Bebouwing in het landelijk gebied, 2022

Per saldo neemt het areaal gebouwen in Nederland in beperkte mate toe. De totale hoeveelheid gebouwen en kassen buiten de bebouwde kom bedroeg in 2020 ongeveer 392,3 miljoen vierkante meter. In 2022 was dit ongeveer 393,2 miljoen vierkante meter. Tussen 2020 en 2022 is er buiten de bebouwde kom circa 8,3 miljoen m2 aan bebouwing gesloopt en 9,2 miljoen m2 bijgebouwd.
De provincie Zuid-Holland kent de hoogste totale dichtheid aan bebouwing buiten de bebouwde kom, als gevolg van zowel de hoogste dichtheid aan kassen, als overige bebouwing. De dichtheid van de overige bebouwing ook hoog in Noord-Brabant, en Limburg, gevolgd door Gelderland, Overijssel en Utrecht.

Bebouwingspatroon verschilt per landschapstype

De bebouwing in het landelijk gebied is niet gelijk over Nederland verdeeld. De verschillen zijn terug te voeren op de ontginningsgeschiedenis van het landschap en de grote stedelijke druk in het westen en zuiden van Nederland. Zo is er in veenontginningen vooral sprake van lintbebouwing en lintdorpen, terwijl de bebouwing in de zandlandschappen veel meer verspreid is en wordt afgewisseld met meer compacte dorpskernen. In het zeekleigebied is de dichtheid aan bebouwing buiten de dorpen en steden het laagst.

Bebouwing in 2022

De totale hoeveelheid gebouwen en kassen buiten de bebouwde kom is ongeveer 393,2 miljoen vierkante meter in monitoringsjaar 2022. Het gaat hierbij niet alleen om gebouwen, maar ook andere bouwwerken, zoals kassen, opslagtanks, historische windmolens en windturbines.

Dichtheid aan bebouwing

De provincie Zuid-Holland kent mét, maar ook zonder kassen de hoogste totale dichtheid aan bebouwing buiten de bebouwde kom. De dichtheid overige bebouwing is daarna het hoogste in Noord-Brabant, gevolgd door Limburg en Gelderland. De provincies Flevoland, Drenthe en Fryslân hebben de laagste bebouwingsdichtheid.

De toename van gebouwen overtreft de sloop

Een vergelijking van de monitoringsjaren 2020 en 2022 laat zien dat buiten de bebouwde kom circa 8,3 miljoen m2 aan bebouwing als gesloopt is aangemerkt en 9,2 miljoen m2 is aangemerkt als nieuw bijgebouwd. Hierbij zijn (delen van) bouwwerken die gesloopt en op dezelfde plek weer zijn teruggebouwd niet meegeteld.

De bebouwing in het landelijk gebied is netto met 0,23% toegenomen tussen 2020 en 2022. Deze netto toename is het verschil tussen een toename van 2,34% door nieuwbouw en een afname van 2,11% door sloop.

In Nederland is de oppervlakte van kassen licht afgenomen van 113,7 miljoen vierkante meter in 2020 naar 112,4 miljoen vierkante meter in 2022. Dit is per saldo een afname van 1,13%. In Zuid-Holland werden de meeste kassen gesloopt; ruim 0,9 miljoen vierkante meter. Alleen in Friesland en Flevoland steeg het areaal kassen licht met respectievelijk ruim 7000 en ruim 31000 vierkante meter. Dit betekent dat de toename van de bebouwing in het landelijk gebied het gevolg is van een toename van overige bebouwing.

Grote verschillen tussen regio's

In de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zuid-Holland is zowel het aandeel sloop en nieuw gebouwde bebouwing (excl. kassen) relatief fors ten opzichte van de andere provincies. In een aantal regio's is sprake van een combinatie van veel sloop en veel nieuwbouw. Voorbeelden zijn de Gelderse Vallei en Noord-Limburg. Hierdoor kleuren deze gebieden relatief donker op zowel de kaart met gesloopte bebouwing als die met nieuwbouw. Zeeuws-Vlaanderen, Zuidoost-Drenthe en Zuid-Limburg laten juist een veel lagere dynamiek van sloop en nieuwbouw zien.

Bronnen

Relevante informatie

Technische toelichting

Naam van het gegeven
Bebouwing in het landelijk gebied
Omschrijving
Trend van bouw en sloop van bouwwerken buiten de bebouwde kom
Verantwoordelijk instituut
Wageningen research; Auteur: Paul Peter Kuiper, Kadaster
Berekeningswijze
De gegevens zijn ontleend aan de Monitor Landschap. Op basis van deze gegevens zijn opsplitsingen van bouw- en sloop per provincie gemaakt. De bebouwingsgegevens uit de bronnen dd. 31 december 2020 en 31 december 2022 zijn met elkaar vergeleken om de voorraad te bepalen en om vast te stellen of sprake is van sloop of nieuwe gebouwen. Voor de bebouwingsinformatie van de Monitor Landschap is informatie uit drie bronnen gebundeld:- Basisregistratie Adressen en Gebouwen (alle BAG-panden);- Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) (een selectie van overige gebouwen, hoogspanningsmasten en windturbines);- Basisregistratie Topografie (BRT) (kassen, zonneparken, hoogspanningsmasten en windturbines).De BAG-panden vormen de basis van de Indicator Bebouwing. Deze zijn aangevuld met panden uit de BGT waar ter plaatse geen BAG-pand bekend is, of waar het BGT-gebouwtype per definitie niet aan de BAG-panddefinitie voldoet (bijvoorbeeld een "bassin"). Tenslotte zijn de BRT-panden hieraan toegevoegd, indien ter plaatse geen BAG- en geen BGT-pand aanwezig was, of indien het BRT-gebouwtype niet voldoet aan de BAG enBGT-gebouwdefinitie (bijvoorbeeld een "zonnepark"). De typering van een gebouw als Kas is op basis van de BRT tot stand gekomen. Daar waar een BRT-kas raakt aan een BAG-pand is via een algoritme bepaald of het toekennen van de Kas-typering wenselijk is.Tenslotte is bepaald of een pand binnen of buiten de bebouwde kom ligt. De woonkern-grenzen uit de BRT (TOP10NL) zijn gebruikt voor deze typering - eveneens voor beide momenten?.
Basistabel
Niet van toepassing
Geografische verdeling
Nederland
Andere variabelen
Geen
Verschijningsfrequentie
Tweejaarlijks
Betrouwbaarheidscodering
C. Schatting, gebaseerd op een groot aantal (accurate) metingen; de representativiteit is grotendeels gewaarborgd

Archief van deze indicator

Actuele versie
versie‎
02
Bekijk meer Bekijk minder
versie‎
01

Referentie van deze webpagina

CBS, PBL, RIVM, WUR (2024). Bebouwing in het landelijk gebied, 2022 (indicator 2206, versie 02,

) www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen.