Stadsvogels, 1990-2013

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De gezamenlijke trend van negen algemeen voorkomende vogelsoorten in de stad daalt licht, maar de laatste jaren is de trend stabiel.

Vogels in de stad

Steden zijn voor een aantal soorten vogels van groot belang als leefgebied. Voor de negen vogelsoorten die in de tuinvogeltellingen van 2003 tot en met 2006 de meest voorkomende soorten waren, geldt dat in ieder geval. De trend van deze negen soorten samen vertoont een lichte daling. De trends van de afzonderlijke soorten vertonen echter duidelijke verschillen.
De trends van huismus, kauw, spreeuw en Turkse tortel in de stad laten een matige afname zien, de populaties van houtduif, koolmees, merel, pimpelmees en vink nemen toe of blijven stabiel.

Populatie huismus gehalveerd, maar laatste 10 jaar stabiel

De stand van de huismus is in de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd. Ook in omliggende landen gaat de huismus achteruit. De oorzaken zijn waarschijnlijk divers. Vermoedelijk speelt de afname van met kruiden begroeide overhoekjes en braaklandjes een rol. Daarin komen insecten voor die de mussen voor hun jongen nodig hebben. Vooral in binnensteden is er nog weinig braakland over en de afstand van de binnensteden tot zulke terreinen aan de rand van steden wordt steeds groter bij groeiende steden. Misschien speelt ook de renovatie van oude steden een rol doordat het moeilijker wordt om nesten te maken in de nieuwe daken. Daarnaast worden de predatie door huiskatten en sperwers als oorzaken van achteruitgang genoemd.
De achteruitgang is echter tot stilstand gekomen, want de laatste 10 jaar is de trend van de huismus stabiel.

Rode lijst

Alleen de huismus staat op de Rode lijst vogels, met de categorie "gevoelig".

Bronnen

  • Boele, A., J. van Bruggen, A.J. van Dijk, F. Hustings, J. W. Vergeer. L. Ballering en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
  • Crick, H.Q.P., R.A. Robinson, G.F. Appleton, N.A. Clark en A.D. Rickard (Eds.) (2002). Investigation into the causes of the decline of the starlings and house sparrows in Great Britain. BTO-Research report no 290. BTO, Thetford.
  • Heij, C.J. (2001). Mussen in de knel. Natura, 98 (3): 76-78.
  • Hole, D.G., M.J. Whittingham, R.B. Bradbury, G.Q.A. Anderson, P.L.H. Lee, J.D. Wilson en J.R. Krebs (2002). Whitespread local house-sparrow extinction. Nature 418: 931.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Stadsvogels
Omschrijving
Ontwikkeling populaties kenmerkende stadsvogels
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De selectie van de negen meest algemene stadsvogels is gebaseerd op de vogelsoorten die in alle tuinvogeltellingen van 2003 tot en met 2006 in de top10 van meest algemene soorten voorkwamen.Vogelbescherming Nederland en Sovon organiseren elk jaar in de winter een nationale tuinvogeltelling, waarbij vrijwilligers gedurende een uur de aantallen vogels in hun tuin tellen. Daarnaast geeft het broedvogelmeetnet van SOVON en CBS inzicht in langjarige ontwikkelingen van vogelsoorten in het broedseizoen. De trend betreft de gemiddelde trend van de negen soorten broedvogels die in de stad algemeen voorkomen, waarbij de index van het basisjaar 2000 op 100% is gezet. De figuur geeft dus niet de resultaten van de tuinvogeltelling weer.
Basistabel
De trends van de afzonderlijke soorten is te vinden op het tabblad afzonderlijke soorten onder Download figuurdata
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
Boele, A., J. van Bruggen, A.J. van Dijk, F. Hustings, J. W. Vergeer. L. Ballering en C.L. Plate (2013). Broedvogels in Nederland in 2011. Sovon-rapport 2013/01. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
Opmerking
In 2014 is indicator 1195 Huismus in steden in deze indicator opgenomen.
Betrouwbaarheidscodering
B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
11
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
10
versie‎
09
versie‎
08
versie‎
07
versie‎
06
versie‎
05
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Stadsvogels, 1990-2013 (indicator 1194, versie 10,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.