Das, 1960 - 2009
Sinds de inwerkingtreding van het soortbeschermingsplan in 1984 neemt het aantal dassen toe. Op dit moment wordt de populatie geschat op 5000 dassen. Het verkeer was en is nog steeds een belangrijke doodsoorzaak van de das.
Sterke toename vanaf 1995
In 2009 zijn in Nederland 1660 km-hokken geteld, waarin een of meer dassenburchten voorkomen. Het aantal dassenburchten is indicatief voor het aantal dassen, zodat het aantal dassen in 2009 kan worden geschat op circa 5000. Ten opzichte van 1980 is dat een verviervoudiging.
Vanaf 1980 worden de aantallen dassenburchten systematisch geteld. Voor 1980 zijn alleen incidentele waarnemingen gedaan. Op basis daarvan kon worden geschat dat tussen 1960 en 1980 de dassenpopulatie in Nederland met circa een derde achteruitgegaan was. Deze achteruitgang leidde tot het soortbeschermingsplan van 1984.
De laatste jaren breidt ook het aantal leefgebieden van de das uit. In 2000 lagen de meeste dassenburchten in Zuid-Limburg, rond Nijmegen en op de Veluwe, allemaal op reliëfrijke gronden. Momenteel zijn er ook burchten in de provincies Friesland, Overijssel, Drenthe en Utrecht (inclusief het Gooi) en Noord-Holland. In Noord-Brabant worden meer deelpopulaties met elkaar verbonden.
Das heeft afwisselend landschap nodig
De das heeft een afwisselend landschap nodig met zowel bos als agrarisch gebied. In bos op reliëfrijke gronden kan de das burchten graven, grote ondergrondse bouwwerken waar een familie of een clan overdag in verblijft. 's Nachts zoekt de das zijn voedsel op akkers, boomgaarden en graslanden in de nabijheid van zijn burcht.
Voor de das moeten dus meerdere biotopen aanwezig zijn en daarmee stelt hij hoge eisen aan zijn omgeving. Veranderingen in een van de biotopen veroorzaakt al gauw een probleem voor de das, vooral als dit tot gevolg heeft dat zijn belangrijkste voedselbron, de regenworm, minder voorkomt of slechter bereikbaar wordt. Voorbeelden daarvan zijn graslanden die worden omgezet in maïsakkers, in een paardenwei of die verruigen in het kader van natuurontwikkeling.
Jacht was lang de belangrijkste doodsoorzaak
De das werd lang gezien als een schadelijk dier. Tot de eerste helft van de 20e eeuw mocht er vrij op de das gejaagd worden met tot gevolg dat de aantallen sterk reduceerden. In 1947 kwam een einde aan de vrije jacht door de Jachtwet. De overheid verleende echter nog wel vergunningen om de das te doden wanneer ze schade veroorzaakte. Vanaf 1960 werden ook deze vergunningen stopgezet, al had dit niet direct tot gevolg dat het aantal dassen toenam. Pas na 1980 nam het aantal dassen toe en breidde ook het aantal leefgebieden uit. Diverse maatregelen uit het soortsbeschermingsplan van 1984 hebben hiertoe bijgedragen.
Verkeer was en is een belangrijke doodsoorzaak
Het verkeer is de belangrijkste doodsoorzaak van de das. Vanaf 1990 neemt jaarlijks het aantal verkeerslachtoffers toe. Dit wordt veroorzaakt door een toename van zowel de verkeersintensiteit als ook het aantal dassen. Sterfte door het verkeer schommelt de laatste decennia grofweg tussen de 10 en de 20% t.o.v. de totale populatie. In 1990 lag het percentage verkeersslachtoffers rond de 12%, in 2001 steeg het naar schatting naar 17-18%. De laatste waarnemingen van 2009 laten zien dat het percentage weer gedaald is en op het niveau van 1990 is uitgekomen. In 2009 zijn ruim 500 verkeerslachtoffers gevonden. Ten opzichte van de totale populatie van circa 5000 dieren is het percentage verkeersslachtoffers nu ongeveer 10%. Zeer waarschijnlijk hebben de getroffen beschermende maatregelen bijgedragen aan de daling van het percentage verkeersslachtoffers.
