Woningvoorraad en nieuwbouwwoningen, 2000-2010

U bekijkt op dit moment een afgesloten indicator. Deze indicator wordt niet meer bijgewerkt. De reden hiervoor staat hieronder vermeld. De archiefversies van deze indicator (indien aanwezig) zijn nog wel beschikbaar.

Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd.
Informatie over woningvoorraad is te vinden in de volgende indicatoren:

In het afgelopen decennium heeft zich een sterke groei van de woningvoorraad voorgedaan in verschillende gemeenten van met name de Randstad (inclusief Flevoland) en Gelderland. In delen van Groningen is de woningvoorraad iets gekrompen. Het jaarlijks aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen is na 2009 sterk afgenomen, na een periode van gestage groei sinds 2003.

Sterke jaarlijkse groei in delen Randstad, krimp in Groningen

In de periode 2000-2010 is de jaarlijkse groei van de woningvoorraad in een aantal gemeenten binnen de Randstad (inclusief Flevoland) en Gelderland het hoogste met gemiddeld meer dan 2 procent. Vooral in gemeenten in de provincie Flevoland groeide de woningvoorraad sterk. In de Randstad vond de sterkste groei verder vooral plaats in suburbane gemeenten zoals Aalsmeer, Haarlemmermeer, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Houten, Albrandswaard en Barendrecht. Buiten de Randstad vond de grootste groei plaats in West-Friesland (Noord-Holland), de Gelderse Vallei, het noorden van Overijssel en verspreid over Noord-Brabant. De gemeenten Heerhugowaard en Overbetuwe geven buiten de Randstad de sterkste groei te zien.
In de overige gemeenten is de jaarlijkse groei de afgelopen 10 jaar beperkter geweest. In een aantal gemeenten in Groningen krimpt de woningvoorraad zelfs iets. In het uiterste zuiden van Limburg, in Zeeuws-Vlaanderen, delen van Drenthe en ook in enkele gemeenten in Noord- en Zuid-Holland groeit de woningvoorraad niet of maar zeer beperkt.
Voor heel Nederland is de woningvoorraad tussen 2000 en 2010 met 8,9 procent toegenomen (gemiddeld 0,9 procent per jaar).

Nieuwbouw na 2009 sterk afgenomen, na periode van gestage groei

Het jaarlijks aantal gebouwde nieuwbouwwoningen in Nederland is na een afname in de periode 2001-2003 tot bijna 60.000 woningen gestaag gestegen tot bijna 83.000 in 2009. Daarna daalde de nieuwbouw sterk tot een productie van slechts 56.000 in 2010. In 2011 was de nieuwbouwproductie weer iets hoger maar nog steeds op een historisch laag niveau.
De relatieve toename van de woningvoorraad, waarbij ook rekening is gehouden met toevoegingen anderszins (zoals woningsplitsing), onttrekkingen door sloop en administratieve correcties, laat een overeenkomstig beeld zien. Met de hoogste jaarlijkse toename van 1,1 procent op 1 januari 2008 en de laagste, van minder dan 0,6 procent, op 1 januari 2011.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Basisgegevens woningen en nieuwbouwwoningen
Omschrijving
Loop van de woningvoorraad met op nationaal niveau de jaarlijkse nieuwbouw, toevoegingen anderszins en onttrekkingen voor de jaren 2000 t/m 2011 (1 januari t/m 31 december van betreffende jaar).Relatieve toename ten opzichte van voorgaande jaar 1 januari 2001 t/m 1 januari 2012Verandering van de woningvoorraad per gemeente in de periode 1 januari 2000 - 1 januari 2010.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)
Berekeningswijze
De gegevens zijn afkomstig van het CBS.
De verandering van de woningvoorraad per gemeente tussen 2000 en 2010 is gebaseerd op intellingen van woningen en wooneenheden (peildatum 1 januari) naar de gemeentegrenzen van 2010. Vervolgens zijn jaarlijkse groeicijfers per gemeente berekend. Bij groei van het aantal woningen (+wooneenheden) gaat het om de netto toevoeging (nieuwbouw en toevoeging anderszins minus sloop en onttrekking)
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland, gemeenten
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Woningvoorraad en nieuwbouwwoningen, 2000-2010 (indicator 2001, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.