Grauwe gors en ortolaan in landbouwgebied, 1990-2012

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze specialistische indicator is afgesloten.
Indexen en trendklasse van deze twee soorten zijn te vinden onder indicator


Van de grauwe gors ook bij de specialistische indicator over

Ortolaan en grauwe gors zijn verdwenen uit de landbouwgebieden als gevolg van veranderingen in de landbouw.

Ontwikkeling grauwe gors

In 1975 waren er circa 1200 broedparen van de grauwe gors, rond 1990 waren er tussen de 100 en 200 paren en in 2007 naar schatting 4 tot 10 paren. Deze achteruitgang is toe te schrijven aan de schaalvergroting in de landbouw en aan de vervanging van granen door maïs. De laatste grauwe gorzen kwamen toen uitsluitend nog in agrarisch gebied langs de grote rivieren voor.
Sinds 2006 is de grauwe gors een zeldzame broedvogel met slechts enkele broedgevallen per jaar. De pieken in het aantal broedgevallen in 1994 en 1997 in de grafiek zijn te verklaren door de hoge waterstanden van de rivieren in het jaar ervoor. Daardoor waren het jaar erna veel ruigtekruiden aanwezig die een goede voedselbron voor de grauwe gors vormen.
De grauwe gors staat op de Rode Lijst van vogels.

Ontwikkeling ortolaan

Rond 1950 werden op de hogere zandgronden in oostelijk en zuidelijk Nederland 1200-1700 broedparen van de ortolaan vastgesteld. Rond 1990 waren dat 32 territoria. De laatste jaren werden nog jaarlijks territoria (meestal ongepaard mannetjes) uit het zuidoosten van Groningen gemeld, maar vanaf 2005 ontbraken dergelijke waarnemingen.
De ortolaan komt voor in kleinschalig agrarisch landschap waar hij broedt in graanvelden, bij voorkeur in rogge-akkers. Het verdwijnen van rogge-akkers heeft sterk bijgedragen aan het verdwijnen van de ortolaan uit Nederland. Maïsakkers zijn voor deze soort ongeschikt.
De ortolaan staat op de Rode Lijst van vogels.

Bronnen

  • Boele, A., J. van Bruggen, A. van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-monitoringrapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
  • Hustings, F., F. Schepers en F. Ellenbroek (1995). De Grauwe gors (Miliaria calandra) in de eerste helft van de jaren negentig. Limosa, 68: 159-162.
  • Kurstjens, G., J. van Diermen, B, van Noorden en M. van der Weide (2003). De Grauwe gors Miliaria calandra: recente aantalsontwikkeling, habitatkeus en perspectieven in relatie tot het beheer van uiterwaarden en akkerland. Limosa, 76: 89-102.
  • Noorden, B. van (1999). De Ortolaan (Emberiza hortulana), een plattelandsdrama. Limosa, 72: 55-63.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Grauwe gors en ortolaan in landbouwgebied
Omschrijving
Ontwikkeling van de populatie van Grauwe gors en Ortolaan in landbouwgebieden
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
Cijfers over de grauwe gors en ortolaan zijn afkomstig van het landelijke broedvogelmeetnet van het Netwerk Ecologische Monitoring. In de grafiek zijn landelijke indexen (geen broedparen) weergegeven waarbij de index van 1990 op 100 is gezet.
Basistabel
Zie cijfers index onder Download figuurdata.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Boele, A., J. van Bruggen, A. van Dijk, F. Hustings, J.-W. Vergeer en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-monitoringrapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
13
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Grauwe gors en ortolaan in landbouwgebied, 1990-2012 (indicator 1189, versie 13,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.