blootstelling aan het magnetische veld rond deze lijnen zou maximaal één van de 110 nieuwe gevallen van kinderleukemie per jaar kunnen verklaren. Een verklarend werkingsmechanisme is echter nog onbekend. Het is daardoor onduidelijk of er sprake is van een oorzakelijk verband.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Extra huidkankerrisico in Europa door toename UV-straling, 1980-2006
UV-straling in Europa, 1980-2006
UV-straling in Nederland, 1980-2022
Blootstelling kinderen aan magnetische velden van hoogspanningslijnen

Voedselveiligheid Er zijn diverse programma's opgezet voor routinematige monitoring, controle en bewaking van voedingsmiddelen en drinkwaren. Bijvoorbeeld de controle op de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen en dioxine-achtige stoffen. De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan hormoonverstorende stoffen. De gezondheidseffecten hiervan zijn momenteel nog onvoldoende onderzocht.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Dioxinen, furanen en PCB's in moedermelk, 1988-2003
PCB en kwik in aal, 1980-2004

ZwemwaterOppervlaktewater brengt bij recreatief gebruik een kans op gezondheidsproblemen met zich mee. Het gaat met name om maagdarminfecties, huidinfecties, de ziekte van Weil en ooginfecties. Kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderd immuunsysteem vormen een risicogroep vanwege hun grotere gevoeligheid voor infectieziekten. Het RIVM houdt jaarlijks een enquête onder GGD'en en Provincies over het aantal gezondheidsklachten dat zij registreerden in verband met recreatie in oppervlaktewater. Het aantal meldingen van recreatiewater-klachten wordt ieder jaar hoger. Het aantal klachten lijkt voornamelijk samen te hangen met de temperatuur in de zomer. Dit komt doordat in hete zomers meer wordt gezwommen en warmer water meer ziekteverwekkers kan bevatten. Omdat niet alle klachten worden gemeld, ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk hoger.  De verontreiniging van (waterbodems van) regionale wateren is nog niet volledig in beeld gebracht.

Relevante informatie elders in het Milieucompendium
Kwaliteit zwemwaterlocaties, 1998-2019
Gezondheidsklachten in verband met recreatie in oppervlaktewater, 1990-1999

Geraadpleegde bronnen
- Gezondheidsraad (2003) Gezondheid en milieu: Kennis voor beleid. Den Haag: Gezondheidsraad
- GG & GD Amsterdam (1996). Handboek binnenmilieu. GG & GD, Amsterdam.
- Handboek lawaaibeheersing (2004). Hoofdstuk 2: Geluid en Gezondheid. Kluwer Uitgevers
- Landelijke Vereniging voor GGD'en (1996). Handboek buitenmilieu.
- RIVM (1988). Zorgen voor Morgen. Nationale Milieuverkenning 1985-2010. Bilthoven.
- RIVM (2000). Nationale Milieuverkenning 5 2000-2030. Samsom bv, Alphen aan den Rijn.
- The ESF Scientific Programme on Environment and Health, 1999.
- TNO preventie en Gezondheid (2001). Milieu en gezondheid 2001-overzicht van risico's, doelen en beleid; TNO rapport 2001.95.
- VROM/VWS (2002). Actieprogramma Gezondheid en Milieu. Uitwerking van een beleidsversterking. Ministerie van VROM/Ministerie van VWS (rapportnummer: VROM 020396/05-02 21767/206), Den Haag.
Bron: RIVMMNP/MC/okt05

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
07
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Overzicht milieugerelateerde gezondheidsrisico's (indicator 0433, versie 06,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.