Energieprijzen voor enkele energiedragers, 2010-2020

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De energieprijzen fluctueren en vertonen niet allemaal hetzelfde beeld. Na hoge prijzen in 2011 tot en met 2014 is de olieprijs weer gedaald. De kolenprijs is de laatste jaren flink toegenomen maar begint eind 2019 weer te dalen. De aardgasprijs en elektriciteitsprijs dalen ook geleidelijk in de loop van de jaren.


De prijzen van olie, steenkool, aardgas en elektriciteit worden uitgedrukt in lopende prijzen, oftewel prijzen die op het betreffende moment voor de energiedrager moesten worden betaald.

Wereldolieprijs

In juni 2014 kostte een vat aardolie (Europe Brent) nog bijna 112 dollar. Dit is de laatste topnotering. Daarna daalde de wereldolieprijs flink tot iets minder dan 50 dollar in januari 2015 als gevolg van een lage vraag en groot aanbod. Door een stagnatie van de economieën van China, Rusland, Brazilië en Europa hadden de industrieën daar een aantal jaren minder energie nodig en was er minder brandstof nodig voor transport. Tevens wordt er in de Verenigde Staten steeds meer olie voor de eigen markt geproduceerd. In januari 2016 lag de olieprijs op nog maar een kleine 32 dollar per vat, waarna de prijs langzaam weer toenam tot een niveau van 81 dollar per vat in oktober 2018. Daarna volgde weer een scherpe daling tot net geen 27 dollar per vat rond april 2020. Dit was grotendeels het gevolg van sterk teruggelopen vraag als gevolg van het uitbreken van de corona pandemie. Aan het einde van 2020 was de prijs hersteld naar 50 dollar per vat.

Steenkoolprijs

Steenkool blijft vooralsnog een goedkope energiebron en blijft daarmee ondanks de grote milieunadelen interessant voor een betaalbare energievoorziening.

Aardgasprijs

Het aardgasverbruik kenmerkt zich door een seizoen patroon. Het verwarmen van panden in de koude maanden is hoofdoorzaak van een groter verbruik. In de zomermaanden is het aardgasverbruik veel lager. Hiermee is de prijs per eenheid in de zomer een stuk hoger dan in de winter. Het deel vaste kosten wordt over minder verbruik verrekend. Dit seizoen patroon is vooral goed te zien bij het verbruik van huishoudens. Bij grootzakelijke afnemers is dit effect minder groot, omdat aardgas hier niet hoofdzakelijk voor verwarming wordt verbruikt, maar ook in productieprocessen (CBS, 2012a).

Elektriciteitsprijs

De elektriciteitsprijs hangt onder andere af van de brandstofprijzen van olie, kolen en aardgas. Een andere belangrijke component wordt gevormd door de kosten voor de centrales en transportnetten. Dit is de reden dat de invloed van de brandstofprijzen minder doorwerkt in de prijs van elektriciteit.

Energiedragers steeds schaarser

Goedkope, conventioneel winbare voorraden aardgas en olie op aarde worden steeds schaarser. Tegelijkertijd is de verdeling hiervan over de wereld scheef. Zo beschikken China en India wel over kolen, maar nauwelijks over conventionele voorraden olie en aardgas, en raken de Europese gasvoorraden op. Europa moet daarom een steeds groter deel van de vraag naar gas importeren. Hierdoor zal de importafhankelijkheid in de toekomst toenemen. Ook voor de levering van olie blijft Europa afhankelijk van een kleine groep landen en zal de importafhankelijkheid in de komende jaren nog stijgen.

Bronnen

Relevante informatie

  • De databank StatLine van het CBS bevat gegevens over de prijzen van een groot aantal andere energiedragers. Meer gegevens over energieprijzen staan ook op de website van EIA.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Energieprijzen voor enkele energiedragers
Omschrijving
Prijzen van de volgende energiedragers:
1. wereldolieprijs (Europe Brent) (in dollar per vat);
2. invoerprijs van ketelkolen (steenkool dat gebruikt wordt in ketels in elektriciteitscentrales) uit niet- EU-landen (in euro per 1000 kg);
3. eindverbruikersprijzen aardgas (huishoudens, zakelijk, grootzakelijk) (in euro per GJ, excl. BTW en belastingen);
4. eindverbruikersprijzen elektriciteit (huishoudens, zakelijk, grootzakelijk) (in euro per MWh, excl. BTW en belastingen);
Voor de wereldolieprijs worden maandelijkse gegevens gepresenteerd. Voor aardgas, elektriciteit en steenkool gaat het om kwartaalgegevens.
De gepresenteerde prijzen zijn zogenaamde lopende prijzen. Lopende prijzen zijn prijzen die op het betreffende moment betaald moesten worden.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
Zie de betreffende methodebeschrijvingen (CBS, 2012b en 2017)
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Wereldprijzen van diverse energiedragers en gemiddelde eindverbruikersprijzen van aardgas en elektriciteit voor diverse categorieën klein- en grootverbruik.
Verschijningsfrequentie
Dagelijks (aardolie), per kwartaal (aardgas, elektriciteit, ketelkolen).
Opmerking
De gegevens die in deze versie van de indicator Energieprijzen worden gepresenteerd wijken op enkele punten af van die in de vorige versie:
1. De wereldolieprijs wijkt in deze versie iets af van die in de vorige versie. Dit komt doordat de prijzen in deze versie als termijnprijzen (3 maands) waargenomen worden i.p.v. zgn. spotprijzen.
2. De invoerprijs ketelkolen is in deze versie uitgedrukt in euro per gewichtseenheid in plaats van in euro per energie-eenheid.
3. De elektriciteitsprijs is in deze versie uitgedrukt in euro per MWh in plaats van euro per kWh.
Betrouwbaarheidscodering
Wereldolieprijs: Integrale waarneming;
Eindverbruikersprijzen aardgas en elektriciteit: Schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is;
Invoerprijs steenkool: Schatting gebaseerd op een groot aantal zeer accurate metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is;

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Energieprijzen voor enkele energiedragers, 2010-2020 (indicator 0554, versie 13,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.