Begrenzing ecologische hoofdstructuur op het land

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

De provincies hebben de Ecologische Hoofdstructuur vrijwel volledig begrensd. Zij hebben daarbij elk hun eigen aanpak gekozen.

Toestand

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is inmiddels vrijwel volledig door de provincies begrensd. De EHS bestaat uit bestaande natuurgebieden en nieuwe natuurgebieden (zie de eerste kaart) en beheersgebieden (zie de tweede kaart). De kaarten omvatten bestaande natuur anno 1990, nieuwe natuur, de ecologische verbindingszones (voor zover begrensd) en 90.000 ha beheersgebied.Bij de begrenzing van beheersgebieden, waarbinnen contracten kunnen worden afgesloten voor agrarisch natuurbeheer, hebben sommige provincies gekozen voor een zogenaamde 'ruime jas' benadering. Het gaat hier om de EHS op het land. Daarnaast zijn grote wateren, waaronder Waddenzee, IJsselmeer, Zeeuwse delta en Noordzee aangewezen als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur.

Uitvoering

In eerste instantie heeft begrenzing plaatsgevonden bij landinrichtingsprojecten, later bij het gebiedsgericht beleid. Bij de keuze van te begrenzen gebieden is zo veel mogelijk gelet op actuele en potentiële natuurwaarden. In een aantal provincies is daarbij ook aandacht geweest voor de waterhuishouding in betreffende gebieden. De 'ruime jas' benadering van sommige provincies heeft als voordeel dat het maximaal haalbare aantal beheersovereenkomsten met agrari'rs kan worden afgesloten. Het nadeel is dat de gebieden met beheersovereenkomsten dan niet per definitie bijdragen aan de afname van versnippering van de natuur of aan de afname van milieudruk op de natuur. Daarmee is dus nog onduidelijk of de contracten het EHS-doel voor agrarisch natuurbeheer dichterbij brengen. De robuuste verbindingszones uit de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' zijn ook een onderdeel van de EHS, maar nog niet begrensd.

Bronnen

  • DLG (2002). Structuurschema Groene Ruimte. Voortgangsrapportage 2001. Dienst Landelijk Gebied. Utrecht.
  • LNV (1990). Natuurbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • LNV (1995). Structuurschema Groene Ruimte. Deel 4: Planologische Kernbeslissing. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • LNV (2000). Natuur voor mensen, mensen voor natuur. Nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Den Haag.
  • RIVM, IKC-N, IBN-DLO, SC-DLO (1997). Natuurverkenning 97. Samson H.D. Tjeenk Willink b.v. Alphen aan de Rijn.
  • RIVM en DLO (2002). Natuurbalans 2002. Milieu- en Natuurplanbureau. Kluwer. Alphen aan den Rijn.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
-
Omschrijving
-
Verantwoordelijk instituut
-
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
De kaarten betreffen de situatie van 1 januari 2002 en zijn gebaseerd op de gegevens over de begrenzing van de netto EHS die door de provincies zijn aangeleverd en door de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in een totaal bestand gezet. Omdat de provincies niet alle bestaande natuurgebieden hebben meegenomen bij de begrenzing zijn deze (anno 1990) er vervolgens aan toegevoegd door het Natuurplanbureau. Ook deze gebieden zijn namelijk, voor zover ze binnen de bruto EHS liggen, onderdeel van de EHS. De natuurgebiedenkaart is naar schatting voor 95% volledig.
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Begrenzing ecologische hoofdstructuur op het land (indicator 1298, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.