Verspreiding grutto, watersnip, kievit en kemphaan, 1977/2000

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is afgesloten omdat gegevens verouderd zijn en geen nieuwe gegevens beschikbaar zijn.

Graslanden zijn het leefgebied van grutto, watersnip, kievit en kemphaan. De afgelopen decennia zijn deze weidevogels op veel plaatsen verdwenen door intensivering van de landbouw.

Ontwikkeling grutto

In vergelijking met 1973-1977 is de grutto uit een aantal regio's in Nederland verdwenen, vooral op de hogere zandgronden. In de laagveengebieden komt de soort tegenwoordig nog wel bijna overal voor, al gaat de soort ook daar achteruit. Het aantal broedparen van de grutto daalt al vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw, ondanks allerlei maatregelen zoals nestbescherming. Deze achteruitgang komt door de intensivering van de landbouw, welke zich uit in onder meer hogere beweidingsdruk, ontwatering van grasland, hogere mestgiften en het vaker omploegen van grasland.

Ontwikkeling watersnip

De watersnip is uit heel veel gebieden in Nederland verdwenen. Landelijk is de populatie sinds de jaren zestig gekrompen met 50-75%. Watersnippen broeden in natte graslanden. Ontwatering van grasland en hoge beweidingsdruk zijn belangrijke oorzaken van de sterke achteruitgang van de watersnip.

Ontwikkeling kievit

De kievit is vergeleken met de andere soorten weidevogels op veel minder plekken verdwenen, maar ook deze soort gaat achteruit. In tegenstelling tot andere weidevogels broedt deze vogel ook veel op maïsakkers.

Ontwikkeling kemphaan

De kemphaan ontbreekt tegenwoordig volledig in het oosten en zuiden van het land. In de kerngebieden in Friesland en Noord-Holland is de soort ook in aantal teruggelopen. Ten opzichte van de jaren vijftig is de populatie met ongeveer 90% afgenomen. Ook hier zijn de ontwatering en intensivering van de landbouw belangrijke oorzaken van achteruitgang.

Bescherming en belang

Grutto, watersnip en kemphaan staan op de Rode Lijst van vogels. Voor de grutto is Nederland internationaal gezien het belangrijkste broedgebied.

Bronnen

  • SOVON Vogelonderzoek Nederland (2002). Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Verspreiding grutto, watersnip, kievit en kemphaan
Omschrijving
Verspreidingskaarten uit twee perioden van vier soorten weidevogels
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Afgeleid van verspreidingskaartjes in de Atlas van broedvogels (zie literatuur).
Van iedere soort is een veranderingskaart gegeven. Daarop staan de verschillen in de verspreiding tussen 1973-1977 en 1998-2000. Rood staat voor de 5 x 5 km-hokken waarin de soort is verdwenen; geel geeft aan waar de soort is gebleven en groen waar de soort is verschenen. Met wit zijn de hokken aangegeven waarin de soort in geen van de twee perioden aanwezig was.
Basistabel
niet van toepassing
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
onregelmatig
Achtergrondliteratuur
SOVON Vogelonderzoek Nederland (2002). Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Verspreiding grutto, watersnip, kievit en kemphaan, 1977/2000 (indicator 1182, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.