Trend broedvogels van moeras en zoet water, 1990-2020

De trend van de vogelsoorten van moeras en zoet water laat een gestage stijging zien sinds 1990.

Ontwikkeling broedvogels van moeras en zoet water

De gemiddelde trend van de vogels van zoet water en moeras neemt sinds 1990 gestaag toe (zie eerste tabblad). 15 soorten nemen toe in aantallen, maar van negen soorten vertoont de trend juist een afname. Zeven soorten zijn stabiel.
Twee processen hebben grote invloed op moeras en zoet water. Enerzijds is er successie van moeras naar moerasbos; dit is gunstig voor diverse soorten die gebruik maken van struiken, ruigten en jonge bossen in moerassen. Anderzijds zijn er herstel- en uitbreidingsmaatregelen voor moeras en open water. In het verleden nam het areaal moeras toe, met name door de ontwikkelingen in de Oostvaardersplassen en in afgesloten zeegaten als het Lauwersmeer; meer recent is de areaaluitbreiding vooral gestuurd door natuurontwikkelingsprojecten, vaak in combinatie met het realiseren van waterberging. Veel moerasvogels hebben daarvan geprofiteerd.
Ook de verbetering van de waterkwaliteit heeft een positieve rol gespeeld. Een soort als de krooneend, een voedselspecialist van kranswieren heeft bijvoorbeeld duidelijk geprofiteerd van herstel van waterplantvegetaties. Daarnaast ligt voor sommige soorten de oorzaak van de positieve trend deels buiten Nederland. Zij overwinteren in Afrika en daar was de situatie de laatste jaren gunstig. Het gaat hierbij om soorten als purperreiger, sprinkhaanzanger, rietzanger, snor en kleine karekiet.

Ontwikkeling rietsoorten

Rietvogels in moerassen zijn in de tweede helft van de 20e eeuw achteruitgegaan door het verdwijnen van riet. De laatste 12 jaar zijn de populaties gemiddeld stabiel (zie tweede tabblad), al gaat met name de grote karekiet nog steeds achteruit. Van de acht in deze indicator opgenomen soorten zijn er drie vooruitgegaan, bleven er twee stabiel, en gingen er drie achteruit. De rietkragen in het water zijn in vergelijking met vroeger tijden smaller geworden door de slechte waterkwaliteit en door wijzigingen in het waterbeheer. Verder wordt riet verdrongen door struiken en bomen en begraasd door foeragerende grauwe ganzen. Ook het intensief maaien van rietvelden is nadelig voor rietvogels.

Bronnen

  • Boele, A., J. van Bruggen, F. Hustings, A van Kleunen, K. Koffijberg, J.W. Vergeer & T. van der Meij (2021). Broedvogels in Nederland in 2019. Sovon-rapport 2021/02. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
  • Zwarts L., Bijlsma R., van der Kamp J. en Wymenga E. (2009). Living on the edge, Birds and Wetlands in a changing Sahel. KNNV Uitgeverij, Zeist, 564 blz.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Trend broedvogels van moeras en zoet water
Omschrijving
Populatieontwikkeling broedvogels in moeras en zoet water
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
SoortselectieIn de deze indicator zijn 31 inheemse broedvogelsoorten kenmerkend voor moeras en zoet water opgenomen. De selectie van karakteristieke soorten per biotoop is gedaan door de mate van voorkomen in verschillende biotopen te berekenen (Van Strien et al. 2016). Daarnaast is de trend van 8 rietsoorten (zie tweede tabblad) berekend. Deze soorten zijn: baardman, bruine kiekendief, grote karekiet, kleine karekiet, rietzanger, roerdomp, snor en woudaap.
Analyse per soortAantalsgegevens zijn ontleend aan de landelijke broedvogelmeetprogramma's van het Netwerk Ecologische Monitoring. Daarmee zijn per soort jaarlijkse indexcijfers over populatie-aantallen berekend met behulp van Poisson regressie (zie Methode indexcijfers TRIM; alle soorten zijn geanalyseerd met het standaardmodel met jaar- en meetpunteffecten).
IndicatorOm de indicator op elk van de tabbladen te berekenen zijn de jaarlijkse indexcijfers over populatie-aantallen en over verspreiding meetkundig gemiddeld over alle soorten.Van een aantal soorten zijn in de eerste jaren geen indexcijfers beschikbaar (zie tabel met indexcijfers per soort). Deze ontbrekende indexcijfers zijn eerst met een kettingmethode afgeleid uit de indexcijfers van andere soorten. Vervolgens zijn de indexen per jaar meetkundig gemiddeld. Meetkundig middelen betekent dat een halvering van de populatiegrootte van een soort wordt gecompenseerd door de verdubbeling van die van een andere soort. Door de gemiddelde indexen is een flexibele trend berekend met een 95% betrouwbaarheidsinterval. Het betrouwbaarheidsinterval is gebaseerd op de betrouwbaarheid van de indexcijfers van de afzonderlijke soorten (Soldaat et al., 2017). In de jaren waarin veel soorten ontbreken is de indicator minder betrouwbaar, maar de omvang van deze onbetrouwbaarheid is onbekend.Uit de trendschattingen en betrouwbaarheidsintervallen daarvan zijn trendklassen afgeleid.
Basistabel
Zie tabel indexen individuele soorten onder Download data
Geografische verdeling
moerassen van laagveengebied, zeekleigebied en rivierengebied.
Verschijningsfrequentie
Jaarlijks
Achtergrondliteratuur
WWF Nederland (2015). Living Planet Report Nederland, staat van biodiversiteit/natuur. WWF, Zeist.Soldaat, L., J. Pannekoek, R. Verweij, C. van Turnhout en A. van Strien (2017). A Monte Carlo method to account for sampling error in multi-species indicators. Ecological Indicators 81: 340-347.Strien, A.J. van, A.W. Gmelig Meyling, J.E. Herder, H. Hollander, V.J. Kalkman, M.J.M. Poot, S. Turnhout, B. van der Hoorn, W.T.F.H. van Strien-van Liempt, C.A.M. van Swaay, C.A.M. van Turnhout, R.J.T. Verweij en N.J. Oerlemans (2016). Modest recovery of biodiversity in a western European country: The Living Planet Index for the Netherlands. Biological Conservation 200: 44-50.
Opmerking
De figuur van de trend van struweel- en bosvogels die in vorige versies te vinden was, is met ingang van de huidige versie niet meer opgenomen. De reden is dat de soorten in deze indicator geen sub-selectie vormden van de indicator broedvogels van moeras en zoetwater. Aan de figuur van rietvogels is met ingang van de huidige versie één soort toegevoegd: baardman.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Trend broedvogels van moeras en zoet water, 1990-2020 (indicator 1155, versie 16,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.