Heide- en hoogveenareaal, 2008

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De oppervlakte heide is in 150 jaar sterk afgenomen en er is nog maar weinig hoogveen over.

Areaal heide veranderlijk door menselijk ingrijpen

In 1833 bedroeg de totale oppervlakte heide 600.000 ha; dat is 20% van de oppervlakte van Nederland. Vanaf die tijd is de oppervlakte snel afgenomen. Een van de oorzaken daarvoor is dat eind 19e eeuw de schapenhouderij verminderde als gevolg van de dalende wolprijzen door de import van wol uit Australië. Vervolgens verviel door de toepassing van kunstmest ook de noodzaak om schapen voor de mest te houden. In 1907 was er nog 450.000 ha heide over. Daarna kwamen de heideontginningen op gang. De grootste afname van de oppervlakte heide vond plaats in de crisistijd na 1930 toen de heide grootschalig werd ontgonnen voor landbouwgrond en bos. In 1940 was er nog 100.000 ha over.
Het huidige areaal heide bedraagt 43.000 ha (2008), exclusief hoogveen en stuifzanden. Nadat in de jaren zestig de ontginningen van de heide geheel gestopt waren vormde het achterwege blijven van het traditionele beheer, en de verstruiking en verbossing die dat veroorzaakte, een nieuwe aanslag op het areaal heide. Tussen 1964 en 1983 veranderde 18.000 ha heide door natuurlijke successie in bos. Tegenwoordig worden op diverse plekken in het kader van heideherstel bossen omgevormd tot heide (bijvoorbeeld op de Utrechtse Heuvelrug, de Gorsselse Heide en de Brabantse Wal).

Areaal hoogveen

De huidige oppervlakte hoogveen is veel geringer dan vroeger, vooral als gevolg van turfwinning en ontwatering. In 1900 bedroeg het areaal hoogveen ongeveer 90.000 ha, waarvan in 2008 nog circa 5.700 ha over was. Het huidige areaal hoogveen bestaat voor het grootste deel uit gedegenereerd hoogveen, dat betekent dat er in dat deel geen veenvorming meer optreedt. De oppervlakte levend hoogveen in Nederland is zeer beperkt. Het Bargerveen in het uiterste zuidoosten van Drenthe, het Witterveld in Drenthe en fragmenten in de Peel in Brabant zijn voorbeelden van gebieden waar levend hoogveen aanwezig is. Behoud en ontwikkeling van kwaliteit en oppervlakte zijn mogelijk, ook bij klimaatverandering, mits de waterhuishouding optimaal is. Dat wil zeggen voldoende hoge grondwaterstanden in de zandondergrond en de veenbasis, in combinatie met een waterondoorlatende (veen)laag en/of de toevoer van lokaal grondwater. Om hoogvenen op de lange termijn in Nederland ook bij het meest extreme klimaatscenario (het W+ scenario van de KNMI-scenario's ) te behouden, zijn waterhuishoudkundige maatregelen nodig, zoals de aanleg en inrichting van bufferzones en compartimenten en/of door het bevorderen van kwel.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Heide- en hoogveenareaal, 2008
Omschrijving
Areaal heide vanaf 1833 in 8 perioden
Verantwoordelijk instituut
Alterra (Willemien Geertsema sinds 2012, daarvoor CBS)
Berekeningswijze
De grafiek geeft alleen de oppervlakte heide weer, al is niet uitgesloten dat de gemelde achteruitgang in oppervlakte heide tussen 1833 en 1907 mede is toe te schrijven aan hoogveenontginningen. De informatie komt zowel uit opgaven in de literatuur als uit bosstatistieken en uit de recente topografische kaart 1:10000. In de oude bronnen is niet precies duidelijk wat tot heide gerekend werd en wat tot hoogveen of heischraal grasland. Daardoor zijn de oppervlakte cijfers niet exact en mogelijk onderling niet helemaal vergelijkbaar. Het heideareaal van de meest recente periode (referentiejaren 2006/2007) is gebaseerd op LGN6. Deze baseert zich naast de Top10 (2006) onder andere op de BasisKaartNatuur (2007). Deze BKN2007 is gebaseerd op o.a. Top10, Beheersbestanden van SBB en SAN/SN uit 2008, Luchtfoto's, Landsat Satelietbeelden en LGN5.
Heide omvat in deze analyse de legenda-eenheden Duinheide (34), Heide (36), Matig vergraste heide (37) en Sterk vergraste heide (38).
Hoogveen is niet in de grafiek opgenomen. Het getal in de tekst over het huidige areaal is gebaseerd op LGN6, legenda-eenheid Hoogveen (39).
Basistabel
LGN6 (Alterra)
Geografische verdeling
Landelijk
Verschijningsfrequentie
-
Achtergrondliteratuur
Bijlsma, R.J., R.W. de Waal en E. Verkaik (2009) Natuurkwaliteit dankzij extensief beheer. Nieuwe mogelijkheden voor beheer gericht op een veerkrachtig bos- en heidelandschap. Alterra-rapport 1902, Wageningen.
Bijlsma, R.J., A.J.M. Jansen, J. Limpens, M.F. Wallis de Vries en J.P.M. Witte( 2011) Hoogveen en klimaatverandering in Nederland. Alterra-rapport 2225, Wageningen.
Turnhout, C. van, E. Brouwer, M. Nijssen, S. Stuijfzand, J. Vogels, H. Siepel & H. Esselink (2008). Herstelmaatregelen in heideterreinen; invloed op de fauna. - Samenvatting OBN onderzoek en richtlijnen met betrekking tot de fauna. Rapport DK nr. 2008/042-O, Ede
Opmerking
De lichte toename in heide areaal zoals die in 20008 te zien is t.o.v.1990 is waarschijnlijk gedeeltelijk te danken aan een andere manier van bepaling van het heide areaal. Maar ook het omzetten van (naald)bos in heide draagt bij aan toename heide areaal.
Betrouwbaarheidscodering
c. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Heide- en hoogveenareaal, 2008 (indicator 1133, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.