Referenties
- Das & Boom (2002) Landelijk onderzoek naar de kwaliteit van de dassen voorzieningen. Vereniging Das & Boom. Nijmegen/Beek-Ubbergen
- Dirkmaat, J.J. (1997). De das in Nederland. Vereniging Das & Boom. Nijmegen/Beek-Ubbergen.
- Dirkmaat, J.J. (2006) De das gered ! Hoe een vereniging zichzelf overbodig maakte. Vereniging Das & Boom. Nijmegen/Beek-Ubbergen.
- Lange, R., A. Martens, K. Schulte Fischedick en F. van der Vliet (2002). Op zoek naar zoogdieren. KNNV en VZZ. Utrecht en Arnhem.
- LNV (1984). Landelijk dassenbeschermingsplan. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Vissserij. Den Haag.
- Moll, G.C.M. van (1999). Nederland als woongebied van de das van 1900 t/m 1995. Vereniging Das & Boom. Werkdocument IKC Natuurbeheer nr. W-109. Informatie en Kennis Centrum Natuurbeheer. Wageningen.
- Moll, G.C.M. (2002) Verspreiding van de Das in Nederland. Vereniging Das & Boom. Rapport EC-LNV nr 2002/150. Expertisecentrum LNV Ede/Wageningen
- Moll, G.C.M. van (2005). Distribution of the badger (Meles meles L.) in the Netherlands, changes between 1995 and 2001. Lutra 48(1): 3-34.
- Thissen, J.B.M., R.H. Witte van den Bosch, C. Achterberg, D. Bekker, E.T.C. de Bruijckere & V.A.A. Dijkstra, 2009. Verspreidingsonderzoek Nederlandse Zoogdieren VONZ 2008. Zoogdiervereniging VZZ. Arnhem.
- Wiertz, J. en J. Vink (1983). Inventarisatierapport over de das in Nederland 1960-1980. Deel 1. Methode en resultaten. Rapport 83/15. Rijksinstituut voor Natuurbeheer. Leersum.
Relevante informatie
Technische toelichting
Naam van het gegeven
1. Das, 1960 - 2009
Omschrijving
1.Trend van het aantal door dassen bewoonde kilometer-hokken2. Trend van het aantal verkeersslachtoffers onder dassen
Verantwoordelijk instituut
Zoogdiervereniging & Das en Boom
Berekeningswijze
Aantalsontwikkeling:
Het betreft het unieke aantal km-hokken waar in de periode 2006 - 2009 bewoonde dassenburchten zijn aangetroffen. Voor populatieschatting: gemiddeld aantal dassen per hoofdburcht is drie.Verkeersslachtoffers:
Het betreft het aantal gemelde verkeersslachtoffers op wegen en spoorlijnen. De werkelijke aantallen zijn hoger omdat niet alle verkeersslachtoffers worden gemeld en een deel van de dieren pas later bezwijkt aan de door de aanrijding ogelopen verwondingen.
Basistabel
De aantallen zijn gebaseerd op gegevens van de Zoogdiervereniging, Das en Boom, Waarneming.nl en de Nationale Databank Flora & Fauna.
Geografisch verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Drie tot vijfjaarlijks
Achtergrondliteratuur
http://www.zoogdiervereniging.nl/node/21 en www.dasenboom.nl
Opmerking
Waarnemingen kunnen doorgegeven worden via www.telmee.nl en www.waarneming.nl
Betrouwbaarheidscodering
Aantalsontwikkeling: B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.Verkeersslachtoffers: C. Schatting gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd
Archief van deze indicator
Referentie van deze webpagina
CBS, PBL, RIVM, WUR (2010). Das, 1960 - 2009 (indicator 1071, versie 04 , 17 juni 2010 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.