Burgerbetrokkenheid bij natuur

Een van de hoofdambities van het Rijk is om de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur te versterken. Informatie over burgerbetrokkenheid bij natuur biedt inzichten over de bijdrage van burgers aan het halen van natuurdoelen en om de prioriteiten van burgers zelf te begrijpen. Omdat de betrokkenheid van burgers bij natuur vaak meervoudig is, biedt deze pagina een set aan indicatoren.

Begrip burgerbetrokkenheid

Burgerbetrokkenheid bij de natuur is een veelomvattend begrip en kent meerdere dimensies waar indicatoren aan kunnen worden verbonden: percepties over natuur, activiteiten in en voor de natuur, de organisatie van deze activiteiten, en de effecten hiervan. Vanuit het perspectief van de burger kan men ook wel spreken over willen, weten, kunnen en doen. Wat weten ze over de effecten van hun handelen, wat willen ze en waarom? In hoeverre voelen ze zich in staat om betrokken te kunnen zijn en in welke mate leidt dit ook tot doen, oftewel concrete activiteiten?

Perceptie

Bij percepties gaat het in brede zin om de opvattingen, gedachten, normen en waarden, kennis, emoties, motieven, taalgebruik en natuurbeelden die individuen of groepen mensen in Nederland hebben als het over natuur gaat. Percepties zoals kennis en motieven zijn gerelateerd aan het 'weten' en 'willen' en ook het 'kunnen'. Onderzoek naar perceptie laat zien dat het grootste deel van de volwassen Nederlanders het belangrijk vindt dat de natuur goed wordt beschermd. Niet alleen het belang van de natuur zelf is daarbij een motivatie, maar ook menselijke waarden zoals gezondheid en recreatie spelen een belangrijke rol. Ondanks deze brede steun voor natuurbescherming zien we dat er in de samenleving heftige discussies zijn over bijvoorbeeld de vormgeving van het natuurbeheer en de komst van de wolf. Er liggen vaak verschillende natuurbeelden en waarde-opvattingen ten grondslag aan deze discussies.

Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de percepties van burgers betrokkenheid bij natuur:

  • Kennis: Interesse in natuur, 2021. Deze indicator bevat informatie over de bekendheid met begrippen en in welke bronnen burgers informatie zoeken over natuur.
  • Motieven: Interesse in natuur, 2021. Deze indicator bevat informatie over motieven van burgers om betrokken te willen zijn bij natuur.
  • Opinie: Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2021. Deze indicator bevat informatie over hoe belangrijk burgers natuur en natuurbescherming vinden en welke afwegingen zij maken tussen groen en economie.

Activiteiten

Bij activiteiten gaat het niet alleen om fysieke activiteiten waarbij je iets voor de natuur 'doet', maar ook om het uitoefenen van invloed op besluitvorming en het gebruik maken van diensten die de natuur biedt (zoals bij recreatie). Zaken zoals de beschikbaarheid van tijd en nabijheid van natuur bepalen mede welke activiteiten mensen 'kunnen' ontplooien. De meeste burgers ondernemen één of meerdere natuurbetrokken activiteiten, waaronder het bezoeken van natuurgebieden, maar ook bijvoorbeeld het plaatsen van voederplekken voor vogels of het opruimen van afval. Burgers die invloed willen uitoefenen op besluitvorming doen dat vooral door het onderwerp natuur mee te laten wegen in de stemkeuze of door een handtekening te zetten voor de natuur.

Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de activiteiten van burgerbetrokkenheid:

Organisatie

Bij organisatie gaat het er over hoe burgers zich verhouden tot elkaar en tot andere actoren op het gebied van natuur, met behulp van welke middelen burgers hun natuurgerelateerde activiteiten mogelijk maken en hoe zij zich verhouden tot het natuurbeleid. Organisatie is van invloed op het 'kunnen' van burgers. Hoe beter georganiseerd een groep burgers is, hoe groter het effect op natuur kan zijn. Veel natuurbetrokken burgers werken daartoe samen met andere partijen zoals gemeenten, koepelorganisaties of lokale verenigingen om iets voor de natuur te kunnen doen. Ook dragen burgers bijvoorbeeld financieel bij aan natuurbescherming of zijn ze lid van natuurorganisaties.

Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de organisatie van burgerbetrokkenheid:

Effecten

Bij effecten gaat het om de impact die de natuurgerelateerde activiteiten van burgers hebben. Dit omvat de effecten op milieu, natuur en biodiversiteit, als ook op de sociale omgeving en economie (people, planet en profit). Onderzoek laat zien dat burgerbetrokkenheid bij natuur tot diverse effecten leidt, al zijn er weinig exacte cijfers beschikbaar die een basis kunnen vormen voor indicatoren. Burgers kunnen bijdragen aan natuurwaarden en biodiversiteit door activiteiten die ze ondernemen voor natuur of indirect door de keuzes die zij als consument maken. Door bijvoorbeeld te kiezen voor biologische producten, dragen consumenten direct bij aan een duurzamere landbouw en indirect minder milieudruk op natuur. Verder spelen vrijwilligers een zeer belangrijke rol in het verzamelen van soortendata en daarmee dragen zij bij aan kennis over onze natuur. Op recreatie na, lijken de economische effecten van burgerbetrokkenheid voor natuur beperkt, maar er zijn wel belangrijke sociale effecten: op het gebied van sociale cohesie, gezondheid en educatie.

Het CLO kent de volgende indicatoren die een beeld geven van de effecten van burgerbetrokkenheid:

Internationaal en nationaal beleid

De overheid streeft in de Rijksnatuurvisie naar een natuur "die de samenleving dooradert en die wordt gedragen door de inzet van burgers, bedrijven en particuliere organisaties". De nationale doelen op het gebied van burgerbetrokkenheid beogen om natuur en natuurbelangen te verinnerlijken, waarderen en verankeren in besluiten en handelen van bedrijven, financiële instellingen, maatschappelijke organisaties, burgers en overheden. Het stimuleren van burgerbetrokkenheid is zowel een doel op zichzelf als een middel om andere (natuur)ambities te bereiken. Volgens de visie van het kabinet zal die betrokkenheid niet alleen de maatschappij ten goede komen, maar ook de biodiversiteit en de daaraan verbonden nationale en internationale doelen. Er ligt een forse opgave om natuurdoelen te behalen en de overheid wil dat samen met provincies, burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties realiseren. Het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur is dan ook één van de hoofdambities van het Nederlandse natuurbeleid. Met de Agenda Natuurinclusief beoogt het Rijk de samenhang te vinden met andere inspanningen en maatschappelijke domeinen, wat moet leiden tot een meer natuurinclusieve samenleving. Dat vergt volgens LNV ook natuurbeleid dat zich richt op het beïnvloeden van gedrag. Deze agenda is van belang voor het bereiken van Europese en internationale Biodiversiteitsdoelen.

Ook internationaal is burgerbetrokkenheid opgenomen in de biodiversiteitsstrategieën. Bewustwording van de waarde van natuur wordt gezien als voorwaarde voor gedragsverandering en draagvlak voor beleid. Bewustwording van de effecten van biodiversiteitsverlies is zelfs de eerste doelstelling uit de biodiversiteitstrategie voor 2020 van het biodiversiteitsverdrag (CBD) van Rio de Janeiro uit 1992. Volgens de CBD 'post 2020 global biodiversity framework' moet er een wezenlijke verandering plaatsvinden: een integrale aanpak van overheid en samenleving is nodig om de komende 10 jaar de benodigde veranderingen door te voeren als opstap naar het realiseren van de Visie 2050. Als zodanig moeten regeringen en samenlevingen prioriteiten bepalen en financiële en andere middelen toewijzen, de waarde van de natuur internaliseren en de kosten erkennen van niets doen. Target 17 verwacht met name betrokkenheid van burgers door een duurzame consumptie: Overal ter wereld zetten mensen meetbare stappen in de richting van duurzame consumptie en levensstijlen, rekening houdend met individuele, culturele en sociaaleconomische omstandigheden, om tegen 2030 rechtvaardige en duurzame consumptieniveaus te bereiken.

De EU concludeert dat voor het welslagen van de EU-biodiversiteitsstrategie 2030 'Bringing nature back into our lives' een gevoel van verantwoordelijkheid en krachtige gezamenlijke inspanningen nodig is van de EU zelf, haar lidstaten, alle sectoren van de economie en van alle geledingen van de samenleving. Welke benodigde inspanning van burgers wordt verwacht, is niet uitgewerkt in de doelstellingen.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Burgerbetrokkenheid bij natuur
Omschrijving
Koepelpagina voor de indicatoren die vallen in het thema burgerbetrokkenheid bij natuur.
Verantwoordelijk instituut
Wageningen ResearchAuteur: Marlies Sanders (Wageningen Environmental Research), Thomas Mattijsen (Wageningen Economic Research) en Tineke de Boer ((Wageningen Environmental Research)
Berekeningswijze
-
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
Onregelmatig
Betrouwbaarheidscodering
A. Integrale waarneming.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Burgerbetrokkenheid bij natuur (indicator 1624, versie 01,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.