Biologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De meeste waterlichamen voldoen niet aan de gewenste biologische kwaliteit in de KRW beoordeling. De biologische kwaliteit wordt beoordeeld met de maatlatten voor algen, waterplanten, vissen en macrofauna.

Biologische kwaliteit onvoldoende

De biologische kwaliteit van het oppervlaktewater is bij 22 van de 720 waterlichamen goed. Bij alle andere waterlichamen is de biologische kwaliteit onvoldoende. De biologische kwaliteit is het belangrijkste onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van de KRW voor de ecologische kwaliteit.

Biologische kwaliteit verbetert langzaam

De biologische kwaliteit verbetert maar heel langzaam. Voor macrofauna, waterplanten en algen zijn langdurige trendreeksen beschikbaar die aangeven dat in de laatste 20 jaar de kwaliteit gemiddeld 5 procentpunt is verbeterd. De effecten van vermesting van het oppervlaktewater komen het beste tot uiting in de maatlat voor algen. De inrichting en het beheer van het water zijn het sterkst gekoppeld met de beoordeling van macrofauna en vissen.

Belangrijke oorzaken

De belangrijkste oorzaken voor de matige tot slechte biologische kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater zijn:

  • vermesting met de nutriënten stikstof en fosfor. Deze zorgen voor algengroei.
  • een onnatuurlijke inrichting van het water. De meeste beken zijn recht getrokken en hebben een strakke oever met weinig natuurlijke habitats voor planten en dieren. De meeste meren en kanalen hebben een harde oever van steen, waardoor het oeverecosysteem nauwelijks tot ontwikkeling komt. Het waterpeil is vrijwel altijd een vastgesteld peil, wat de natuurlijke dynamiek beperkt.
  • versnippering door de aanwezigheid van gemalen en stuwen. Vissen kunnen nauwelijks migreren. Vispassages worden aangelegd om dit te verbeteren.
  • bestrijdingsmiddelen zorgen voor sterfte, vooral door piekbelasting kan een grote sterfte van macrofauna optreden.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Biologische kwaliteit van het oppervlaktewater in de KRW
Omschrijving
De beoordeling van de biologische kwalitiet van de KRW voor het Nederlandse oppervlaktewater.
Verantwoordelijk instituut
PBL
Berekeningswijze
Beoordeling conform de KRW maatlatten systematiek. Zie documentatie Stowa, 2007.
Basistabel
Beoordeling van de waterlichamen voor alle maatlatten. Rapportage voor de Europese unie.
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Eens per 6 jaar wordt gerapporteerd.
Achtergrondliteratuur
VenW, VROM, LNV, 2009. Stroomgebied beheerplan. Rijndelta. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.VenW, VROM, LNV, 2009. Stroomgebied beheerplan. Maas. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.VenW, VROM, LNV, 2009. Stroomgebied beheerplan. Schelde. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.VenW, VROM, LNV, 2009. Stroomgebied beheerplan. Eems. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Den Haag.Puijenbroek, P. van, 2014. De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beoordeeld volgens de KRW. De KRW beoordeling uitgesplitst naar verklarende overzichten. PBL rapport 1355
Betrouwbaarheidscodering
Dit zijn de resultaten van de Stroomgebiedbeheerplannen.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
05
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
04
versie‎
03
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Biologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 (indicator 1420, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.