Nationaal Landschap Middag-Humsterland

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator is afgesloten omdat sinds 2012 het rijksbeleid voor nationale landschappen is beëindigd.

Actuele informatie over nationale landschappen kunt u vinden bij indicator

Middag-Humsterland is ooit ontstaan op een kwelder die door de zee werd opgeworpen. Generaties lang hebben bewoners elementen toegevoegd aan het oorspronkelijke kwelderland. Wierden, dijken en zijlen, oude wegen en paden, kerken en borgen zijn daar nog altijd de getuigen van.

Kernkwaliteiten

Het zeer open landschap van de voormalige eilanden Middag en Humsterland ligt ten noordwesten van de stad Groningen. Het landschap geeft een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van de voormalige kweldergebieden langs de Nederlands-Duitse kust. Het terpengebied is één van de oudste cultuurlandschappen van Nederland (Schroor, 1998). Dit landschapstype is zowel nationaal als ook internationaal gezien zeldzaam (Farjon et al., 2001). De indicatoren van kernkwaliteiten die medesturend zijn voor de gebiedsontwikkeling zijn:


Daarnaast is de archeologische betekenis van de terpen reden geweest om het gebied op de lijst met voor te dragen Werelderfgoederen te plaatsen.

Historische landschapselementen

De oudste kenmerkende reliëfvormen zijn de overblijfselen van de wadgeulen en oude lopen van getijdenrivieren zoals het Oude Diepje, het Peizerdiep en het Reitdiep. De geul die van Saaksum naar Aduard loopt, scheidde ooit de eilanden Middag en Humsterland. De oudste met het oog zichtbare bewoningsresten zijn de terpen of wierden: opgehoogde woonplaatsen die teruggaan tot de IJzertijd. De archeologische vondsten geven een zeer compleet beeld van de culturele, sociaaleconomische en ecologische ontwikkeling van de bewoning. De bedijking van de eilanden Middag en Humsterland is vanaf 1000 ter hand genomen, mede omdat inbraken vanuit de Lauwers het land bedreigden. De cisterciënzermonniken uit Aduard speelden een belangrijke rol bij bedijking en ontginning. De afgelopen vijftig jaar is een aanzienlijk deel van de dijken afgegraven. De ringdijken van de voormalige eilanden Middag en Humsterland zijn echter nog goed te zien. De jongste reliëfvormen zijn resten van tichelgaten langs het Aduarderdiep waar in het verleden klei voor de baksteen- en dakpanfabricage werd gewonnen. Het reliëf van geulen en dijken is kwetsbaar voor grondverzet. Om de aantasting van deze elementen te voorkomen, heeft de Provincie een convenant afgesloten met agrariërs in het gebied. Op een kaart bij het convenant is alleen het reliëf aangegeven dat duidelijk zichtbaar is.

Historisch kavelpatroon

De onregelmatige blokverkaveling stamt grotendeels uit de tijd van de bedijking en ontginning (11de tot 13de eeuw). In de grillige vorm van de kavelgrenzen en het wegenpatroon is het verloop van geulen in het voormalige kweldergebied terug te zien. Rond (voormalige) terpen is sprake van een radiale verkaveling. De verkaveling is in het afgelopen millennium nauwelijks veranderd. Dit in tegenstelling tot elders in Noordwest-Europa waar de onregelmatige verkaveling van dergelijk ontgonnen kweldergebieden door schaalvergroting in de landbouw is verdwenen (Farjon et al. 2000). De nog resterende kavelgrenzen zijn gekarteerd door de kavelgrenzen (voornamelijk sloten en vaarten) in de huidige topografische kaart te vergelijken met die van 1900. Bij perceelsvergroting en grondverzet kunnen de aangeduide kavelgrenzen verdwijnen. Om de aantasting van deze elementen te voorkomen, heeft de Provincie de ook opgenomen in het bovengenoemde convenant. Op de kaart bij het convenant zijn alleen kavelgrenzen aangegeven die samenvallen met een oude geul.

Openheid

De extreme openheid van het kwelderlandschap is met de ontginning en bewoning enigszins afgenomen door de aanleg van gebouwen en dorpen, de aanplant van erfbeplanting en, incidenteel, laanbeplantingen. Nog steeds is Middag-Humsterland een zeer open gebied. In het gebied komt maar 24 ha bosjes en 88 km lijnvormige beplantingen voor. In 2006 was 0,9 procent van het gebied bebouwd met huizen en gebouwen en was 3.803 hectare binnen het nationaal landschap aan te merken als zeer open gebied.



Kengetallen schaal en groen karakter Nationaal Landschap Middag-Humsterland (peiljaar 2006)
 Oppervlakte
 Totaal (ha)Totaal (%)
Nationaal Landschap Middag-Humsterland5 344 
w.v.Open gebied3 80371,2
 Bebouwing*490,9
 Groen karakter691,3
 w.v.lijnvormige beplanting88 141 m16,5 m/ha
  opgaande begroeiing240,5
  boomgaarden10,0
*Uitsluitend gebouwen en huizen uit de TOP10 exclusief erven, tuinen, paden, wegen die binnen de bebouwde kom voorkomen

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Middag-Humsterland
Omschrijving
De indicatoren van kernkwaliteiten zijn:
1. Historische landschapselementen: reliëf gevormd door geulen, terpen, dijken en laagten;
2. Historisch verkavelingspatroon: onregelmatige blokverkaveling;
3. Grote mate van openheid.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving, Alterra - Wageningen UR
Berekeningswijze
1. GIS-bestanden over historische landschapselementen van Alterra, RACM (Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten) en de Provincie Groningen zijn aangevuld, geactualiseerd en omgezet naar polygonen op schaal 1:10.000 op basis van TOP10, luchtfoto's 2006, en AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland).
2. De gebieden met gave verkavelingspatronen en de historische kavelgrenzen zijn afgeleid uit een vergelijking van de TOP10 en de topografische kaart uit het begin van de twintigste eeuw (Bonnebladen).
3. Gegevens over bebouwing en opgaande begroeiing uit de TOP10 zijn geactualiseerd aan de hand van luchtfoto's 2006. Schaalklassen zijn berekend met behulp van het model KELK (Roos-Klein Lankhorst et al., 2004).
Basistabel
Zie berekeningswijze
Geografische verdeling
Nationaal Landschap
Andere variabelen
Zie berekeningswijze
Verschijningsfrequentie
Wanneer relevant.
Achtergrondliteratuur
Roos-Klein Lankhorst, J., S. de Vies, J. van Lith-Kranendonk, H. Dijkstra & J.M.J. Farjon. 2004. Modellen voor de graadmeters landschap, beleving en recreatie: Kennismodel Effecten Landschap Kwaliteit KELK, Monitoring Schaal , BelevingsGIS. Planbureaurapporten 20. Natuurplanbureau, Vestiging Wageningen.
Opmerking
Nulmeting
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Nationaal Landschap Middag-Humsterland (indicator 1494, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.