Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna, 1995-2014

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De recente lichte vooruitgang van de biodiversiteit komt voornamelijk door een verbeterde gemiddelde Rode Lijst-status van zoetwaterfauna sinds 1995. Blijkbaar heeft de hogere waterkwaliteit een positief effect: zowel het aantal soorten op de Rode Lijst, als de gemiddelde bedreiging van soorten op de Rode Lijst van zoetwaterfauna nam af. Bij landfauna is juist geen herstel te melden.

RLI-lengte en RLI-kleur

We kunnen de verandering in het aantal soorten op de Rode Lijst en de mate van bedreiging uitdrukken in de zogenaamde "Rode Lijst Indicator" (RLI), in twee varianten: RLI-lengte en RLI-kleur. De RLI-lengte geeft de veranderingen in het aantal soorten op Rode Lijsten geïndexeerd weer, met 1995 als referentiejaar (=100). Als de Rode Lijst langer wordt (dus meer soorten bedreigd) t.o.v. het referentiejaar, komt de waarde boven de 100. Neemt het aantal bedreigde soorten af t.o.v. 1995, dan daalt de RLI naar een waarde onder de 100. Met andere woorden, hoe lager de RLI-lengte, hoe beter.
Soorten op een Rode Lijst worden ingedeeld naar de mate van bedreiging. De RLI-kleur neemt ook verschuivingen tussen deze RL-categorieën mee. Voor deze variant van de RLI geldt ook: hoe lager de waarde (= minder "rood"), hoe beter. Te zien is dat zowel de RLI-lengte (eerste tabblad) als de RLI-kleur (tweede tabblad) van zoetwaterfauna een verbetering laat zien. Van de RLI-lengte (derde tabblad) en RLI-kleur (vierde tabblad) van landfauna kan hetzelfde niet gezegd worden.

Representativiteit

De RLI zoetwater en land is opgesteld met gegevens van zes soortgroepen: libellen, broedvogels (zoetwater/moerasvogels) en amfibieën voor de RLI zoetwater, en reptielen, zoogdieren, dagvlinders, en broedvogels (m.u.v. zoetwater/moerasvogels) voor de RLI land.

Bronnen

  • PBL, 2014. Balans van de Leefomgeving 2014. Planbureau voor de Leefomgeving, Bilthoven.
  • Strien, A.J. van, R.J.T. Verweij, M.P. de Zeeuw, L. van Duuren en L.L. Soldaat (2014). Voorzichtig herstel van de biodiversiteit in Nederland? De Levende Natuur (115) 5.

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Rode Lijst Indicator van zoetwater en land, 1995-2014
Omschrijving
Verandering in aantal soorten en de mate van bedreiging op de Rode Lijst van zoetwater en landfauna
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek
Berekeningswijze
De Rode Lijst Indicator zoetwater en land is opgesteld met gegevens van zes soortgroepen: libellen, broedvogels (zoetwater/moerasvogels) en amfibieën voor de RLI zoetwater, en reptielen, zoogdieren, dagvlinders, en broedvogels (m.u.v. zoetwater/moerasvogels) voor de RLI land. Per soortgroep is voor elke soort de categorie van bedreiging vastgesteld. Als een soort niet bedreigd wordt geldt de categorie "Thans Niet Bedreigd". Een soort die steeds meer achteruitgaat, in aantal individuen dan wel in verspreiding, valt achtereenvolgens in de categorie "Gevoelig", "Kwetsbaar", "Bedreigd", "Ernstig Bedreigd" en "Verdwenen uit Nederland". Verdwenen soorten blijven op de Rode Lijst staan. De zeldzaamheid wordt bepaald op basis van de populatiegrootte dan wel het aantal 5 bij 5 km-hokken (atlashokken) waarin een soort voorkomt. De trend is de populatietrend of de trend in verspreiding, of een combinatie van beide sinds 1950. Rode Lijsten hanteren namelijk 1950 als referentie.Veel monitoringgegevens komen uit de meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Omdat er niet voor alle soortgroepen goede monitoringgegevens zijn, is ook veel gebruik gemaakt van niet-gestandaardiseerde gegevens uit de Nationale Databank Flora en Fauna. Dat zijn geen monitoringgegevens, maar losse waarnemingen van één soort of soortenlijsten van een locatie. Om uit die gegevens betrouwbare trendschattingen te kunnen halen, zijn occupancy modellen toegepast (MacKenzie et al., 2006; Van Strien et al., 2013).Om veranderingen in de RLI te meten, vergelijken we de situatie van 2014 met die van rond 1995 en 2005 zoals beschreven in de officiële Rode Lijsten uit die twee perioden. De veranderingen in de Rode Lijststatus van soorten zijn vervolgens gevalideerd door de soortenexperts van de Particuliere Gegevensbeherende Organisaties.De lengte van de Rode Lijsten opgeteld over alle soortgroepen en geïndexeerd met 1995 als referentiejaar (=100%), levert de "RLI-lengte" op. Ter verduidelijking: waar voor het opstellen van de Rode Lijsten 1950 als referentiejaar genomen is, is 1995 het referentiejaar van de RLI. Elke soort telt daarbij even zwaar mee. Voor de Rode Lijst Indicator zoetwater en land 1995-2014 zijn deelselecties gemaakt van zoetwater en landsoorten (fauna).De RLI-lengte zoetwater/land geeft alleen weer hoeveel soorten op de Rode Lijst staan ten opzichte van referentiejaar 1995 en houdt geen rekening met verbetering of verslechtering van soorten die op de Rode Lijst blijven staan. De "RLI-kleur zoetwater/land" doet dat wel; die sommeert over alle soorten het aantal categorieën dat een soort is verwijderd van "Thans Niet Bedreigd". Een "Ernstig bedreigde" soort is vier categorieën verwijderd van "Thans Niet Bedreigd" en een "Gevoelige" soort slechts 1 categorie. Als een soort verschuift van "Bedreigd" naar "Ernstig bedreigd" wordt de RLI-kleur 1 punt hoger ("roder"). Als een soort verschuift van "Gevoelig" naar "Ernstig Bedreigd" wordt de RLI-kleur zelfs 4 punten hoger.
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
jaarlijks
Achtergrondliteratuur
MacKenzie, D. I. (Ed.). (2006). Occupancy estimation and modeling: inferring patterns and dynamics of species occurrence. Academic Press.
Strien, A.J. van, R.J.T. Verweij, M.P. de Zeeuw, L. van Duuren en L.L. Soldaat (2014). Voorzichtig herstel van de biodiversiteit in Nederland? De Levende Natuur (115) 5.
Strien, A.J. van, C.A.M. van Swaay en C.A.M. Termaat (2013). Opportunistic citizen science data of animal species produce reliable estimates of distribution trends if analysed with occupancy models. Journal of Applied Ecology 50: 1450-1458.
Opmerking
Deze indicator betreft deelselecties van de soorten die beschouwd zijn in de "Rode Lijst Indicator 1995-2014". Flora is buiten beschouwing gelaten. De soorten van de overige zes soortgroepen zijn opgedeeld in zoetwater en landsoorten.
Betrouwbaarheidscodering
Integrale meting (alle soorten)

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna, 1995-2014 (indicator 1573, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.