Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2019

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

De uitbreiding van de woningvoorraad in Nederland vond sinds 2007 voor meer dan de helft plaats binnen de grenzen van het bestaand bebouwd gebied van 2000. In de meest recente periode (2016 t/m 2018) was het aandeel 56 procent. Na een periode van afname van het aantal inwoners binnen het bestaand bebouwd gebied tussen 2004 en 2008, neemt dit aantal na 2008 weer toe. In de periode 2016 t/m 2018 was bijna een derde (30 procent) van de toename van het aantal inwoners binnen het bestaand bebouwd gebied.

Woningvoorraad binnen bestaand bebouwd gebied

De Nota Ruimte stelde als streefwaarde dat ten minste 40 procent van de nieuwe stedelijke ontwikkeling binnen het bestaand bebouwd gebied zou moeten plaatsvinden. Dit beleid kwam te vervallen met de komst van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, 2012). De Nationale Omgevingsvisie (NOVI, 2020) spreekt echter opnieuw een voorkeur uit voor verstedelijking op binnenstedelijke locaties.

Bij de uitbreiding van de woningvoorraad in Nederland werd sinds 2007 meer dan de helft van de extra woningen binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000 gerealiseerd. In de periode 2016 t/m 2018 was het 56 procent. Alleen in de provincies Flevoland, Drenthe, Friesland, Utrecht en Gelderland was het aandeel gedurende deze periode kleiner dan 50 procent. Ook in Limburg was het aandeel in het laatste analysejaar iets kleiner dan 50 procent. In Flevoland was het aandeel extra woningen binnen bebouwd gebied (met 15 procent) het kleinst. In absolute zin werden in Drenthe en andere perifere provincies weinig nieuwe woningen gerealiseerd. De grootste uitbreiding van de woningvoorraad vond plaats in Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant.

Inwoners binnen bestaand bebouwd gebied

Terwijl het aantal woningen binnen het bebouwd gebied toenam, nam tot 2010 tegelijkertijd het aantal inwoners hier af. Het proces van huishoudensverdunning ging sneller dan de uitbreiding van de woningvoorraad (zie ook Nabielek et al. 2012). Maar sinds 2008 neemt het aantal inwoners binnen het bestaand bebouwd gebied weer toe. Vanaf 2008 in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Groningen. Vanaf 2012 ook in Noord-Brabant en in Gelderland vanaf 2016. In de meest recente analyseperiode (2016 - 2018) is bijna een derde (30 procent) van de toename van de bevolking binnen het bestaand bebouwd gebied.
Als we nader bekijken in welke gemeenten het aantal inwoners binnen het bebouwd gebied is toegenomen dan blijken er grote verschillen tussen gemeenten te bestaan. Met name in de grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag was de toename van de bevolking afgelopen jaren vooral binnen het bebouwd gebied van 2000 (meer dan 85 procent).

In provincies waar de bevolking krimpt (Groningen in de perioden 2004 - 2007 en 2016 - 2017, Drenthe, Friesland en Zeeland tussen 2012 en 2016 en Limburg alle perioden met uitzondering van 2016 - 2017) neemt het aantal inwoners binnen het bebouwd gebied af (uitgezonderd Groningen stad). Tegelijkertijd is er in deze provincies een toename van het aantal inwoners buiten het bebouwd gebied. Ook bij individuele gemeenten met bevolkingskrimp (Zoals Heerlen, Kerkrade, Stadskanaal, Den Helder, Emmen, Maastricht) is de afname met name binnen het bebouwd gebied.

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Aandeel uitbreiding wonen (woningen en inwoners) binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000, 2000-2018
Omschrijving
Het aandeel uitbreiding woningen en inwoners binnen het bestaand bebouwd gebied van 2000 voor 2000 tot en met 2018 uitgesplitst naar provincies.
Verantwoordelijk instituut
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en CBS
Berekeningswijze
Woningen en wooneenheden uit het woningregister (t/m 2012) van het CBS, verblijfsobjecten met een woonfunctie uit basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) (2012-2018) en inwoners uit de basisregistratie personen (BRP) zijn via koppeling met de basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) van coördinaten voorzien. Vervolgens is door het CBS de ligging ten opzichte van het bestaand bebouwd gebied 2000 bepaald. Verandering van aantallen binnen en buiten bebouwd gebied zijn berekend en de aandelen binnen bebouwd gebied per provincie.
Doordat het CBS vanaf 2012 de woningvoorraad afleidt uit de basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) is er een trendbreuk.
Basistabel
CBS Woningregister, Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en Basisregistratie Personen (BRP)
Geografische verdeling
Nederland, provincies
Verschijningsfrequentie
-
Opmerking
Als gevolg van nieuwe berekeningswijze van het CBS, waarbij woningen en wooneenheden als woningvoorraad zijn samengenomen, kunnen de gegevens afwijken van in eerdere versies van deze indicator gepresenteerde cijfers.
Verder is een herziene begrenzing van het bebouwd gebied 2000 gebruikt (gebaseerd op het gecorrigeerde CBS bestand bodemgebruik 2000 dat tegelijk met het bestand bodemgebruik 2003 is gepubliceerd).
Betrouwbaarheidscodering
Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representa-tiviteit van de gegevens vrijwel volledig is.

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
09
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
02

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, 2000 - 2019 (indicator 2012, versie 08,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.