Ruimte voor oppervlaktewater in nieuwbouwwijken, 2000 - 2006

U bekijkt op dit moment een archiefversie van een afgesloten indicator. De actuele indicatorversie met de reden voor het afsluiten, kunt u via deze link bekijken.

In de periode 2000-2006 werd het richtgetal van een minimaal oppervlak van 10% oppervlaktewater in nieuwbouwwijken, dat door veel waterschappen wordt gehanteerd, in de meeste gemeenten niet gehaald. Sinds 1996 lijkt het aandeel open water in nieuwbouwwijken te dalen.

Ruimte voor water

Ter voorkoming van (grond)wateroverlast, ter beperking van wateraanvoer, ter vergroting van de voorraadberging en ter vermindering van de verdroging wordt de ruimte zodanig bestemd, ingericht en gebruikt dat water beter vast wordt gehouden. Als dat niet voldoende is worden maatregelen genomen om water te bergen. Hiervoor wordt het areaal oppervlaktewater al of niet tijdelijk, vergroot en zo nodig wordt het peilbeheer aangepast. Pas in laatste instantie wordt zo nodig water af- of aangevoerd. Deze prioriteitenvolgorde (vasthouden - bergen - afvoeren) wordt aangeduid als de drietrapsstrategie waterkwantiteit'. (VROM, 2004). Deze strategie is overgenomen uit Waterbeleid 21e eeuw (V&W, 2000), waarin gekozen werd voor 'ruimte voor water' als belangrijk uitgangspunt voor het toekomstige waterbeheer. De trits vasthouden - bergen - afvoeren vormt de uitwerking van meer ruimte voor water. Het is een reeks van afnemende duurzaamheid en toenemende mate van afwenteling. Vasthouden en bergen vereisen meer ruimte dan afvoeren, maar wateroverlast- of watertekortproblemen, elders of later, worden voorkomen (Kragt et al., 2005).

Oppervlaktewater in nieuwbouwwijken

De Nota Ruimte geeft onvoldoende aanwijzingen, in de vorm van hoeveelheden vast te houden of te bergen water, om effecten van de doelstelling te kunnen meten. Deze indicator geeft aan of er in nieuwbouwwijken voldoende berging in het oppervlaktewater mogelijk is ter voorkoming van wateroverlast in stedelijk gebied. Waterschappen hanteren vaak voor nieuwbouw- en herstructureringswijken een richtgetal van minimaal 10% oppervlaktewater (zie tabel, link). Dit richtgetal wordt ook voor deze indicator gebruikt. In 2004 was in bebouwd gebied gemiddeld 1,5% open water aanwezig, waarbij het aandeel in laag-Nederland hoger was (2%) dan in hoog-Nederland (1%). In de nieuwbouwlocaties die tussen 2000 en 2006 zijn gebouwd, is meer open water aanwezig: gemiddeld 5% in laag-Nederland en 2% in hoog-Nederland. Over de periode 1996 - 2006 lijkt het aandeel open water in nieuwbouwwijken te verminderen: gemiddeld voor Nederland was dit 4,5% in de nieuwbouw die gebouwd is tussen 1996 en 2000, 4% voor de periode van 2000 tot 2003 en 3,5% voor 2003 - 2006.

Meeste nieuwbouwwijken halen richtgetal waterberging niet

Het richtgetal van minimaal 10% open water werd in de meeste nieuwbouwwijken niet gehaald. Gemeenten met een aandeel hoger dan 10% liggen voornamelijk in de veenweidegebieden en droogmakerijen van Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Friesland. Overigens speelt het probleem van waterberging in alle stedelijke gebieden en niet alleen in laag-Nederland, maar 'met name in diepe polders leidt verstedelijking en uitbreiding van infrastructuur tot afwenteling van de wateropgave naar andere gebieden' (VROM et al., 2007). Bovendien is de meeste verstedelijking in laag-Nederland te vinden.

Relevante doelstellingen Nota Ruimte

Operationele doelstellingen:

  • Afstemmen verstedelijking en economische activiteiten met de waterhuishouding; voorkoming van wateroverlast en watertekorten


Algemene doelstellingen:

  • Krachtige steden; vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van veiligheid

Bronnen

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Ruimte voor oppervlaktewater in nieuwbouwwijken
Omschrijving
Aandeel oppervlaktewater in nieuwbouwwijken.
Verantwoordelijk instituut
PBL
Berekeningswijze
De nieuwbouwwijken zijn geselecteerd uit het CBS-bestand Bodemgebruik. De daaruit berekende oppervlaktes aan nieuwbouw zijn gebufferd met 100 meter, omdat het vaak voorkomt dat water net buiten de bouwvlakken ligt (vijvers, singels) en dan niet meegenomen wordt in de bebouwing. Voor de bepaling van de hoeveelheid oppervlaktewater per nieuwbouwwijk is uitgegaan van het VIRIS-bestand 2005 van Alterra. Dit bestand is opgebouwd uit de meest recente opnamen waarbij de jongste uit 2005 stammen en de oudste opnamen maximaal zes jaar ouder zijn. Hieruit zijn de volgende lagen geselecteerd:Vlkkwat, lynwat03, lynwat36 (WAT_VIRIS05 = lynwat03 + lynwat36 + vlkkwat)   
Basistabel
-
Geografische verdeling
Nederland
Verschijningsfrequentie
-
Betrouwbaarheidscodering
-

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
04
Bekijk meer Bekijk minder

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Ruimte voor oppervlaktewater in nieuwbouwwijken, 2000 - 2006 (indicator 2039, versie 03,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.