Broedvogels van agrarische gebieden op zandgronden, 1990-2010

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

Door veranderingen in de landbouw in de tweede helft van de 20e eeuw zijn veel kenmerkende broedvogels van het agrarische gebied op de hogere zandgronden achteruitgegaan.

Achteruitgang in het agrarisch gebied

Gemiddeld genomen zijn broedvogels van het agrarische gebied op de hogere zandgronden achteruitgegaan sinds 1990. Niet alleen vogels van bouwland en grasland zijn achteruitgegaan, zoals kemphaan, veldleeuwerik en grauwe gors, maar ook vogels van perceelsranden, houtwallen en overhoekjes, zoals patrijs.

Oorzaken achteruitgang

De oorzaken zijn het intensieve gebruik van bouw- en grasland, de veranderingen in gewaskeuze en de schaalvergroting van de landbouw, waardoor veel kleine landschapselementen als houtwallen en overhoekjes zijn verdwenen.

Enkele soorten vooruit

Ook zijn er enkele soorten sinds 1990 toegenomen, zoals de Roodborsttapuit en Geelgors.

Rode lijst

Diverse broedvogels van het agrarische gebied op de hogere zandgronden staan als bedreigde soorten op de Rode Lijst van vogels.

Bronnen

  • Boele, A., J. van Bruggen, A. van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer en C.L. Plate (2011). Broedvogels in Nederland in 2009. SOVON-monitoringrapport 2011/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Dijk, A.J. van, M.J.T. van der Weide, S. Deuzeman, L. Dijksen, D. Zoetebier en C. Plate (2002). Kolonievogels en zeldzame broedvogels in Nederland in 2000 en 2001. SOVON-monitoringrapport 2002/03. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Beek-Ubbergen.
  • Dijk, A.J. van, A. Boele, F. Hustings, K. Koffijberg en C.L. Plate (2010). Broedvogels in Nederland in 2008. SOVON-monitoringrapport 2010/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Broedvogels van agrarische gebieden op zandgronden
Omschrijving
Ontwikkeling van de kenmerkende broedvogels van de agrarische gebieden op zandgronden
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De grafiek toont de Soortgroep Trend Index (STI) voor kenmerkende broedvogels van het agrarische gebied op de hogere zandgronden (Fysisch Geografische Regio).
De STI is de gemiddelde index van de volgende soorten (met 1990 = 100): boerenzwaluw, boomvalk, geelgors, gele kwikstaart, graspieper, grasmus, grauwe gors, grauwe klauwier, grote lijster, grutto, huiszwaluw, kemphaan, kerkuil, kwartelkoning, ortolaan, paapje, patrijs, roek, roodborsttapuit, slobeend, steenuil, torenvalk, tureluur, watersnip, veldleeuwerik, wulp en zomertaling.

De gegevens zijn afkomstig uit het landelijke broedvogelmeetnet en het landelijke weidevogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Basistabel
De index van de betrokken soorten met hun trend staan onder het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata.
Geografische verdeling
Hogere zandgronden
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Boele, A., J. van Bruggen, A. van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer en C.L. Plate (2011). Broedvogels in Nederland in 2009. SOVON-monitoringrapport 2011/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Broedvogels van agrarische gebieden op zandgronden, 1990-2010 (indicator 1188, versie 09,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.