Toenemende waterstanden door klimaatverandering en afnemende dijksterkte door veroudering bepalen het veiligheidsoordeel van een dijktraject. Het veiligheidsoordeel kent vijf categorieën: A+ en A tot en met D, waarbij A+ het meest veilig is. Tussen A en B ligt de signaleringswaarde, het moment waarop gesignaleerd wordt dat een dijkverbetering wenselijk is, maar de dijk voldoet nog wel aan de norm. Tussen B en C ligt de ondergrens; zodra de veiligheid onder de ondergrens komt voldoet het niet meer aan de norm. Als verbetering van de dijk start voordat de ondergrens is bereikt dan blijft de dijk voldoen aan de veiligheidsnorm; gebeurt dat niet dan voldoet de dijk niet meer aan de veiligheidsnorm.