Voorraad woningen en niet-woningen, mutaties en gebruiksfuncties, 2019

U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link bekijken.

Op 31 december 2019 waren er bijna 7,9 miljoen woningen in Nederland. Daarnaast stonden er ruim 1,1 miljoen niet-woningen, waaronder kantoren, winkels en zorginstellingen. 'Overig gebruik' en 'industrie' zijn het sterkst vertegenwoordigd onder niet-woningen. Er zijn verschillen in regionale concentratie van deze functies.

In 2019 zijn bijna 72 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dit aantal ligt 7,5% hoger ten opzichte van 2018. Ook de nieuwbouw van niet-woningen nam toe vergeleken met een jaar eerder.

Zuid-Holland tien keer zoveel verblijfsobjecten als in Flevoland

De meeste woningen én niet-woningen staan in Zuid-Holland: in totaal ruim 1,9 miljoen. Dat komt neer op 21,1% van de voorraad in Nederland. Daarmee zijn in Zuid-Holland bijna tien keer zoveel verblijfsobjecten te vinden als in de jonge provincie Flevoland (bijna 194 duizend).
Met een aandeel van 87,3% namen de woningen eind 2019 het overgrote deel van de totale voorraad verblijfsobjecten in. In Zeeland lag dit percentage op 79 procent en stonden relatief veel niet-woningen.
Nationaal gezien is de Gelderse gemeente Rozendaal koploper met een aandeel woningen van 95%.

Niet-woningen: vooral industrie en overig gebruik

Eind 2019 bestond ongeveer een achtste van de voorraad in Nederland uit niet-woningen. Daarvan is het grootste deel bestemd voor 'overig gebruik' (38,3%), op ruime afstand gevolgd door 'industrie' (17,3%). Onder overig gebruik vallen bouwwerken als parkeergarages en gemalen. Onder industrie verstaan we bijvoorbeeld fabrieken en loodsen. Daarnaast beslaan winkels en logiesaccommodaties ieder meer dan 10% van het aantal niet-woningen.
In bijna alle provincies zijn minder dan 2 op de 10 verblijfsobjecten een niet-woning. Zeeland vormt hierop een uitzondering (21%). In Zeeland zijn hotels en recreatiewoningen sterk vertegenwoordigd. Ruim 33% van het aantal niet-woningen heeft in deze provincie een logiesfunctie.
Vergeleken met andere provincies is de vertegenwoordiging van winkels in Zuid-Holland het grootst. Flevoland kent relatief veel industriële objecten, terwijl Noord-Holland een kantorencentrum is. Bij de kantoren is het verschil met de andere Randstadprovincies klein.
Naar verhouding zijn de provinciale verschillen het grootst bij de verblijfsobjecten met logiesfunctie. Zoals gezegd zijn in Zeeland veruit de meeste niet-woningen logies. Drenthe heeft relatief gezien de meeste gezondheidscentra.

Relevante informatie

  • Meer gegevens over woningen en niet-woningen zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Voorraad woningen en niet-woningen, mutaties en gebruiksfuncties, 31 december 2019
Omschrijving
Dit artikel bevat gegevens over de eindstand 2019 van de voorraad woningen en niet-woningen en mutaties in de voorraad, zoals nieuwbouw en sloop, vanaf januari 2012 tot en met 2019. De gegevens zijn afkomstig uit de Landelijke Voorziening Basisregistratie Adressen en Gebouwen (LV BAG). Deze gegevens zijn beschikbaar vanaf januari 2012. De niet-woningen zijn uitgesplitst naar verschillende gebruiksfuncties.
Een woning is de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik, ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte.De getoonde gegevens betreffen alleen woningen volgens de LV BAG. Het gaat hier niet om een verdere uitsplitsing van de woningvoorraad naar recreatiewoningen, wooneenheden en bijzondere woongebouwen, zoals nog tot en met 2011 werd gehanteerd in het Woningregister (WRG). Het WRG is per 1 januari 2012 afgesloten.
Een verblijfsobject is de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die is ontsloten via een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte, onderwerp kan zijn van goederenrechtelijke rechtshandelingen en in functioneel opzicht zelfstandig is.
Verantwoordelijk instituut
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Berekeningswijze
De gegevens over de voorraad woningen, niet-woningen en gebruiksfuncties zijn gebaseerd op de LV BAG. Bij de cijfers zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:Bij het samenstellen van statistieken voert het CBS een aantal controles uit. Daardoor wijken de registerdata (die direct uit de BAG kunnen worden afgeleid) af van de statistische uitkomsten, die het CBS publiceert.Alle verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie en eventueel 1 of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt (en worden niet meegeteld bij niet-woningen).De niet-woningen zijn uitgesplitst naar verschillende gebruiksfuncties.
Alle verblijfsobjecten met 1 of meer gebruiksfuncties zonder woonfunctie worden als niet-woningen aangemerkt (kantoren, scholen, winkels e.d.).
Een verblijfsobject heeft altijd minimaal één adres en bij voorkeur precies één adres.
Geografische verdeling
-
Verschijningsfrequentie
Maandelijks
Achtergrondliteratuur
Zie voor de korte onderzoeksbeschrijving de toelichting Voorraad woningen en niet-woningen op de website van het CBS.
Opmerking
De methode voor het tellen van de voorraad voor statistiek op basis van de BAG en een toelichting op de belangrijkste verschillen tussen Woningregister en BAG zijn te vinden bij Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
Betrouwbaarheidscodering
Integrale waarneming

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Voorraad woningen en niet-woningen, mutaties en gebruiksfuncties, 2019 (indicator 2167, versie 04,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.